278 Aan John Colet
[?Landbeach bij] Cambridge, 31 oktober [1513]
Erasmus van Rotterdam aan zijn vriend Colet, gegroet
Ik kan je niet zeggen hoezeer ik je feliciteer met de rust die je hebt teruggevonden.Ga naar voetnoot1. Ik vraag me af wat de suffragaanbisschopGa naar voetnoot2. wil, want hij was op de hoogte van de opgelegde heffingen toen hij de last van mijn jaargeld aanvaardde, maar in die tijd heeft hij met geen woord gerept over de verdeling van die tien procent.
Ik merk dat je het me enigszins kwalijk neemt dat ik, zonder je op te zoeken, Londen weer heb verlaten en dat je mijn ongedurigheid afkeurt. Ik ontken mijn tekortkoming niet, maar het zat toen helemaal niet zo als jij vermoedt. In de eerste plaats had ik niets met je te bespreken en jouw WilliamGa naar voetnoot3. waarschuwde me ronduit dat je het erg druk had met het schrijven van brieven, zodat ik je niet moest storen. Daarvoor was ik trouwens ook niet gekomen, maar alleen om de brieven die je voor me had bestemd, van William in ontvangst te nemen. Uit vrees voor de pest haastte ik me ook uit Londen weg te komen, zodat ik zelfs mijn eigen kamer niet meer heb betrokken. Toen ik er terugkwam om de boeken te halen, heb ik, helemaal alleen, al mijn boeken en andere spullen bij elkaar geraapt. Daarna - het was toen al vrij laat - ben ik snel vertrokken en ik heb niet meer in mijn kamer geslapen. Ik heb aan JoostGa naar voetnoot4. opdracht gegeven om mijn bagage te vervoeren. Zodoende ben ik je niet komen opzoeken.
Ik heb je brief van 7 oktober op 31 oktober ontvangen en ik had je over dezelfde onderwerpen nog een keer geschreven. Als mijn MattheusGa naar voetnoot5. niet bij jou is, is hij bij de bisschop van Rochester, wat ik al vermoedde. Maar omdat ik het hem apart had meegegeven, heeft hij het niet bij de rest gedaan. Als het verloren is gegaan, zal ik dat mezelf te verwijten hebben en als straf voor mijn dienstvaardigheid zal ik met weerzin het werk opnieuw doen.
Nu iedereen Cambridge in alle richtingen ontvlucht, ben ik zelf ook naar het platteland gegaan, maar het gebrek aan wijn dwingt me misschien weer naar Cambridge terug te keren.