De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 4. Brieven 446-593
(2006)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd575 Van Beatus Rhenanus
| |
[pagina 278]
| |
Froben kwam buiten adem naar mijn huis gerend, smekend en biddend dat ik hem al was het maar iets te drukken gaf, zodat hij niet gedwongen was tot nietsdoen na jouw De copia,Ga naar voetnoot6. totdat Lachner uit Frankfurt terugkwam. Het is immers zijn gewoonte pas om kopij te komen vragen wanneer er niets meer is waar zijn mensen mee aan de slag kunnen. Ik begon over je Silenen. Hij stemde in.Ga naar voetnoot7. De volgende dag ging ik naar de drukkerij. Goeie genade, wat kreeg ik daar een onverdiende jammerklacht te horen over mij en over hem! Dat hij wel van het soort uitgevers leek dat liedjes drukt in de volkstaal, dat hij niets gaf om dergelijke kleine boekjes; en tegen mij dat ik niet als een vriend had gehandeld door hem pagina's aan te leveren en geen lijvige boekdelen. Froben maakte me behoorlijk kwaad met al dat gedoe, maar omdat jouw belang, of liever gezegd het belang van alle welopgevoede mensen op het spel stond, hield ik mezelf in en met nu eens gesmeek, dan weer dreigementen of vleiende woorden kreeg ik gedaan dat de Oorlog en de Scarabeus op dezelfde wijze werden gedrukt.Ga naar voetnoot8. Ze zijn bang dat deze publicatie je Adagia zal benadelen. Het is ongelooflijk hoe ze op dikke boeken uit zijn. Daarom konden ze er ook gemakkelijk toe gebracht worden Coelius te drukken.Ga naar voetnoot9. Johann Oecolampadius had het werk van Coelius aanbevolen toen het nog niet hier was. Toen het gebracht was, adviseerde ik er een klein aantal van te drukken. Zij volgden liever hun eigen mening en die van hun mensen dan die van mij. Wat zij zo mooi vonden aan Coelius was dat hij summa's maakt. Lachner denkt alleen maar aan summa's, Gabriels, Spiera's, Brulifers.Ga naar voetnoot10. Hij wil dat de drukkerij van Froben deze zomer een of andere Plechtstatige compilatie uitgeeft van een Spanjaard Álvaro, pauselijk penitentiaris, over de macht van de paus en de kardinalen; wat daarvan terechtkomt weet ik niet.Ga naar voetnoot11. Ook Chrysostomus zal worden gepubliceerd, maar in het kleine type waarin ze ook de | |
[pagina 279]
| |
commentaren van Hieronymus drukten.Ga naar voetnoot12. Wat een droevig schouwspel! Ook hier speel je je spel, net zoals bij de overige menselijke aangelegenheden. De boeken van bedriegers, nietsnutten en charlatans worden perfect gedrukt, die van geleerden uiterst slordig. Alsof het nog niet voldoende is dat de omstandigheden van geleerden tijdens hun leven meestal slechter zijn, terwijl de anderen in grote welvaart leven, moeten zij ook na hun dood nog in de tomben van hun geschriften jouw tirannie, Fortuna, ondergaan. Je aantekeningen over de Copia zijn redelijk verzorgd. Ze hebben geprofiteerd van mijn middagwandeling waarbij ik soms de drukkerij van Froben binnenloop. Hij heeft een vrij geleerde correctorGa naar voetnoot13. die aanmerkingen verdraagt en als hij iets niet begrijpt, zonder morren zijn best doet het te leren van Faber,Ga naar voetnoot14. Bruno of van mij. Glareanus zal naar Frankrijk gaan voor 1 juni waar hij honderdvijftig frank per jaar zal verdienen. Er is hem overkomen wat jij altijd al voorspelde: hij is zeer humaan, vriendelijk en mild geworden en iedere dag meer. Hij schaamde zich niet mij geregeld om raad te vragen, als hij iets op het gebied van de geschiedenis of in de grammatica tegenkwam wat hij niet wist. Toen hij onlangs werd aangevallen door Wimpfeling, liet hij dat grootmoedig en als een waar christen aan zich voorbijgaan. De Inleiding op de Hebreeuwse taal van onze vriend Fabritius Capito zal binnenkort verschijnen. Als je iets van jezelf of je vertalingen van Lucianus hier wilt publiceren,Ga naar voetnoot15. schrijf hun dan en zeg dat je dat graag zou willen. Baer is in Thann. Mijn groeten aan je vrienden. Vaarwel, geliefde vader en geëerde leraar. Bazel, 24 april 1517 Groet John Smith namens mij. |
|