De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 4. Brieven 446-593
(2006)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd461 Van Thomas More
| |
[pagina 66]
| |
Mijn JohnGa naar voetnoot5. zal het geld dat je bij mij hebt gestald, op Sint-MichaelsdagGa naar voetnoot6. aan Gillis geven, want vóór dat feest zal hij niet naar Antwerpen gaan. Als je te zijner tijd mijn epigrammenGa naar voetnoot7. uitgeeft, denk er dan nog eens over na of je die tegen Brie niet moet weglaten, want er zitten nogal wat bittere opmerkingen in. Alhoewel, men kan zien dat ik door hem was geprovoceerd met zijn smaad tegen mijn vaderland. Maar toch, zoals ik al zei, denk er nog eens over na en eigenlijk over alles waarvan je denkt dat het aanstoot kan geven. En als er verder nog onnozele bij zijn, doe daar dan mee wat je het beste voor me lijkt. QuintilianusGa naar voetnoot8. zei van Seneca dat men zou willen dat de man schreef met zijn eigen hersens, maar met andermans smaak; ik ben zo'n schrijver die niet alleen met andermans smaak, maar ook met andermans hersens moet schrijven. Vaarwel en doe Tunstall en Busleiden mijn hartelijke groeten. In haast, Londen, 3 september |
|