en nou denken die onopgevoede vlegels mij te kunnen wegspoken, alleen om die smoko patu zuster van ze aan mijn huisje te helpen. Nooit! Ik zoek geen ruzie, maar als men mij met ruzie zoekt, ga ik er niet voor uit de weg.
Vrouw Anna haar besluit is genomen. Oké dan, als ze zo graag spook willen spelen, zal ik ze morgenavond een volle portie spook te vreten geven.
Dan is het zo ver, de spookavond is ingevallen, een donkere avond zonder sterren.
Vrouw Anna heeft alle lichten in en om haar huis uitgemaakt. Het avontuur heeft haar zo te pakken, dat ze gewoon zit te popelen van ongeduld. Ze telt de minuten af, maar het lijkt alsof de tijd kruipt. Toen ze, zoals ze al een paar keer had gedaan, weer eens stiekem op haar horloge had gekeken, was het acht uur geweest. Nu moest het ongeveer negen uur zijn, maar als ze het horloge tegen het binnensijpelende straatlicht houdt, blijken er nauwelijks twintig minuten verstreken te zijn.
Ze zet alvast de bout van de achterdeur klaar. Jou heb ik straks hard nodig, denkt ze gniffelend.
Als het eindelijk tien uur is en ze voor de zoveelste keer heel voorzichtig door de shutters gluurt, ziet ze de drie spoken achter elkaar door een gat in de schutting op haar erf komen.
Ineens lijkt het een gekkenhuis: De spoken springen als dollemannen in het rond en produceren een oorverdovend lawaai: Waaaai, auauauauw, waaaai, oe-oe-oe-oe, waaaai,