627 Aan Ludwig Baer
Leuven, 23 augustus 1517
Erasmus aan de grote theoloog Ludwig Baer, zijn beschermer, gegroet
Het verheugt me oprecht dat mijn uitzonderlijke beschermer Baer het goed maakt. Ik had geen hekel aan Bazel, waarvan het aangename klimaat mij evenzeer aanspreekt als jouw genegenheid. Maar koning Karel bevindt zich nu al bijna twee maanden aan de kust zonder weg te kunnen, omdat de wind niet zozeer hem als wel ons allen tegenzit.Ga naar voetnoot1. Bij zijn vertrek naar Spanje betaalde Le Sauvage, de kanselier van Bourgondië, me uit eigen zak het jaargeld dat uit de schatkist van de vorst had moeten komen - niets is leger dan die -, en overlaadde hij me met prachtige beloftes. Ik wilde even bekijken hoe de zaak zich zou ontwikkelen. Overigens was de situatie zodanig, dat het, zelfs al had ik gewild, niet verstandig was aan die reis te beginnen. Ondertussen verblijf ik in Leuven, waar alle theologen me buitengewoon vriendelijk bejegenen. Ik ben hier des te liever omdat ik hoor dat nog enkele karmelieten het een of ander aan het beramen zijn, maar het zijn er maar een paar. Wat Lefèvre betreft, het doet me verdriet dat hij me door de onaangename toon