504 Van Gerard Lister
Zwolle, 28 december 1516
Lister aan de Heer Erasmus, gegroet
Na het lezen van je brief, Erasmus, snelde ik onmiddellijk naar de AgnietenbergGa naar voetnoot1. om je zo gauw mogelijk de Griekse evangeliën te sturen, maar het pakte zo uit dat de priorGa naar voetnoot2. ze aan een pater in het land van Kleef had uitgeleend. En zo vroeg ik, na van vader prior een brief te hebben gekregen, mijn bediende naar de verste uithoeken van Kleef te gaan. Ondertussen kwam er een boekverkoper uit jullie streek die zei dat ginds het hardnekkige gerucht de ronde deed dat je naar Engeland was afgereisd en dus twijfelde ik of ik je het boek zou sturen. Toch heb ik het maar gedaan, want meestal zijn dergelijke geruchten onjuist. Maar ik vrees dat het boek je van weinig nut zal zijn.
Johann LangenfeldGa naar voetnoot3. is hier op een uitstekende manier bezig met wiskunde en Grieks, maar ik word overweldigd door zo'n massa werk dat ik amper tijd heb om een boek in te zien. Het is dan ook ongelooflijk hoeveel leesgenot ik verlies. Maar ook al zijn mijn verdiensten niet in overeenstemming met het werk, ik zal toch doorzetten, gehoorzamend aan jouw raadgevingen en die van de uitmuntende paters. Want ook ik wil zoveel mogelijk betekenen voor mijn medemensen en aangezien ik, bij gebrek aan talent, dat niet kan doen met mijn pen, wil ik door te onderwijzen, raad te geven en een zuiver en eerlijk leven te leiden, beproeven of mijn onbeduidendheid iets kan bijdragen aan de vorming van de Duitse jeugd. Al heel lang immers, mijn beste Erasmus, heb ik de wereld, dat wil zeggen genoegens en eerzucht, vaarwel gezegd.
Afgelopen dagen hebben enige vrienden mij een kanunnikschap te Utrecht aangeboden. Maar omdat men het mij niet zonder simonie aanbood, weigerde ik, hoewel er vrienden waren die mij spontaan beloofden het geld te willen lenen. Maar ik wil liever in mijn armoede leven voor Christus dan in rijkdom voor de duivel. Met de prior van het Agnietenklooster, een vurig aanhanger van je, gaat het goed. Hij en pater Koechman, bij wie ik