een voetballer heeft natuurlijk niet alleen zijn benen nodig, maar feitelijk zijn gehele lichaam.
Het is dus speciaal de lichaamstechniek, die door dit zeer belangrijke onderdeel van de training - hetwelk men natuurlijk niet alleen in een zaal behoeft te doen, maar dat even goed op het veld kan geschieden - wordt bevorderd en iedereen, die beseft hoeveel er hapert aan de lichaamsbewegingen van de gemiddelde Nederlandse voetballer, die van nature nu eenmaal geen lenig lichaam heeft, zal begrijpen, dat juist in ons land de voetbal-gymnastiek geducht zal moeten worden beoefend. En daar zij juist zeer geschikt ook in de zaal kan geschieden, kan zij plaats hebben als het door welke reden dan ook (duisternis, afwezigheid van kunstlicht, slecht weer, onbespeelbaar veld, vorst of sneeuw, enz.) op het veld niet mogelijk is. Men mist dan wel de gewenste baloefeningen, maar men houdt zijn lichaam in conditie en als de buitentraining en daarmee het spelen op de velden kan worden hervat, heeft men minder achterstand in te halen dan degenen, die niets aan training hebben gedaan.
Bovendien zal men zijn voetbalcapaciteiten op hoger plan kunnen brengen doordat het aanleren van schijnbewegingen veel beter kan geschieden als men zijn lichaam heeft leren beheersen door middel van een juiste voetbal-gymnastiek. En wij leggen daarbij de nadruk op ‘voetbal’, omdat voor elke sport een specifiek stelsel van oefeningen geldt, hetwelk speciaal die sport ten goede komt.
Ter inleiding van een aantal oefenschema's voor voetbal-gymnastiek, uitgegeven door de K.N.V.B., is opgemerkt, dat zulk een schema moet voldoen aan de volgende eisen:
a. het moet alle elementen bevatten, welke voor de lichaamstraining van voetballers in aanmerking komen;
b. het schema moet rekening houden met een physiologisch gewenste opeenvolging van oefengroepen.
Een algemeen schema heeft in onderwijskundig opzicht betekenis, doordat:
a. het een vaste lijn geeft bij het oefenen;
b. het de mogelijkheid opent om voor ieder der te vermelden rubrieken oefenstof te kiezen, welke overeenkomt met de leeftijd der spelers;
c. het de mogelijkheid schept om, met behoud van beoogde waarden, opeenvolgende oefenlessen te variëren en te verzwaren.
Aan bedoelde uitgave van de K.N.V.B. ontlenen wij voorts het volgende.