Wat ik mis in je brief is een nadere ontwikkeling van jelui
tooneelplannen. Of zijn die weer in de doos? Ik heb een candidaat om ook mede te
spelen in geval er gebrek aan heeren is, nl. Engelenburg. - Je weet, dat wij
altijd onze plannen lang vooruit maken, omdat ik bij ondervinding weet, dat zij
anders regelmatig in misgeboorten eindigen. Nu denken wij ook wel weer eens aan
spelen in den Haag; maar twee voorstellingen met toebehooren terzelfder of
ongeveer terzelfder tijd zou mij te veel tijd kosten. Ik wacht dus op zekerheid
uit Maarsen om verdere ontwerpen te gaan beramen. Meen echter niet, dat een los
woord je thans zou dwingen ons gelegenheid te geven om op te treden. Wij willen
alleen meedoen als jelui toch speelt en aan acteurs behoefte gevoelt. Kom ik
vroeg om zekerheid vragen, dan geschiedt dit eensdeels omdat er met
uitschrijven, vertalen, leeren, repeteeren en wat er meer noodig is, veel tijd
heengaat, anderdeels omdat wij na Sint Niklaas Davos weer denken op te zoeken. -
Onze tegenwoordige reis is slechts een aaneenschakeling van tegenspoeden.
Wetende, dat Villars een plek is, waar men zich amuseert en waar de lucht
uitstekend zou zijn voor Eva, had ik tijdig om kamers geschreven; maar dit heeft
niet belet, dat de man van 't hôtel slechts een zolderkamertje voor
ons bestemd had. Hij beweert, dat ik niet vroeg en niet
duidelijk genoeg heb geschreven. Is dit juist, dan moet jij
mij deze fouten kunnen vergeven; ik geloof evenwel, dat er
meer achter zit. Naar Saint-Cergues verhuisd, bevonden wij, dat dit oord in alle
opzichten veel te ver beneden onze verwachtingen bleef. Divonne was beter; maar
voor onze oogenblikkelijke geldmiddelen veel te duur. Wij trokken dus naar
Bürgenstock. Hier echter viel nu alles tegen. Verleden jaar was 't
weer prachtig; nu giet het dag uit, dag in. Verleden jaar waren hier Franschen,
die zich amuseerden, nu zijn er alleen moffen (Eva zegt: Kaffers) die zich
vervelen. De circa 250 lui kennen elkaar slechts bij groepjes van ±
5. 's Morgens vertellen zij elkander regelmatig, dat het weer slecht blijft
ofschoon alle barometers gestadig rijzen. Daarna staren zij beurt om beurt door
een verrekijker, die zoo geschikt is bevestigd, dat men noch zittende, noch
staande zijn oog er met gemak kan bijbrengen. Na een beetje wauwelens onder het
eten gaan de luidjes afgemat weer slapen en wordt men uitgenoodigd noch piano te
spelen, noch eenig ander gedruisch te maken. (Nadat ik eens mijn stoel een paar
maal verschoven had, werd ik ook dringend uitgenoodigd niet meer zoo te
‘polteren’.) Tegen vijf uur drinken zij Mokka van eikels en
chichorei, eten zij koeken en wordt er ten tweede male druk gewauweld. Een
wandelingetje gevolgd door een souper besluit den dag en circa negen uur gaat
iedereen weer naar bed. -
Als eenige wandeling hebben wij een rechten weg van 25 minuten gaans; als
verlichting prachtig electrisch licht, waarbij men zelfs geen courant kan lezen;
als amusementen een billart zonder roode bal mitsgaders een ontstemde,
rammelende piano; als omgeving een zeldzamen voorraad van afzichtelijke wijven
en misvormde mannen.
Natuurlijk waren wij al gauw besloten niet lang te blijven. Waar evenwel heen te
gaan? Op den Gurnigel was geen plaats te krijgen, op andere plekken, die ik
bezocht, zag het er al even vervelend uit. Eindelijk hoorden wij dat de
gecombi-