Het Bittermeer(1969)–Jan Engelman– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 22] Herdenking Dit is hun dag en gij moogt weenen om heel ons menschelijk tekort. Waar is hun schim? Waar zijn zij henen, mijn Frederik, mijn Willibrord? Wij zoeken schimmen van millioenen, hun asch drijft in den leegen nacht. Wie zal zich met den mensch verzoenen? Hij heeft het kwaadste opgebracht. Maar wat ging ons het meest verloren? Een blik, een stem, een stil gebaar, 't gedachtekind dat werd geboren uit spot en lachen met elkaar. Zij waren zwak, zij waren twijfel, voor zelfbehoud te trots, te moe. Er was geen tijd meer voor geweifel, het onheil trok zijn netten toe. En in den nacht zijn zij verdwenen, gejaagd, gestompt als reed'loos vee. Waar is hun schim? Waar zijn zij henen? Vraag hel en hemel. Leef het mee! Dit is hun dag en gij moogt weenen. Aanvaard Uw menschelijk tekort! Geen and're les kunt gij ontleenen aan Frederik, aan Willibrord. (Mr. F.M. Cohen en W. Stokvis: twee van de tallooze Amsterdammers die niet zijn weergekeerd) Vorige Volgende