231 Aan John Colet
Cambridge, 5 oktober 1511
Erasmus van Rotterdam aan zijn vriend Colet, gegroet
Ik begin nu een beetje hoogte te krijgen van dat slag mensen waarover je me sprak; meer hierover als wij elkaar zien. Toen ik laatst in LondenGa naar voetnoot1. was, kwam ik niet bij je langs om je niet lastig vallen, aangezien ik na de lunch onmiddellijk te paard moest stijgen. Pieter Eenoog,Ga naar voetnoot2. die ik toevallig tegenkwam, zei me dat je een antwoord op mijn laatste briefGa naar voetnoot3. had gestuurd, maar ik heb het nog niet ontvangen. Als de pest mij niet zou afschrikken, zou ik je tegen december willen opzoeken, vooral als Mountjoy terug zou komen,Ga naar voetnoot4. zodat ik