416 Aan Christopher Urswick
Sint-Omaars, 5 juni [1516]
Erasmus aan zijn vriend Urswick, gegroet
Uw paard heeft mij veel geluk gebracht; het bracht me namelijk al tweemaal behouden naar Bazel en weer terug, ook al was de tocht buitengewoon riskant en nog lang bovendien. Het is nu even wijs als Homerus' Odysseus, ‘die de steden van vele mensen bezocht en hun aard leerde kennen’,Ga naar voetnoot1. zoveel universiteiten bezocht hij. In de tien maanden dat ik mezelf in Bazel afbeulde, had het dier niets te doen en werd het zo dik dat het nauwelijks meer kon lopen. Verbazingwekkend hoe aanlokkelijk, in elk opzicht, het gebied van de Boven-Rijn me voorkwam en hoezeer het Erasmus koestert. Ik twijfel er niet aan of u hebt het Nieuwe Testament gezien. Hieronymus zal binnenkort als geheel uitkomen, samen met het boekje over de opvoeding van een christelijke vorst. Ik heb vier delen van Hieronymus aan de aartsbisschop van Canterbury gestuurd met brenger dezes, Pieter Eenoog, uw beschermeling, die zo druk was met boeken kopiëren toen ik hem ontmoette, dat hij er bijna onder bezweek. Ik denk dat 's mans einde nadert, zo is hij zichzelf ongelijk geworden. Hij is bijna geheelonthouder geworden en verafschuwt de wijn, en daardoor ziet hij er ongewoon bleek uit. Ik zal uw weldaden altijd in mijn herinnering bewaren, in welke uithoek van de wereldGa naar voetnoot2. ik me ook zal bevinden. Vaarwel.
Sint-Omaars, 5 juni 1516