De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 4. Brieven 446-593
(2006)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 245]
| |
561 Van Wolfgang Faber Capito
| |
[pagina 246]
| |
onderzoeken. Want Hieronymus, in navolging van de Septuagint, vertaalde hara als “zal zwanger worden”, met een werkwoord in de toekomende tijd; hij volgde daarmee een zeer oude traditie onder de Joden van wie zij een voorbeeld citeren van de louh'ot grammatica, zoals ze die zelf noemen. In overeenstemming, zeggen zij, met de modus en tijd van het eerste werkwoord, staan alle werkwoorden die volgen in de zin in dezelfde tijd, wat zij passouk noemen. In de passage van de profeetGa naar voetnoot4. gaat het dus zo: Lah'en yiten Adonay hou lah'em ot hiné haalma hara veyoledet ben vekarata chemo Imanou El, en hier is het eerste werkwoord yiten, dat wil zeggen “zal geven” in de toekomstige tijd en daarom wordt hara “is zwanger geworden”, wat een verleden tijd is, en verder yoledet “baart”, wat een tegenwoordige tijd is, nu door niet weinigen en zelfs geen onwetenden aan wie deze interpretatie waarschijnlijk lijkt, gezien als toekomende tijden.’ Ik wijs haar evenwel af op goede gronden, als niet overeenkomstig de waardigheid van de heilige taal, waarop meteen een verdediging van jou volgt tegen de kwaadwillendheid van het plebs. De hogere stand heb je al lang geleden verslagen, en ik ben heel wel in staat, zoals men zegt, sla te geven overeenkomstig de lippen.Ga naar voetnoot5. De onwetende zal strijden tegen de onwetenden, zodat het deksel op de pot past.Ga naar voetnoot6. Ik zal het citaat toevoegen: ‘U begrijpt allang dat hij niet, zoals het gezegde luidt, door een muur praat,Ga naar voetnoot7. die ieder woord van deze profetie heeft weergegeven in overeenstemming met zijn natuurlijke betekenis, anders dan de gebruikelijke interpretatie van de Joden wil, die inhoudt dat de werkwoorden van de hele zin de natuurlijke tijd van het eerste werkwoord moeten volgen’. En verderop voer ik jou aan als medestander, aldus: ‘Noch lijkt mijn vriend Erasmus, een man met een zeer gelukkig oordeel, veel waarde te hechten aan deze formule van interpretatie, die de latere werkwoorden de hele zin lang verdraait volgens het eerste werkwoord.’ Je moet met al je bewonderenswaardige geleerdheid mijn zelfvertrouwen - of, zo je wilt, mijn onbeschaamdheid, omdat ik het waag je te storen in je studie met al mijn leeg gepraat - maar goed opnemen. Vergeef de onkunde van je stuntelige vriend, die door de zoete vriendelijkheid waarmee je voor mij de grootsheid van je genie tempert, werd verleid tot deze brutaliteit. Verder win je met je werken, uitnemend zowel door hun onmetelijke geleerdheid als oprechte vroomheid, nog steeds nieuwe vrienden, zelfs terwijl je er niet bent. Hier in Bazel is Johann Rudolf von Hallwyl, de kanunnik van wie je dacht dat hij niets ophad met de schone letteren, helemaal een erasmi- | |
[pagina 247]
| |
aan. Hoewel hij al in de vijftig is, wijdt hij zich aan commentaren, en deze winter heeft hij flink op de grondbeginselen van het Grieks gestudeerd om in staat te zijn je Nieuwe Testament te lezen. In één woord, hij praat voortdurend over Erasmus, hij ziet hem overal voor zich; bovendien gaf hij opdracht zijn achterneef,Ga naar voetnoot8. een jongen vol beloften, in te wijden in de erasmiaanse heerlijkheden en daartoe koopt hij alle boeken van jou die hij te pakken kan krijgen. Hij is een groot bewonderaar van je Moria, en heeft bijzonder veel waardering voor je boek over de vorst.Ga naar voetnoot9. Ik schrijf je dit met de bedoeling dat je uit dit ene geval kunt opmaken hoeveel achting je geniet bij de anderen, en hoezeer allen, met recht, het volmaakte voorbeeld van deugd en geleerdheid vereren, dat je, gegraveerd in zo grote werken, hebt toevertrouwd aan het oordeel van de wereld. Ik zal een keer uitgebreider schrijven, wanneer ik meer tijd heb. Vaarwel, de derde dag na LaetareGa naar voetnoot10. 1517. Froben dringt aan op vertrek. |
|