over verzonken kastelen en klokken
Verhalen over verzonken kastelen en klokken, die op het platteland toch veel voorkomen, zijn in ons gebied eigenlijk maar sporadisch. Het betreft hier meestal slechts losse aanduidingen die nauwelijks tot de vorm van een verhaal te construeren zijn.
Zo vertelde een vrouw in Neer over het in Haelen liggende landgoed ‘De Grote Bedelaar’, alwaar zich een grondeloos diepe poel bevond. Hierin zou in vroeger tijden een mooi kasteel met inwoners en al zijn verzonken. Er zou een rijke doch vrekkige familie hebben gewoond, die niets voor arme mensen over had. Op zekere kerstnacht kwam een haveloze bedelaar aan de deur en vroeg om eten en onderkomen, maar in de koude winternacht joeg men hem als een hond van de deur. Plotseling opende de bodem zich en verslond het kasteel. In de poel zou nog een brandklok verzonken liggen die men in de Kerstnacht kan horen luiden.
Een merkwaardig verhaaltje werd me verteld in Maasbree. Een moerasven, gelegen bij de ‘Aengen-brunk’ in het gehucht ‘het Heeske’, droeg vroeger de naam van ‘Klokkevèn’. Men vertelde dat zich hier vroeger een man, die klokken verkocht maar er slechte zaken mee deed, uit wanhoop zou hebben verdronken, met medenemen van