Sine nomine(1930)–Jan Engelman– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] Erich Wichman Een late drinkebroer, maar een vervoerde die de facetten van 't geleende glas, het donker rood dat loom de schaal beroerde in 't licht hield of zijn eigen ziel daar was. Hij had dien gloed lief en de diepe kleuren, de warme adem van den zuidergrond: de oude wijnen liet hij langzaam geuren voor de ontbering van zijn smalle mond. En schold, en schold - het glas viel op den vloer aan scherven - dit land, zijn wanhoop, de versufte burgerij, zich-zelf, zijn zonden, en de schoonheid die wij derven, de dijken en de koeien en de al te vette klei. Soms, als de avond licht werd, bleef hij staren in een verzilverd watergat van Amsterdam, floot Duitsche liedren, dronk aandachtig klare alsof zijn leven eindlijk simpelheid bekwam. En vocht weer voort in geestdrift en ellende en viel in 't harnas - toen wel veel te laf ons glas stond tegen 't glas der sloome bende - op Oudjaarsavond, kort na twaalven, in zijn graf. Vorige Volgende