190 Aan Jacob Mauritsz
Londen, 2 april [1506]
Erasmus van Rotterdam aan meester Jacob Mauritsz, de zeergeleerde kandidaat in beide rechten
Als het goed met je gaat, mijn allerbeste vriend, dan is dat voor mij een reden tot grote vreugde. Met mij gaat het goed en ik denk altijd aan jou, zolang de geest mijn ledematen bezielt.Ga naar voetnoot1. Ik hoop je deze zomer te kunnen bezoeken. Dan zal ik je alles vertellen en ook alle geheimen van de onderwereld verklappen. Want in het rijk van Pluto hoor je goed na te denken over je terugkeer en alles behoedzaam te plannen.Ga naar voetnoot2.
Ik betreur het oprecht dat onze vorst in deze streken verzeild is geraakt en wel om vele redenen. Hij is nog steeds voor anker en dat is een grote schadepost voor me. Op bevel van de Engelse koning werd mijn mecenasGa naar voetnoot3. gedwongen hem terzijde te staan en wel op eigen kosten. Ondertussen verdwijnt mijn kleine kapitaaltje. Ik heb een wat langere brief geschreven aan onze vriend Willem. Groet heer Reinier,Ga naar voetnoot4. de arts, de andere trots van de Hollandse letteren, en meester Hendrik, die charmante man, en mijn andere vrienden. Ik smeek geluk en voorspoed af voor je lieve echtgenote en je aardige kinderen.