264 Aan Pieter Gillis
Londen, herfst 1512
Erasmus aan Pieter Gillis, gegroet
Je brief, mijn dierbare Pieter, is het heerlijkste wat mij ooit is overkomen. Als mijn antwoord daarop kort is zul je me dat gemakkelijk vergeven als je eens wist onder wat voor een berg werk ik bijna bezwijk. Zodra ik tijd krijg, zal ik mijn Gillis niet met brieven maar met hele boekdelen bestoken. Wil je ervoor zorgen dat dit pakket zo snel mogelijk in handen komt van Joost Bade? Ik heb de Adagia afgemaakt en zo verrijktGa naar voetnoot1. dat het een heel ander werk is geworden, en ook veel beter, naar ik meen, hoewel het toch niet slecht was. Daarom hoeft hij niet bang te zijn voor de heruitgaven van anderen. Hij was met de boekhandelaar FranzGa naar voetnoot2. overeengekomen dat ik deze een manuscript zou meegeven, maar de man is vertrokken zonder afscheid van mij te nemen. Ik aanvaard graag de prijs die hij mij in zijn brief heeft voorgesteld, want ik ben niet op winst uit. Laat hij alles zo voorbereiden dat wat van zijn pers rolt, niet gemakkelijk is te evenaren door zijn concurrenten. Ik zal de correctie van het Nieuwe Testament voltooien, en ook de brieven van Hieronymus afmaken en als mij de tijd gegeven wordt, zal ik ook Seneca verbeteren. Het kan zijn dat ik je kom opzoeken met Pasen. Als dat niet mogelijk is, zal ik je eerst de Adagia sturen, zodra ik een betrouwbaar iemand heb gevonden om ze aan mee te geven. Ik ben enigszins bezorgd of Bade voldoende Griekse letters heeft voor dit werk, dat half in het Grieks is geschreven. Laat hij daarom alles met de grootst mogelijke zorg voorbereiden en zich ook zelf enigermate in het Grieks bekwamen; dat zal hem ook van pas komen bij het uitgeven van andere boeken. Laat hij geen geld of boeken sturen voordat ik heb geschreven wat ik wil. Ik zie de dialogen van Lucianus, die ik hem heb gestuurd, nog niet verschijnen; wel zie ik dat sommige exemplaren in Leuven
gedrukt worden; ik zou daar wat meer over willen weten.Ga naar voetnoot3. Ik heb een paar boeken van Plutarchus vertaaldGa naar voetnoot4. die ik er, met de verbeteringen, bij zal voegen. Ik heb de laatste brief van Bade ontvangen via een Engelsman, waarin hij schrijft