zeggen. Tot 1875 las ik nooit couranten. Toen begon Stemberg mij
het Vaderland gratis toe te zenden, en omdat ik niet velen kan, dat
er een courant of tijdschrift in mijn huis komt, die ik niet lees,
daarom ben ik dit Vaderland tamelijk trouw gaan lezen. Maar ook daarom heb ik
het aantal tijdschriften en couranten, dat mijn drempel overschrijdt, steeds
zeer beperkt. Wil ik iets van een vriend lezen, dan staat immers voor dat geval
de Witte voor mij open. Op het Dagblad ben ik niet geabonneerd; maar dat belet
niet, dat ik zeer dikwijls de critieken lees van van den Tol. Had ik nu geweten,
dat mijn abonnement op het Zondagsblad van het Nieuws voor jou - met Ritter heb ik niets te maken - van eenig belang kon
zijn, dan had ik reeds lang op dat blad ingeteekend. Thans ben ik je dankbaar me
gemeld te hebben, dat de prijs ƒ2 is, wat ik niet wist. - Om nog
eventjes op To terug te komen, het schijnt dat zijn beoordeelingen in den smaak
vallen. Waarschijnlijk, omdat het geachte publiek er zijn eigen gedachten (?) in
terugvindt. - En nu zitten jelui al weer hoog en droog in Haarlem. Hoe bevalt het je daar op den duur? Ik ben zeer benieuwd
daaromtrent eens iets naders te vernemen. Wat ons aangaat, wij hebben 't in
Japan zeer goed gehad en zeer aangenaam; maar nu heb ik toch weer genoeg van dit
land en dit volk. Beiden vind ik interessant en aardig, maar de opinie dat Japan
een vlekkeloos aardsch paradijs zou wezen, kan ik in de verste verte niet
deelen. Wij hebben er anders heel wat meer van gezien dan de meeste toeristen.
Wij hebben namelijk een viertal Japanners te pakken gekregen en dezen niet
losgelaten eer zij ons het merkwaardigste hadden getoond van hun huiselijk
leven, hun zeden en gewoonten. Om zoo iets te kunnen doen moet men eigenlijk
zeer onbescheiden te werk gaan; maar dat wordt men op reis. De gedachte: morgen
ga ik weer heen, dan wil ik zoveel mogelijk gezien hebben en dan kan 't mij
weinig schelen hoe jelui over me denkt, heeft dit noodlottig ten gevolge. Wij
hebben dus herhaaldelijk op zijn Japansch in een Japansch huis gegeten, met
Japanners tooneelvoorstellingen bijgewoond, bij Japanners de theeceremonie, het
bloemenschikken en duizenderlei andere eigenaardigheden gezien; wij hebben
zoowel met mindere lui als met groote heeren kennis gemaakt, wij hebben bals en
tuinfeesten bijgewoond bij ministers en ceremoniemeesters van den Mikado, wij
hebben een uitnoodiging voor het keizerlijk bloemenfeest gehad, dat evenwel door
den regen in het water is gevallen en wij hebben zelfs iets aanschouwd, dat
volgens van Bylandt nagenoeg geen Europeaan ooit heeft gezien. Dit laatste is
het maken van landschappen op lak door middel van zand, steentjes, veertjes enz.
een tamelijk onnoozel ding, dat hier echter een ‘kunst’
heet, nog slechts door een tiental oude daimio's wordt uitgevoerd en liever niet
aan Europeanen getoond. Toen ik hoorde, dat het iets zeldzaams was, dacht ik,
dat moeten wij hebben en ... wij hebben 't gehad. Nu rest ons alleen nog Amerika
door te trekken en ongelukkig heb ik in dit laatste deel der reis niet veel
trek. Ik denk, dat Amerika mij erg tegen zal staan en dat ik dit land vervelend
zal vinden. 't Is waar, wij gaan eerst nog naar de Sandwich eilanden, maar daar
blijven wij slechts 30 uren. Zoo mogelijk bezoek ik de koningin. - Ziehier nu
weer eenig nieuws, dat wij later mondeling hopen uit te werken. Vermoedelijk
komen wij in de tien eerste Augustus dagen terug. Zend