489 Van Ludovico Canossa
Amboise, 13 november 1516
Ludovico Canossa, bisschop van Bayeux, aan Erasmus van Rotterdam, gegroet
Ik had altijd de wil, de bedoeling, en de instelling om, als me ooit gunstiger omstandigheden geboden werden, al mijn vrije tijd aan de schone letteren te wijden en een tehuis te bieden aan een leergierig en geletterd man. Ik ben er nu van overtuigd dat jij het bent, Erasmus, die mij voor de geest zweeft, met wie ik boven alle anderen samen mijn leven wil doorbrengen en delen om verfrist te worden door je buitengewone gaven, te genieten van je onderhoudende gesprekken, me te voeden met je veelzijdige geleerdheid en zelf steeds geleerder te worden. Zodra de paus zelf, met de welwillende instemming van de allerchristelijkste koning - bij wie ik pauselijk ambassadeur ben - me, onverdiend, aan het hoofd stelde van de kerk van Bayeux, achtte ik het gepast je onmiddellijk in kennis te stellen van mijn uitverkiezing en je