De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 1. Brieven 1-141
(2004)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd54 Aan Christian Northoff
| |
[pagina 127]
| |
door Augustijn, en hij begon met hen te corresponderen. Christian keerde al spoedig terug naar Lübeck om koopman te worden. Heinrich bleef bij Augustijn in Parijs tot februari 1498 (zie brief 70). De brieven die Erasmus aan zijn leerlingen schreef waren waarschijnlijk bedoeld als voorbeelden van Latijnse stijl. Later schreef hij voor hen een boekje getiteld Familiarum colloquiorum formulae (Voorbeelden van beleefde conversatie, Parijs, 1500). | |
Erasmus aan Christian, die, met behulp van Augustijn, een te opgesmukte brief had geschrevenGroeten zoveel je maar wilt. Bij God, ik had niet zoveel elegantie, of liever gezegd welsprekendheid, van je verwacht, want dat je een elegant schrijver zult worden, heb ik wel voorzien. Daarom vooral heeft je brief mij veel genot verschaft en daarom spoor ik je aan verder te gaan op deze weg, dan zul je eens de gelijke zijn van je leermeester. Maar ik vind wel dat je bij een bepaalde stijl moet blijven, om te voorkomen dat je stijl wisselend en inconsistent wordt. Verder moet je bij voorkeur een stijl kiezen, die het beste past bij je aard. Ik wil wel een gissing doen. Het lijkt me dat je dichter bij de stijl van TimonGa naar voetnoot1. staat dan bij die van Cicero, die ik zou prefereren. De Attische stijlGa naar voetnoot2. zou de beste zijn. Van de Aziatische welsprekendheidGa naar voetnoot3. sta je ver af; bij die van Rhodus heb je niets te zoeken. Je stijl doet af en toe denken aan die van de PuniërsGa naar voetnoot4. of liever aan die van de Allobrogen, die verreweg het fraaiste mengsel geeft, omdat die gedeeltelijk Arabisch, gedeeltelijk Spaans is,Ga naar voetnoot5. en ‘de wijn van Calès soms paddenbloed verbergt.’Ga naar voetnoot6. Maar het is nogal dwaas van me om als een varkentje jou te gaan onderwijzen, terwijl je Minerva zelf in huis hebt.Ga naar voetnoot7. Je leraar is echter buitengewoon goedhartig en zal het me niet kwalijk nemen als ik mijn zeis in zijn oogst steek; dat zal ik vaker doen. Deze vorm | |
[pagina 128]
| |
van onderwijs is wel prettig: hij geeft de stof op, jij kiest de woorden. Zo deed CrassusGa naar voetnoot8., een heel goede spreker, het ook dikwijls maar hij putte uit vroegere voorbeelden. Zelf heb ik de kraai van HoratiusGa naar voetnoot9. gezien. Ik wil niet dat jij op hem gaat lijken. Dat zal gebeuren als je in alles je leraar navolgt. Je schrijft dat je van me houdt. Daarmee vertel je niets nieuws. Ik wist dat allang. Wat onze rivaliteit betreft, Christian, daar hoef je je geen zorgen over te maken. Jij bent heel erg goed, als Augustijn de waarheid spreekt, en dat doet hij gewoonlijk. Mijn groeten voor jou en voor je Daedalus.Ga naar voetnoot10. |
|