De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 2. Brieven 142-297
(2004)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd175 Aan Robert de Keysere
| |
[pagina 72]
| |
een plaats kreeg in de Concio de puero Jesu kan worden verklaard uit het feit dat De Keysere de brief van Erasmus had bewaard en, trots daarop, de eerste de beste gelegenheid aangreep om hem te publiceren. Robert de Keysere was schoolmeester in Gent toen de brief werd geschreven. Later werd hij drukker. | |
Erasmus van Rotterdam aan Robert de Keysere, gegroetGa door, beste Robert, in de prachtige en - naar mijn oordeel - de goden meest welgevallige taak de jeugd van Gent het zuivere Latijn te leren dat hen toegang zal verlenen tot de mooiste takken van wetenschap. Laat je door het geklets van afgunstige lieden net zo min storen als een mug een olifant stoort, ja, laten zij je door hun gekef meer en meer aanvuren. Het is goed door je voortreffelijkheid sommige mensen te ergeren. Ik verbaas me nog altijd en ik betreur het dat je ons zo plotseling hebt verlaten. En het bedroefde mijn gastheer,Ga naar voetnoot1. die grote bewondering heeft voor mensen als jij, nog veel meer. Ik heb aan mijn kennissen hier de opstellen van je leerlingen laten lezen, maar ik kon er hooguit een enkeling van overtuigen dat zij door kinderen gemaakt waren. Ik was van plan aan AntonGa naar voetnoot2. te schrijven, maar ik werk dag en nacht aan iets voor de aankomst van de vorst. Binnenkort zal ik je iets sturen wat, zoals jezelf zult erkennen, voldoende zal zijn om je te belonen voor je geschenk. Vaarwel, mijn dierbare Robert, en houd van Erasmus in de mate van zijn genegenheid voor jou, die erg groot is. Leuven |
|