De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 4. Brieven 446-593
(2006)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermdErasmus van Rotterdam aan de beroemde arts Henricus Afinius van Lier, gegroetIk wil graag onze tijd gelukkig prijzen, mijn dierbare Henricus, omdat de beste studies van de letteren overal wonderbaarlijk weer opbloeien. Wij hebben dat voornamelijk te danken aan de edelmoedigheid en goedheid van de vorsten, bij wie het besef ontstaat dat grote talenten geëerd en beloond moeten worden, en die vooral nu, als door een goddelijke inblazing van instelling veranderd, besloten hun politiek op elkaar af te stemmen om de wereldvrede met eeuwigdurende banden te versterken. Zoals in de winter er alles slap en verwelkt bij ligt en de gure noordenwind heerst met woedend geweld van sneeuwbuien, ijs en hagel, zo wordt alles met de komst van de zon en de lieflijke lente weer fris en krachtig en de mensen, gewekt uit hun vroegere verdoving, zetten zich weer vol ijver aan hun vroegere opdracht. De een ploegt het land, een ander snoeit de wijnstokken, de een | |
[pagina 221]
| |
zaait, de ander brengt mest op het land. Evenzo kwijnen de verwaarloosde studies weg in tijden van oorlog, plegen echter weer op te bloeien door de gunst en edelmoedigheid van de vorsten. Want nu paus Leo, die men op vele gronden maar vooral hierom de grootste noemt, in het openbaar alle christenen tot wederzijdse eendracht uitnodigt, nu koning Frans van Frankrijk, niet alleen in titel de allerchristelijkste vorst, zich met alle krachten inzet de beste raad van de hoogste herder bekwaam uit te voeren, en de katholieke koning Karel en keizer Maximiliaan zich ook daarop toeleggen, herademen alle goede wetenschappen die altijd in vrede plegen te gedijen zoals bloemen bij een lentebries. De grootste talenten maken zich gereed het onderbroken werk te hervatten. De een herstelt de theologie, de ander de geneeskunde, de een brengt schrijvers aan het licht die zouden omkomen van de dorst, een ander zuivert ze van de ingeslopen fouten, weer een ander doet weer iets anders. Wat moet ik verder zeggen? Terwijl men overal druk aan het werk is om te herstellen wat door de oorlog was ontwricht, glanst die hele wijsheid die jouw Galenus beschrijft als de kennis van het goddelijke en het menselijke en die, zo klaagt hij, ook in zijn tijd verwaarloosd en geminacht werd,Ga naar voetnoot1. weer op. En verder, ik heb de grootste achting voor je oordeel en moed, nu je onlangs begon de studie van het Grieks, zo nuttig voor ieder studie, maar vooral voor de geneeskunde, toe te voegen aan je eerdere studies van de astronomie en de medicijnen, en ik feliciteer je dat je zo gelukkig bent daarmee te beginnen in de kracht van je leven. De uitmuntende artsen van deze tijd, Guillaume Cop, Ambrogio Leoni van Nola, Niccolò Leoniceno deden hetzelfde, maar op hogere leeftijd en toch met een goed resultaat, want Thomas Linacre en Du Ruel konden het al op vroegere leeftijd leren. Verder is er Marcus Musurus, van oorsprong een Griek, maar nog het meest Griek door zijn geleerdheid. In geen andere tak van wetenschap is het gevaarlijker zich te vergissen dan in dit beroep. Daarom doen de intelligentste artsen deze studie er ook bij en ik denk dat men het binnenkort een schande zal vinden zich voor dokter uit te geven zonder deze kennis. Het is niet niets de vorst van deze discipline, Hippocrates, en degene die hem het naast staat, Galenus, en verder Paulus van Aegina en Dioscorides te horen in hun eigen taal. Maar het zou van weinig beschaving getuigen degenen die niet de kans kregen Grieks te leren onmiddellijk van hun recht te beroven en als het ware van de brug te gooien, maar laten zij dan verdragen dat men hen tot die studie aanspoort. Vaarwel. Antwerpen, 1517 |