552 Aan Andrea Ammonio
Antwerpen, 15 maart [1517]
Erasmus aan zijn vriend Ammonio, gegroet
Ik heb de brief, geschreven in naam van de paus,Ga naar voetnoot1. ontvangen en ook een van de bisschop van Worchester,Ga naar voetnoot2. die erg vriendelijk is maar enigszins riekt naar geld - hij overdrijft wat er allemaal bereikt is en klaagt over de hardheid van de datarius.Ga naar voetnoot3. Hij sluit er een kopie bij van de breve voor jou,Ga naar voetnoot4. maar blijkbaar verbeterd overeenkomstig mijn veranderingen.Ga naar voetnoot5. Hij voegt er echter aan toe dat ik naar jou toe moest komen. Als dat noodzakelijk is, laat me het dan zo snel mogelijk weten, ook al haat ik die zee. Maar vooruit, ik zal het doen en Theseus navolgen die volgens Vergilius ‘zo dikwijls over de droeve weg gaat en terugkeert’Ga naar voetnoot6. en doen wat ik moet doen in eigen persoon. Als het niet nodig is, schrijf me dan wat je wilt dat ik doe en hoeveel ik moet betalen, maar raadpleeg Sixtinus of de breveGa naar voetnoot7. juist is, want hij kent Erasmus' ongelukkige omstandigheden. Zodra ik zal weten hoe ik jouw genegenheid, mijn beste Ammonio, vriendelijkste van alle stervelingen die ik tot nu toe heb gekend, kan belonen of liever erkennen, mag je Erasmus rekenen tot de meest ondankbaren als ik dat niet voor laat gaan. Vaarwel.
Antwerpen, 15 maart