De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 2. Brieven 142-297
(2004)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 73]
| |
Erasmus van Rotterdam aan meester Jacob Mauritsz, de zeergeleerde licentiaat in beide rechten, gegroetHoewel ik al lang volkomen uitgeput ben van het vele schrijven - want wat is vermoeiender dan schrijven, vooral wanneer het moet worden uitgegeven? - en ik het op het ogenblik vreselijk druk heb - drukker kan niet - met het voltooien van de Lofrede,Ga naar voetnoot1. en hoewel het werk dat je me hebt bezorgd, niet alleen erg vervelend is, maar volslagen nutteloos - want wat is vervelender dan de boosheid van iemand anders te moeten verwoorden en wat nuttelozer dan dingen te schrijven waardoor je verleert goed te schrijven? - heb ik toch een zo grote genegenheid voor je dat ik niets vervelend en niets nutteloos vind als het erom gaat mijn beste Jacob in alles ter wille te zijn, niet alleen uit plichtsgevoel, maar zelfs van harte. Vaarwel. Leuven, 28 september |