595 Van Bruno Amerbach
[Bazel, ca. 8 juli 1517]
Dat je je andere vrienden wel schrijft en alleen mij niet, zou me veel verdriet doen, als ik mezelf die verwaarlozing niet, zoals het spreekwoord luidt,Ga naar voetnoot1. met mijn eigen lastdier had bezorgd door als een kreupele kleermaker thuis te blijven zitten, terwijl ik had geschreven met Pasen naar Rome te vertrekken. Je moet dit uitstel niet toeschrijven aan luiheid. Mijn vriend Wilhelm Nesen heeft me opgehouden tot de herfst, ‘wanneer Zeus de regen in stromen neerzendt en vertoornd zijn woede richt op de mensen’.Ga naar voetnoot2. Ik evenwel verdraag deze verspilling van tijd omwille van een vriend, als die CallipedesGa naar voetnoot3. me maar niet teleurstelt.
Ik kon jouw JacobGa naar voetnoot4. niet naar jou laten vertrekken zonder een briefje mee te geven. Ik had liever dat je me van onnozelheid dan van nalatigheid beschuldigt. Als je de kans hebt ons te schrijven, als een eigen brief voor mij te veel moeite is, groet me dan in elk geval in die aan een ander. Mijn broer Bonifacius en KonradGa naar voetnoot5. doen je de hartelijke groeten.