De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 4. Brieven 446-593
(2006)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd576 Van John Watson
| |
[pagina 280]
| |
voor me gedaan hebt, u geen dienst kan bewijzen die u plezier doet, noch een weldaad die groot genoeg is. Ik kan alleen met u wedijveren in gezindheid en goede wensen. Ik ben u erg dankbaar omdat u mijn briefGa naar voetnoot2. niet alleen niet bekritiseert uit vrees mij af te houden van het schrijven, maar zelfs prijst ter aanmoediging, waarbij u wel een paar tikken uitdeelt, zodat ik niet verwaand word. Want wanneer u me een scotist noemt, dan beticht u me, als ik het goed zie, heimelijk van verkeerd toegepaste studiezin. Ik beken eerlijk dat ik niet zo'n groot scotist ben als ik zou willen zijn, hoewel ik heb besloten het niet méér te zijn dan ik nu ben. Ik heb namelijk de plechtige gelofte gedaan om de rest van mijn leven te wijden aan de gewijde letteren. Maar om u, die als een vriend en vader bent, te tonen hoe ver mijn onbeduidendheid reikt: ik ben noch een thomist, noch een scotist, niet de een of de ander, maar eenvoudigweg niemand, een luie domkop. Kon ik me maar waarlijk en oprecht een christen betonen! Ik wens u geluk met uw voorspoed. Het zal mij nog meer verheugen wanneer uw verwachtingen die nu op de lange baan zijn geschoven en u neerslachtig maken, eindelijk werkelijkheid zijn geworden. Ik bid voortdurend dat dat zal mogen gebeuren en vooral dat u hier een positie die u waardig is ten deel valt, zodat u een sieraad kunt worden voor ons koninkrijk en een grote steun voor uw vrienden, van wie u er hier velen hebt. Ik heb een pastoorschap verkregen binnen zeven mijl van Cambridge.Ga naar voetnoot3. Er hoort een mooie pastorie bij en het voorziet redelijk in mijn levensonderhoud, met een waarde van twintig van onze ponden bovenop het jaargeld, maar in dit eerste jaar zal ongeveer de helft opgaan aan reparatie van het huis. Als dat op enige wijze kan bijdragen tot uw genoegen of voordeel, zal het van u zijn, we zullen het met elkaar delen, zoals al het andere wat ik bezit. Wat zou ik graag willen dat u ons hier kwam opzoeken zo gauw uw zaken dat toestaan! Als ik het zelf niet zo druk had, zou ik onmiddellijk komen aanvliegen om van uw gezelschap te genieten. Vaarwel, allervriendelijkste beschermheer. Van Peterhouse in Cambridge Bullock is ziek, hoor ik, maar ik weet niet wat hem mankeert. |
|