De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 2. Brieven 142-297
(2004)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermdPiso aan Erasmus van Rotterdam, gegroetHet lijkt misschien, zeer geleerde Erasmus, dat mijn vriendschap wat bekoeld is, omdat ik onbetamelijk laat je brief van lang geleden beantwoord. Dat is ver bezijden de waarheid en ik bezweer je dat er geen ogenblik voorbijgaat zonder dat ik aan je denk. Jij hebt een zo diepe plaats in mijn hart ingenomen, dat noch de tijd, noch gekuip van je vijanden je ooit daaruit kunnen verdrijven. Echt, ik zweer het je, ik had nooit, met wie dan ook, een prettiger omgang dan met jou. En dan zwijg ik nog van de vruchten die ik ervan plukte, met immens profijt. Ik zal eeuwig bij je in het krijt staan, omdat jij, door je geleerde en humane conversatie, me weer tot de letteren, waarvan ik me te lang afzijdig hield, terugriep als naar mijn vaderland. Kon ik maar de rest van mijn leven met jou slijten; dan zou ik langer en misschien gelukkiger leven. Aangezien dat niet mogelijk is, moeten we toch minstens onze kleine genoegens putten uit onze wederzijdse brieven. Ik wil je daartoe niet al te nadrukkelijk aansporen, want anders ga je misschien denken dat ik twijfel aan je vriendschap voor mij. Ik wil ook niet dat je me daartoe uitnodigt, want ik ben al uit mezelf bereid liever alles te verwaarlozen dan jou geen brieven te schrijven. Je zult me deze traagheid graag vergeven, hoop ik, want ik heb het zo razend druk gehad dat ik verschillende dagen niet mezelf kon zijn. Jean Louis de Moscheron en Thomas,Ga naar voetnoot1. met wie ik hier omga zodra ik maar even vrij ben, kunnen dat bevestigen. Na je vertrek heb ik nog maar sporadisch contact gehad met Christopher.Ga naar voetnoot2. Je weet hoe eerlijk ik ben; in vrienden stel | |
[pagina 139]
| |
ik niets boven oprechtheid en er is niets waar ik meer waarde aan hecht. Jij weet beter dan ik wat zijn gevoelens voor jou zijn, maar ik denk dat ze oprecht en standvastig zijn. Wat mij betreft, ik zou je ervan willen overtuigen dat ik voor niemand onderdoe in mijn genegenheid voor jou en ik zou dat daadwerkelijk willen bewijzen, als ik daartoe de kans kreeg. Wat er ook gebeurt, deze ge-zindheid zal nooit verdwijnen of veranderen en ik zal overal met jou zijn en je helemaal toegewijd. Maak dus altijd en vrijelijk gebruik van je Piso. Ik zal je verwachtingen niet teleurstellen. Het aanbod dat je vanuit Engeland is gedaan, vind ik geweldig. Ik ben niet slim genoeg om jou raad te kunnen geven (een varken geeft geen raad aan MinervaGa naar voetnoot3.); denk goed na bij jezelf maar verlies je hoofd niet. Het is heerlijk rijk te zijn, nog heerlijker vrij te zijn. Als de Fortuin je beide aanbiedt, neem het dan met beide handen aan. Jij, met al je opmerkelijke eigenschappen, kunt overal aanspraak op maken; ook de Griekse en Latijnse letteren, waarin je zo uitblinkt dat het jaloezie opwekt, en die zoveel aan jou te danken hebben, verdienen het en ze zullen niet langer dulden dat hun beschermer onbekend blijft. Wat anderen zeggen moeten zij zelf weten; ik beken oprecht dat jouw werken me uit mijn gedommel hebben gewekt. Vaarwel, zeer geleerde en allervriendelijkste Erasmus. Met mij gaat het goed. Rome, 30 juni 1509 Ik verwacht dat je een grafschrift maakt op die wijndrinkende tafelschuimer.Ga naar voetnoot4. Stel me daarin alsjeblieft niet teleur. En probeer van je andere geleerde vrienden ook wat los te krijgen over hetzelfde onderwerp en stuur het dan aan mij. |
|