453 Van Andrea Ammonio
Westminster, [ca. 19 augustus 1516]
Andrea Ammonio aan Erasmus van Rotterdam, gegroet
Je leek me zo'n haast te hebben de zee over te steken dat ik het niet waagde je te vragen nog twee dagen bij me te blijven. Maar ik zie dat je af en toe iets moet wagen, ook al zijn we niet allemaal een Rochester en ook al zijn er heel weinig mensen zoals hij die het gezelschap van Erasmus waard zijn. Je belofte zal je ongetwijfeld geen onheil brengen. Wie kan het verbazen dat de jacht jou slecht bekomen is, want je bent niet bepaald gewend aan al dat gespring. Je zult wel zeggen dat je dat in winst zou omzetten. Het is me wel een nieuw soort gedaanteverwisseling: die van boeken in paarden. Maar nu ik zie dat je een paard nodig hebt, geef ik je er een, een mooi wit paard - je weet hoeveel die ooit waard waren -, afkomstig uit het verste deel van Ierland. Aanvaard het zoals het is, het zal je nooit in rekening gebracht worden.
Ik heb de brief die je bij More had achtergelaten, ontvangen. Ik denk dat de eerste brief aan LeoGa naar voetnoot1. volstaat. Wat jouw zaak betreft, alles gaat zoals wij het hadden afgesproken. Ik ben het helemaal eens met je verhaal; en over wie ervoor zorgt, zou ik me geen enkele zorg maken: ik zal er over waken alsof mijn eigen hoofd op het spel staat. Maar je moet niet verwachten dat het allemaal snel zal gaan. De wegen zijn vol gevaren voor de koeriers en de soldaten