Hoeveel clubs zijn er bv. niet, die niet de beschikking hebben over een goede linksbuiten en die daar dan maar een speler neerzetten, die er althans wat van terecht brengt? In grote clubs is men in dat opzicht gelukkiger en daar zal men het eerder zien gebeuren, dat langzamerhand alle spelers terecht komen op de plaatsen, waar zij het meest tot hun recht komen op grond van hun lichamelijke en geestelijke eigenschappen.
Dat alle voetballers een gezond lichaam moeten hebben, ligt voor de hand. De Bureaux voor Medische Sportkeuring zijn aanwezig om daarop contrôle uit te oefenen en de bepalingen van de K.N.V.B., volgens welke nieuw toe te treden spelers een bewijs van medische goedkeuring moeten overleggen, staan er borg voor, dat binnen afzienbare tijd elke Nederlandse voetballer zulk een bewijs bezit.
Wij zouden niet graag willen beweren, dat alle voetballers sterke kerels met goed ontwikkelde lichamen moeten zijn, maar een feit is, dat het bezit van een goede, stevige ‘body’ menigeen een belangrijk streepje voor zal kunnen geven. De enige plaatsen feitelijk, waar stevigheid een betrekkelijk bijkomstige factor is, zijn die van rechtsen linksbuiten. Merkwaardig goed is dat te zien als men Engelse elftallen van beroepsspelers aanschouwt. Die bestaan vrijwel altijd uit forse, goed gebouwde kerels van nagenoeg gelijke grootte, doch herhaaldelijk heeft men tot zelfs in de sterkste clubs toe kleinere spelers van licht gewicht op de vleugels zien optreden. In ons land kan men zich niet de weelde veroorloven zich daaraan altijd zo nauwkeurig te houden, maar in elk geval kan deze richtlijn een zeker houvast geven en een feit is, dat al te tengere, lichtgebouwde jongens zelden of nooit tot de hoogste voetbalregionen kunnen doordringen. Dat alle spelers uithoudingsvermogen moeten bezitten, ligt eveneens voor de hand. Toegegeven, dat op de ene plaats meer gelopen zal moeten worden dan op de andere, is het toch een feit, dat het spelen van een voetbalwedstrijd voor alle spelers een behoorlijke inspanning betekent, zodat men er wel op geprepareerd mag zijn, dat men die tot het eind van de wedstrijd onverzwakt zal kunnen openbaren.
En als derde, hoogst gewenste eigenschap noemen wij snelheid. Men kan lang en breed theoretiseren over de vraag voor welke plaats in het elftal snelheid het meest gewenst is. Over het algemeen neemt men aan, dat vooral voor vleugelspelers snelheid buitengewoon nuttig is, maar datzelfde zou dan ook noodzakelijk moeten gelden voor de spelers, die de vleugelspelers moeten dekken, hetzij dus de vleugel-middenspelers, hetzij de achterspelers. De middenvoor is eveneens een speler die zeer veel profijt zal kunnen trekken van grote snelheid, omdat hij in zijn positie nu eenmaal doorgaans dichter bij het doel staat dan welke medespeler ook. Men zou daar weer tegenover kunnen stellen, dat dan ook de bewaker van de middenvoor - en dat