525 Van Robert de Keysere
Gent [ca. 6 februari 1517]
Robert de Keysere aan de heer Erasmus, gegroet
Gegroet, allervriendelijkste Erasmus. Ik wil weten of je mijn waardeloze brief hebt ontvangen.Ga naar voetnoot1. Je speelt wel in op mijn gevoelens wanneer je, in je brief aan Clava,Ga naar voetnoot2. zegt: ‘Hij zou iets moeten doen wat een naam zoals die van hem waardig is.’ Ik weet niet waarop je doelt. Dat Clava schreef dat ik me energiek met het recht bezighoud, is niet zo verwonderlijk gezien het feit dat de Gentenaren op het ogenblik bijna bevroren zijn. Nooit heb ik me meer geschaamd voor mijn naam en mijn grote huis dan nu, nu ik al sinds drie jaar niemand heb kunnen vinden om het met mij te delen. Een van mijn vrienden werd weggerukt door het lot dat ons allen wacht, zoals men zegt, een ander wordt nu zo gestoken en gekweld door de koude dat ik helemaal alleen in mijn lege LynxGa naar voetnoot3. woon en me in mijn armoede troost zoals een slak in zijn huisje. Je voegt er wat ironie aan toe, door me niet aan te bevelen bij mijn vriend de kanselierGa naar voetnoot4. of het bij gelegenheid niet te kunnen doen. Toch zal ik weer herleven wanneer de Keizer je zal schrijven; nu schrijft alleen Robert je. Vaarwel, schutsengel van de letteren.
Van Gent, bij het schild van de Lynx