546 Van Rutger Rescius
Leuven, 8 maart 1517
Rutger Rescius aan de heer Erasmus van Rotterdam, gegroet
In je brief aan Wolfgang Faber,Ga naar voetnoot1. op ieder gebied zeer geleerde Erasmus, staat even voor het einde een passage die voor ons onbegrijpelijk is en die begint met de woorden: ‘Verder hoor ik dat sommige andere mensen iets beginnen dat niets bijdraagt tot de kennis van Christus, en funcios tantum offendant voor de ogen der mensen.’ Toen ik deze passage aan Desmarais en aan Geldenhouwer toonde, besloten zij, aangezien zij evenals ik op hetzelfde punt vastliepen, maar toch meenden dat niets zomaar mocht worden veranderd, dat we je op deze plaats attent moesten maken, voordat hij werd gedrukt.Ga naar voetnoot2. Van Dorp vermoedde dat er moet staan: fumos tantum offundant (slechts rookwolken opwerpen). DirkGa naar voetnoot3. stuurt je daarom een proef waarbij dit gedeelte van de brief voor het ogenblik ongedrukt is gebleven. Hij vraagt je dringend zo snel mogelijk uitsluitsel te geven over de lezing van deze passage. Verder wil hij dat, als je iets hebt dat zich gemakkelijk bij het voorwoord van de brieven laat voegen, je hem dat geeft. Hij heeft voor dat voorwoord een heel blad gereserveerd dat nog aan beide kanten leeg is terwijl het amper een halve pagina beslaat. Vaarwel schatkamer van de wetenschappen.
Leuven 8 maart