De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 2. Brieven 142-297
(2004)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd184 Aan Pieter Gillis
| |
Erasmus aan Pieter Gillis, gegroetIk stond op het punt je te schrijven, mijn beste Pieter, want dat had ik me voorgenomen, maar er kwam allerlei tussen dat dit voornemen verijdelde. De tekst van Valla en je andere papieren zijn in veiligheid en je zou ze al hebben teruggehad als ik het niet blij was geweest met je voorste plan. Want als je met Pasen hierheen komt, zoals je schrijft, dan heeft het geen zin je boeken op te vragen; en als je niet komt, zal ik ze te gelegener tijd sturen. Er is geen enkel gevaar dat er iets verloren gaat, vooral niet als ik erover waak. Toen ik laatst in Antwerpen was, wilde je vaderGa naar voetnoot1. me bezoeken en iets belangrijks en serieus meedelen, maar ik moest vertrekken. Ik vermoedde dat hij jou aan mijn zorg wilde toevertrouwen. Ik zal dat niet aanraden, want ik wil niet de verdenking op me laden dat ik op geld uit ben, maar ook niet afra- | |
[pagina 98]
| |
den, want ik wil niets liever dan jou van dienst zijn. Ik ben me heel goed bewust wat ik voor je kan betekenen als je een paar maanden bij mij blijft. Wat jammer dat je vader daar niet aan gedacht heeft voordat ik vertrok! Vaarwel en verzamel, overal waar je maar kunt, de werken van Rudolf Agricola en breng ze mee. De heer Johan uit GorinchemGa naar voetnoot2. vroeg mij jou zijn hartelijke groeten over te brengen. Parijs, 1503 |