De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 3. Brieven 298-445
(2006)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd357 Van Ulrich Zasius
| |
[pagina 156]
| |
met mijn hele ziel zal ontvangen en ervoor zal zorgen dat de reiskosten je er niet van weerhouden. Mijn vriend PhilippGa naar voetnoot2. had mij te verstaan gegeven dat hij niet zou vertrekken zonder een brief van mij, maar hij is toch weggegaan, daartoe gebracht, denk ik, omdat een of andere gelegenheid of noodzaak zich voordeed. Hij is tamelijk zwak van gezondheid - wat ik heel erg vervelend vind - maar overigens een goed en vriendelijk man. Ik heb nu deze brief meegegeven aan de toonder, mijn schoonzoon. Vaarwel, sieraad van de letteren en vorst der geletterden. Van Freiburg, 21 september Wil je Beatus Rhenanus, zo zeldzaam integer en geleerd, wat je maar kunt bedenken aan moois, vriendschappelijks en eervols zeggen bij wijze van groet. Ik wens uit het diepst van mijn hart dat hij de reis - als je eraan begint - met jou zal delen, evenals de eer die zal afstralen op mijn familie. |
|