De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 2. Brieven 142-297
(2004)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 220]
| |
273 Aan Andrea Ammonio
| |
Erasmus van Rotterdam aan zijn vriend Ammonio, gegroetIk denk dat de brief die ik je al had geschreven, nu wel is aangekomen. Maar ik ben je erg dankbaar dat je in je brief aan JanGa naar voetnoot1. je vriend Erasmus hebt vermeld en nog wel zo liefdevol. Het boekje Voorschriften voor het behouden van een goede gezondheid,Ga naar voetnoot2. dat ik vroeger heb opgedragen aan de rijksarchivaris,Ga naar voetnoot3. is onlangs in Londen zeer fraai gedrukt. Je vriend Jan heeft beloofd je een of twee exemplaren te sturen. Als de man aan wie ik het boek heb opgedragen, in het kamp is, en de gelegenheid zich voordoet, verzoek ik je mijn groeten aan hem over te brengen en hem het boekje te tonen. Want ik heb het zo verbeterd dat hij nauwelijks zal geloven dat het hetzelfde werk is. In Londen woedt de pest even erg als bij jullie de oorlog. En zo blijf ik maar in Cambridge, terwijl ik iedere dag weer uitzie naar een gunstig moment om uit te vliegen, maar die gelegenheid komt niet. Bovendien houden de dertig nobels die ik tegen Sint-Michiel verwacht, me hier vast.Ga naar voetnoot4. Sixtinus is al naar Brabant vertrokken. Ik ben zo opgewonden bij de gedachte het werk van Hieronymus te corrigeren en met noten te verhelderen dat ik wel door een godheid lijk te worden geïnspireerd. Ik heb de correctie trouwens al bijna voltooid door veel oude manuscripten met elkaar te vergelijken. En ik doe dat ten koste van ongelooflijk veel eigen geld. Ik moest erg lachen om de schilderachtige beschrijving van het kampleven in je brieven aan je vriend Jan: het gehinnik, het geschreeuw, het gedraaf van de paarden, het geschal van de trompetten, het gedonder van het geschut, de bliksemschichten van de kanonnen, het gekots van de zieken, het gekreun van de stervenden; je bracht het allemaal tot leven. Wat zul jij geluk- | |
[pagina 221]
| |
kig zijn als je ongedeerd bij ons terugkeert, wat de grote God moge geven! Wat voor boeiende verhalen zul je ons de rest van je leven kunnen opdissen na die ellendige ervaringen! Maar bij de muzen en de gratiën vraag ik je met aandrang, mijn dierbare Ammonio, de waarschuwing die ik je in mijn laatste brief heb gegeven, niet te vergeten en veilig te vechten. Met je pen mag je zo onstuimig zijn als je wilt, en honderdduizend vijanden op één dag neersabelen. Ik verheug me zozeer op het succes voor de onzen, dat ik het noch mondeling, noch schriftelijk kan verwoorden. Als je Sint-Omaars bezoekt en als de gelegenheid zich voordoet, groet dan de abtGa naar voetnoot5. van Saint-Bertin, mijn bijzondere beschermer. Verder het hoofd van zijn huishouding, Anton van Luxemburg, kanunnik van Sint-Omaars en de dokter van de abt en de stad, de heer Gijsbert, twee van mijn beste vrienden; verder de dekenGa naar voetnoot6. van genoemde kerk, een man met een voorbeeldig karakter en een liefhebber van de letteren. Als het je lukt hem te spreken te krijgen, verzoek ik je hem te vragen hoe het met Maurits,Ga naar voetnoot7. mijn vroegere bediende, is afgelopen. Ik zou graag wat voor hem willen doen, als dat mogelijk is. Ik durf je niet te vragen me af en toe te schrijven, want je wordt al genoeg door rampspoed gekweld, en tegelijkertijd, naar ik vermoed, door vele beslommeringen. Maar toch, als je het zonder al te veel moeite kunt doen, zou ik dat buitengewoon prettig vinden. Ik weet dat niemand, en zeker ik niet, je hoeft te vragen om de zaak van je dierbare Jan te begunstigen en hem te helpen zo succesvol mogelijk te zijn. Ik weet hoezeer je hem waardeert. Hij is je zeldzaam toegewijd en Ammonio pleegt zich niet gauw te laten overtreffen in genegenheid. Zijn hoop in deze aangelegenheid is voornamelijk op jou gevestigd. Ik vraag je met de meeste nadruk mijn groeten over te brengen aan Battista;Ga naar voetnoot8. van hem verwacht ik een brief in het Grieks of helemaal niets! Ik bid dat een genadige god een gunstiger briesje zendt, want ‘deze wind maakt ons zowel het afwachten als het varen onmogelijk’.Ga naar voetnoot9. Vaarwel. |
|