De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 4. Brieven 446-593
(2006)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermdJérôme Busleiden aan zijn vriend Erasmus, gegroetHier heb je dan eindelijk de brief die je me had gevraagd te schrijven. Als deze je wellicht teleurstelt in je verwachtingen of niet in overeenstemming is met het belang van de zaak, dan zul je dat je zelf moeten aanrekenen, omdat je de taak toevertrouwde aan een zo onervaren schrijver die ook in andere opzichten niet voor deze taak geschikt was. Ik troostte mij met de gedachte althans een poging gedaan te hebben in wat ik niet aankon. Ik hoop zelfs dat je in dit opzicht mijn met toewijding verrichte arbeid niet helemaal afkeurt, maar er zeer blij mee bent, vooral omdat ik jou, niet zonder gevaar voor mijn reputatie en verlies van mijn zelfrespect, ter wille ben geweest. Het is in ieder geval een bijzonder en meer dan duidelijk bewijs van mijn toewijding aan jou en ik hoop er dan ook op dat je het in die geest aanvaardt. Dat kun je vooral doen door deze brief, overdekt met een laag roest, bij te schaven met de scherpe vijl van jouw verfijnde welsprekendheid. Ondertussen vaarwel en beveel me aan bij de beroemde onderhandelaarGa naar voetnoot1. van de doorluchtige koning van Engeland. In haast, vanuit Mechelen, 9 november |
|