De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 4. Brieven 446-593
(2006)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd539 Aan Andrea Ammonio
| |
[pagina 212]
| |
liever twee keer naar Rome willen gaan dan me hier af te pijnigen met die langdurige onzekerheid. Ik zeg dat niet om ook maar enigszins afbreuk te doen aan de goedheid die je me betoonde. Ik weet heel goed dat het niet aan jouw instelling ligt, maar aan mijn noodlot. Ik gaf Hieronymus in handen van de boekhandelaren, zodat ik het gebonden kon opsturen. Zij scheepten mij af met woorden, zoals gewoonlijk. Als je het nog niet hebt gekocht, zal ik het je sturen; afgezien daarvan, zal het geld dat je vraagt klaarliggen.Ga naar voetnoot6. Ik zal je voor altijd dankbaar blijven voor deze weldaad. Haast je alleen me zekerheid te verschaffen voor Pasen en handel als ware Aesculaap. Als er iets gebeurt wat mijn zaak hopeloos maakt, zal het een deel van je goedheid zijn me zo spoedig mogelijk te bevrijden van ijdele hoop. Hoewel jouw karakter maakt dat ik niet wanhoop. Frankrijk biedt mij gouden bergen maar mijn handen zijn gebonden. Als je iets hebt wat mij tot leven kan brengen, stuur het dan via More, tenzij je een betrouwbaardere persoon kunt vinden. Vaarwel. Antwerpen 24 februari 1516 |
|