De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 2. Brieven 142-297
(2004)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 218]
| |
272 Aan Hendrik VIII
| |
Aan de onoverwinnelijke koning van Engeland, Hendrik VIII, van Erasmus van Rotterdam, gegroetVoor het dagelijkse leven is niets aangenamer en voor het vervullen van grote taken niets noodzakelijker dan een oprechte vriend die vrijuit durft te spreken; het is echter iets wat de mens maar zeer zelden ten deel valt, zoals de meest voortreffelijke dingen nu eenmaal bij hoge uitzondering voorkomen. Maar, zoals Hiero in het werk van XenophonGa naar voetnoot1. zo knap uiteenzette, niemand heeft meer behoefte aan dat bestanddeel van het geluk dan vorsten, hoe gelukkig die verder ook mogen zijn, want zij hebben meer dan wie ook vele en loyale vrienden nodig. Hij die alleen over het welzijn van duizenden mensen waakt, moet een scherp gezichtsvermogen hebben. Daarom moet hij over veel ogen beschikken, dat wil zeggen over vele verstandige en trouwe vrienden. Darius,Ga naar voetnoot2. de koning der Perzen, zag dat heel goed en toen men hem eens een opmerkelijk grote granaatappel aanbood, sprak hij slechts de wens uit dat er evenveel Zopyrussen waren als er pitten zaten in die appel. Die Zopyrus was een bijzonder fatsoenlijk man en een vriend van de koning, en deze merkte daarom zeer terecht op dat hij hem zó hoogachtte dat hij liever één Zopyrus wilde die ongedeerd bleef, dan de gevangenneming van honderd Babyloniërs, daarmee duidelijk te kennen gevend dat een vriend een kostbaarder bezit is dan | |
[pagina 219]
| |
welke schat ook. Diens zoon Xerxes vond, toen hij Griekenland ging binnenvallen, onder de horde die zoveel duizenden mannen telde dat niemand dat tot nu toe durfde geloven, slechts één man, Damaratus, die hem vrijuit en vriendschappelijk raad gaf; maar Xerxes begreep pas hoe toegewijd deze man hem was door de afloop van de gebeurtenissen. Koning Croesus van de Lidiërs overkwam hetzelfde met Solon. Van Alexander de Grote leest men dat hij, onder de grote schare van zijn tafelgenoten, alleen Callisthenes had, een leerling van Aristoteles, die echter meer oprecht dan bevriend was. Dion, samen met Plato, was de enige die Dionysius van Syracuse bijstond en voor Nero was het Seneca; als Nero naar diens raadgevingen had geluisterd, had hij zijn rijk langer behouden en had men hem kunnen scharen onder de goede vorsten. Misschien was het karakter en instelling van deze koningen zó, dat ze geen oprechte vrienden konden verdragen. Hoe toegankelijk uw volkomen vorstelijke aard ook is - en men kan zich geen toegankelijker aard voorstellen - toch maakt diezelfde luisterrijke positie die een grote schare vrienden aantrekt, het moeilijk om de ware vriend te kunnen onderscheiden van een valse. Want het gezegde luidt niet voor niets dat ‘voorspoed vrienden maakt, tegenspoed ze toetst’.Ga naar voetnoot3. Zo waardevol als het bezit van een oprechte vriend is, zo verderfelijk is iemand die zich opdringt onder het mom van vriendschap. Met een toetssteen onderzoeken we zorgvuldig of goud zuiver is of niet, en gaan we na of er in edelstenen smetten zitten waarmee we de echte kunnen onderscheiden van de valse; is het dan niet vreselijk dwaas om niet eenzelfde zorgvuldigheid te betrachten bij een zaak van zoveel groter belang, namelijk de vleier van de vriend te onderscheiden, dat wil zeggen het meest verderfelijke van het meest heilzame? Maar het is niet nodig om proefondervindelijk met grote schade voor jezelf, zoals men het gif leert kennen door ervan te proeven, een vriend te zoeken; Plutarchus, buiten kijf de geleerdste van alle Griekse schrijvers, gaf ons een prachtige methode om gemakkelijk de ware en oprechte vriend te kunnen onderscheiden van de bedrieger en de vleier. Aangezien trouw niet voldoende is bij het raden van zijn vrienden net zo min als bij het toedienen van geneesmiddelen, moet men wijsheid betrachten, zodat we de vriendschap niet ondermijnen doordat we de dwalingen van een vriend op onhandige manier proberen te verhelpen. Daarom heeft Plutarchus de kroon op zijn werk gezet door aan te geven hoe lankmoedig de kritiek op een vriend moet zijn, als er kritiek geleverd moet worden. We hebben derhalve dit vruchtbare werk ter ere van Uwe Majesteit in het Latijn vertaald, om u nu dezelfde liefde en trouw die ik u ooit betuigde toen u nog een veelbelovend kind was,Ga naar voetnoot4. te betuigen nu u de meest illustere van alle koningen bent. Vaarwel. |
|