De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 3. Brieven 298-445
(2006)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd414 Aan Andrea Ammonio
| |
[pagina 244]
| |
gereageerd is, of als er iets anders is wat ik behoor te weten, schrijf me het dan alsjeblieft via deze Peter Eenoog, die ik daarvoor op eigen kosten naar Engeland heb gestuurd en die meteen daarna naar mij zal terugkeren. Een plotselinge koortsaanval verhindert mij de oversteek te maken; bovendien heb ik reden om binnen enkele dagen Karel een beleefdheid te bewijzen.Ga naar voetnoot3. Het gebied van de Boven-Rijn kwam me in elk opzicht zo aanlokkelijk voor, dat ik het erg jammer vind het zo laat te hebben leren kennen. De bisschop van Bazel, een overigens zeer sober man, naar men zegt, onthield mij geen enkele eer; hij bood me geld aan, een goede positie en dwong me een paard als geschenk aan te nemen, dat ik meteen na het verlaten van de stad weer voor vijftig goudstukken had kunnen verkopen. Maar laat ik wachten met voor Thraso te spelen tot ik je weer een keer zie. Vaarwel en schrijf me althans hoe het met je gaat. Sint-Omaars, 5 juni [1513] |
|