De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 2. Brieven 142-297
(2004)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 100]
| |
187 Aan Richard Foxe
| |
Erasmus van Rotterdam spreekt een hartelijke groet uit aan de eerwaarde vader, heer Richard, bisschop van WinchesterUit vroegere eeuwen is het gebruik tot ons gekomen, eerwaarde vader, om op de calendes van januari, de eerste dag van het beginnende jaar, cadeautjes te sturen. Men dacht dat dergelijke presentjes geluk brachten zowel aan de mensen voor wie ze bestemd waren als aan de gevers die een tegengeschenk ontvingen. Toen ik dus om me heen keek wat voor een geschenkje ik zou kunnen sturen aan mijn grote beschermer en machtige vriend en ik in mijn huishouden niets vond dan wat vellen papier, zag ik me gedwongen een papieren nieuwjaarsgeschenk te sturen. Trouwens, wat zou een man van studie beter kunnen sturen aan een prelaat die weliswaar weelderig overladen is met alle geschenken van het fortuin, maar de deugd en haar metgezellen, de schone letteren, eindeloos veel hoger plaatst; die de geschenken van de fortuin haast met verachting en ik zou bijna zeggen, met tegenzin aanvaardt, maar daarentegen begeert zich meer en meer te verrijken met geestelijke goederen, hoe welvoorzien hij daarvan ook is? Ik zal, bij gebrek aan beter, naar het voorbeeld van ParmenoGa naar voetnoot1. van Terentius dit geschenkje daardoor aanbevelen dat het, niet van Ethiopië, maar van de Griekse stad Samosata afkomstig is. Het is een dialoog van Lucianus, met de titel Toxaris of Over de vriendschap, die ik de afgelopen dagen in het Latijn vertaald heb. Ik hoop dat het Uwe Excellentie enigermate zal bevallen, al was het maar omdat het een lofzang is op de vriendschap, een zo heilige zaak dat ze ook vroeger al, bij de barbaarse volkeren, in ere werd gehouden. Tegenwoordig is ze zelfs bij de christenen zo in verval geraakt dat er niet alleen geen sporen meer van over zijn, maar dat zelfs het woord onbekend is. En | |
[pagina 101]
| |
toch is het christendom niets anders dan een waarachtige en volmaakte vriendschap, niets anders dan sterven met Christus, dan leven in Christus, dan één lichaam, ja één geest zijn met Christus; niets anders dan een gemeenschap van mensen die met elkaar verbonden zijn zoals de ledematen van het lichaam. De dialoog zal niet minder vermakelijk dan profijtelijk zijn, als men erop let hoe goed de personages zijn gekarakteriseerd. Want hoe Grieks is niet de redeneertrant van de Griek Menippos! Aangenaam, geestig, vrolijk. En hoe door en door Scythisch is daarentegen de manier van spreken van Toxaris, de Scyth! Direct, onopgesmukt, rauw, minutieus, serieus, krachtig. Ik heb mijn best gedaan om zoveel mogelijk het verschil in de manier van spreken en de tegenstelling in stijl die Lucianus zo ingenieus heeft uitgedacht, weer te geven. Aanvaard, zeereerwaarde bisschop, dit bescheiden geschenkje van uw eenvoudige beschermeling onder gelukkige voortekenen. Ga door, zoals u al zo lang doet, van Erasmus te houden, hem te eren en te helpen. Vaarwel, Londen, 1 januari 1506 |
|