537 Aan Guillaume Cop
Antwerpen, 24 februari 1517
Erasmus aan zijn vriend Guillaume Cop, gegroet
Waarlijk, Frankrijk is gelukkig met zo'n vorst! Gefortuneerd ben jij, met zo'n beschermheer! Gelukkig ook ik, die de gunst geniet van een zo groot monarch! Overigens is het me nog niet mogelijk je iets definitiefs te antwoorden op de brief die je me in naam van de koning schreef. Maar binnenkort zal ik een besluit nemen en je ervan op de hoogte stellen. Ondertussen zal ik het vruchtgebruik genieten van deze eer doordat ik de meest gerespecteerde koning behaagde door de aanbeveling van de meest respectabele mannen en ik zal nooit verheimelijken of vergeten hoeveel ik te danken heb aan zijn edelmoedigheid jegens mij. Ik heb Zijne Majesteit in een brief zo goed mogelijk mijn dank betuigd, want dat had Budé mij gevraagd. Maar jij zult mondeling hetzelfde beter doen en niet alleen de koning zelf danken, maar ook de uitmuntende theoloog Guillaume Petit en de eerwaarde vader François de Rochefort, die door hun genegenheid op een dwaalspoor werden geleid en vriendelijk de koning misleidden. Je wilt mijn Aforismen hebben, maar denk niet dat die net zoiets zijn als die van je grote Hippotes; het is iets heel anders. Maar als je naar het boekje van Erasmus vraagt over de opvoeding van een christelijk vorst, dan zul je het snel vinden onder die titel. Vaarwel.
Antwerpen, 24 februari 1516
Ik hoor, en ben er natuurlijk blij mee dat de werken van Thomas Linacre in Parijs worden gedrukt. Als je de Utopia van More nog niet hebt gelezen, zorg dat je het krijgt, als je eens wilt lachen, en je echt de bronnen wilt zien waaruit bijna alle kwalen van het gemenebest hun oorsprong vinden. Nogmaals, vaarwel.