wanten vertellen
ons, dat in den Haag het gekwebbel nog in vollen gang is. En je weet iemand die
uit den vreemde komt, is altijd veel vatbaarder voor een epidemische ziekte dan
de inwoners van een land.
Eva verzoekt me je mee te deelen dat zij een brief van Anna wachtende is en niet
snapt waarom dit epistel zoo lang uitblijft. Ik antwoord natuurlijk, dat ook ik
wachtende ben; maar dit baat niet. Eerst een brief dan zal ook zij de pen ter
hand nemen.
Is Bastert goed van de reis teruggekeerd?
Zoodra wij terugzijn hoop ik eens over Bastert en nog wat met je te kunnen
keuvelen. Intusschen sluit ik vele groeten in voor Anna en wensch ook haar geluk
in het nieuwe huis.
Maken de kinderen 't nog al goed?
Tot nader schriftelijk of mondeling.
In afwachting
steeds
tt
Marc. Emants