De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 4. Brieven 446-593

585 Van Anton Clava
Gent, 4 juni [1517]

Anton Clava aan de heer Erasmus, gegroet

Met mij gaat het goed, zeergeleerde Erasmus, en ik ben blij dat jij het ook goed maakt. Twaalf dagen geleden vertrok onze vriend De Keysere naar de keizer, samen met Leopold, de zoon van de keizer.^1. Wij hopen en verwachten dat hij spoedig bij ons zal terugkeren. De heer Pierre Barbier zorgt getrouw en nauwgezet voor je zaken en doet zijn uiterste best om je eer te bewijzen en te verheerlijken. Hoewel de grootkanselier^2. dagelijks gekweld wordt door vele moeilijke en uiteenlopende zaken, luistert hij telkens als je naam valt - wat niet zelden gebeurt - met veel belangstelling en bewijst je geen geringe gunst. Hij is, voor zover ik dat kan gissen, zeer genegen om je op allerlei manieren ter wille te zijn, als de een of andere gelegenheid of een gunstig lot zich voordoet op het juiste ogenblik. Ik wou dat de mogelijkheden van je vriend Clava evenredig waren aan zijn bereidwilligheid en zijn genegenheid, respect en belangstelling voor jou.

De brieven^3. die je vermeldde heb ik nergens gezien; ik wil ze heel graag

1. Leopold van Oostenrijk, onwettige zoon van Maximiliaan, vergezelde met Robert de Keysere zijn vader tot Maastricht. De Keysere maakte van de gelegenheid gebruik de keizer zijn boek De nuptiis Leopoldi aan te bieden.

2. Jean Le Sauvage.

3. Waarschijnlijk de Epistolae elegantes.

[p. 305]

zien en doorlezen. Je zult uit de brief van Barbier^4. vernemen wat, naar onze mening, jouw zaak kan dienen. Ik hoop dat je snel bij ons zult terugkeren en vraag je tegelijkertijd geen andere weg in te slaan dan die naar het huis van je vriend Clava. Je zult een gelukkige en zeer voorkomende gastheer aantreffen. Ondertussen vaarwel en doe Pieter Gillis, mij zeer dierbaar, je beminnelijke gastheer, de groeten namens mij.

Vanuit Gent, 4 juni

4. Deze brief is ofwel niet geschreven ofwel niet bewaard gebleven; vgl. brief 608.