De kraaien vlogen weg en de scheper was zijn schapen kwijt. Een vrouw uit Helden vertelde dat er vroeger bij een boer een jongen in dienst was die belast was met het hoeden en verzorgen van de koeien. Hij kreeg op een of andere manier een klein toverboekje in handen en bestudeerde dat als hij met de koeien op het grasveld zijn tijd moest doorbrengen. Hij hield dit een tijd geheim, maar hij raakte zo opgetogen over zijn vorderingen in de zwarte kunst dat hij zijn geheim toch kwijt moest. Zo vertelde hij aan anderen dat hij reeds zo ver gevorderd was dat hij levende muizen kon maken. Alleen de staartjes lukten nog niet, maar kwam hij eenmaal zo ver, dan was hij de kunst van het toveren geheel meester.
Een verhaaltje van een man uit Helden-Grashoek.
Een meisje op de lagere school in Helenaveen was door omgang met een vrouw uit de Peel, die als heks bekend stond, al vroeg bedreven in de zwarte kunst. Ze kon levende muizen maken. Dit demonstreerde ze eens op school voor de onderwijzeressen en alle kinderen. Heel de speelplaats kwam vol witte muizen te zitten. Ze hadden echter geen staartjes. Als ze met muizen bezig was klapte ze in haar handen, en telkens kwamen er dan meer. Zo kon ze ook vlinders maken. Haar vader, die daar erg verontrust over was, ging na overleg met de pastoor naar een klooster in Weert, waar de bekende ‘Dikke Pater’ haar door bezwering van de zwarte kunst af hielp.
Als er vroeger in Heijthuijsen iemand was gestorven, was het gebruikelijk dat buurlui tot aan de begrafenis de dodenwacht bij het opgebaard lijk hielden. Zo zaten daar op een keer in de nacht vijf mannen bij hun dode buurman. Eigenlijk moesten ze de rozenkrans bidden, maar dat hiel-