De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 1. Brieven 1-141
(2004)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermdErasmus aan Batt, gegroetIk heb je al twee brieven geschreven, waarvan ik de ene heb meegegeven aan een onbekende en de andere, die zeer uitvoerig was, verloren is gegaan. Daarom vat ik de inhoud nog eens samen in zo weinig mogelijk woorden als ik kan. Ik heb een ongelukkige reis gehad. De reistas, die aan het zadel zat vastgebonden, is ervan af gevallen en ik heb hem, ook na lang zoeken, niet kunnen terugvinden. Er zat een linnen gewaad in, een linnen slaapmuts, tien goudstukken, die ik erin gedaan had om ze bij de eerste gelegenheid om te wisselen, en een gebedenboek. Degene aan wie ik, bij mijn vertrek van hier, geld had toevertrouwd, heeft het bijzonder goed verkwist: een deel heeft hij uitgeleend, een ander deel heeft hij voor zichzelf gehouden. Hendrik,Ga naar voetnoot1. aan wiens vrouw ik wat had geleend, is naar Leuven gevlucht; zijn vrouw is hem gevolgd. De derde, een drukker,Ga naar voetnoot2. heeft, toen ik afwezig was, in mijn naam | |
[pagina 197]
| |
geld aangenomen voor verkocht werk, maar heeft nog geen stuiver afgedragen. GhijsbertGa naar voetnoot3. was al van hier weggegaan. Ik kan mijn goud niet omwisselen tegen een enigszins aanvaardbaar bedrag. Augustijn is nog niet teruggekeerd en bij zijn afwezigheid is het hier een chaos. Hij heeft de geldzendingen onderschept en een dreigbrief geschreven, want hij vreesde dat ik het al had geïncasseerd. Ik zie, Batt, dat ons kapitaal steeds afneemt en dat het minder is dan je geloofde. Ik heb mijn paard, dat ik bijna veertien dagen lang heb vetgemest, verkocht voor vijf goudstukken; het had iets aan zijn hoeven. Ik heb de reis uitgesteld, niet alleen omdat het reisgeld ontbreekt, maar vooral omdat al mijn gesmeek tevergeefs is. Met de graaf leef ik op oude voet en ik deed niet al te moeilijk, zodat ik des te vrijer was; hij is erg op mij gesteld en vereert me. Fausto, ik en nog een andere nieuwe dichterGa naar voetnoot4. gaan heel goed met elkaar om; met DeliusGa naar voetnoot5. is er een bittere strijd. Ik wijd me geheel aan mijn boeken, ik verzamel alles wat her en der verspreid ligt, ik druk nieuwe; ik gun me geen vrije tijd, voorzover mijn gezondheid, die door die harde tochten enigszins is geknakt, het toelaat. Ziehier hoe mijn zaken er voor staan. En nu, in een paar woorden, wat ik verder heb besloten. Ik heb besloten mijn reis naar Italië uit te stellen tot augustus, als ik ondertussen alles bij elkaar kan krijgen wat voor een zo grote reis nodig is. Ook de graaf heeft besloten, als zijn moeder het toestaat, Italië te bezoeken, maar pas over een jaar. Hij heeft er niet over gesproken me mee te nemen. Ik herinner me hoe ik eerder al in mijn grootse verwachtingen ben teleurgesteld, en als ik hier nog een jaar wacht, wanneer zal ik dan mijn Batt weerzien? Het is ongelooflijk hoezeer mijn hart ernaar hunkert weer in jouw gezelschap te verkeren. Daarom lijkt het mij beter zo snel mogelijk te vertrekken. Over het schrijven van brieven wordt gedrukt, het wordt je zeker snel toegestuurd en opgedragen aan je leerling Adolf. Ik zal er nog de Copia, de Uitweidingen, de Bewijsvoeringen, de Schema's aan toevoegen. Omdat het allemaal schoolse onderwerpen zijn, vond ik het prettig ze aan jou en je leerling op te dragen, maar ik wil ze je liever in gedrukte vorm sturen en ik zal er hard aan werken. Ik heb enige geschriften bij elkaar gesprokkeld, die door een onverwacht toeval uit hun schuilplaatsen zijn opgedoken. Ik heb ze verbeterd en zou ze je al gestuurd hebben, als ik een betrouwbare bode had gehad. Stuur daarom zo snel mogelijk Adriaan; hij moet alles van me meenemen; let erop dat hij niets vergeet. De minderbroeder Natalis, theoloog, is bij me geweest en via hem zal ik aan de Vrouwe en de anderen schrijven. De | |
[pagina 198]
| |
Picardiër,Ga naar voetnoot6. een man die mij helemaal niet aanstaat, heeft besloten met PinksterenGa naar voetnoot7. de Vrouwe te bezoeken. Hij is de vleesgeworden theologie, de schurftigheid zelf. Ik vraag je je in te spannen, Batt, om zo snel mogelijk bij elkaar te kunnen zijn in Leuven. Voltooi wat je begonnen bent. Ik schaam me te zeggen hoe mijn armoede aan me vreet. Ik zie dat mijn geld, dat al voor het grootste deel verdwenen is, weer moet worden bijgespijkerd en dat het iedere dag noodzakelijkerwijs minder wordt. Ik kan op niemand echt rekenen, behalve alleen op jou, Batt. Uit ervaring weet ik wat je allemaal gedaan kunt krijgen, als je je daar echt voor in wilt zetten. Je ziet waar ik op uit ben. Ik ben te fijngevoelig om de man van wie ik zoveel weldaden heb ontvangen, met smeekbeden te overladen. Als jij me de helpende hand biedt, zal ik ook mijn uiterste best doen. Zo niet, dan zal ik gaan waarheen het lot me roept. Een aanleiding om je om hulp te vragen is er zeker: ofwel dat ik mijn reis anders om dringende redenen moet uitstellen, ofwel dat het al te veel gevraagd is het boek op mijn kosten te moeten uitgeven. Laat mij weten wat ik van je kan verwachten en wat je inzet is. Vaarwel. |
|