De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 4. Brieven 446-593

467 Van Thomas More
[Londen, 20 september 1516]

More aan Erasmus, hartelijk gegroet

Ik heb je brief^1. vanuit Calais ontvangen en ik begrijp er uit - en dat verheugt me - dat je een voorspoedige overtocht had. De proost van Cassel^2. vertelde mij dat jij voor zijn vertrek veilig in Brussel was aangekomen; hij is nu hier en maakt deel uit van een diplomatieke missie. Maruffo kwam onlangs bij me klagen dat hij door een of andere fout koersverlies had geleden bij het uitbetalen van jouw geld. Verder heb ik je onlangs een andere wissel van hem gestuurd voor twintig ponden van onze aartsbisschop.^3. Ik hoop dat jij bij het inwisselen daarvan even gelukkig bent, als je het maar vlug doet voordat hij zijn mensen tegeninstructies geeft, want dat lijkt hij zeker te zullen doen. De brenger van deze brief zal Gillis de twintig pond uitbetalen die je bij mij hebt gedeponeerd, dat wil zeggen dertig ponden van jullie tegen twintig ponden van ons.

Onlangs heb ik met Urswick over jouw paard gesproken. Hij zegt dat hij er binnenkort voor zal zorgen, maar dat hij er nog geen had gevonden die hij geschikt vond om je te sturen. Ik heb je al enige tijd geleden mijn Nergensland gestuurd dat ik dolgraag op korte termijn gepubliceerd wil zien met gloedvolle aanprijzingen, zo mogelijk niet alleen van literaire kopstukken, maar ook van mensen die bekend zijn om hun aandeel in het landsbestuur, vooral vanwege een man (ik meen dat jij weet wie ik bedoel, ook al verzwijg ik zijn naam)^4. die om een of andere reden - jij moet maar raden welke dat is - het jammer vindt dat het wordt uitgegeven voordat negen jaren zijn ver-

1. Deze brief is niet bewaard gebleven.

2. Joris van Themseke.

3. William Warham.

4. Misschien John Colet

[p. 73]

streken.^5. Jij moet het maar regelen zoals je het het beste voor mij acht. Verder wil ik graag weten of je het al aan Tunstall hebt laten zien of - wat je ongetwijfeld gedaan hebt - het hem althans hebt beschreven wat ik liever zou willen. Op die manier zal hij er namelijk dubbel plezier aan beleven: omdat jij hem het boek beschrijft zal het eleganter lijken dan ik het heb opgeschreven en omdat je hem de moeite van het lezen bespaart. Vaarwel.

5. Horatius, Ars poetica, 388.