23a
29 Januari 1907
Gonne van Uildriks aan Marcellus EmantsGa naar eind169
W M E.
U wilt zeker wel zoo goed zijn, inliggenden brief na lezing aan uwe vrouw te
overhandigen. U ziet daaruit, dat Mevrouw mij onverwacht is komen bezoeken met
de welwillendeGa naar eind170
bedoeling mij ook nader te leeren kennen, daar zij uit mijne brieven meende te
mogen opmaken dat ik ook voor haar eene vriendin zou kunnen zijn... Al zijn wij,
daar zij mijn medelijden wist op te wekkenGa naar eind171 als
goede vrienden gescheiden, ik wil liefst al wat met haar bezoek samenhangt
vergeten, ook onze briefwisseling die de vroegere bekoring verloren heeft. - Ik
behoef u niet te zeggen, hoe volkomen natuurlijk ik het vind,
dat u mijn brieven aan uwe vrouw liet lezen; ik had zelfs wel vermoed dat dit
het geval kon zijn; maar ik wist dat alles niet zeker. Nu ik
het weet, en uwe vrouw heb ontmoet, is het mij niet meer mogelijk, u op den
vroegeren vertrouwelijken toon te schrijven, en daarom is het beter dat wij
afscheid nemen. Ik dank u voor de welwillendheid waarmede u mij nu al ruim twee
jaar lang hebt aangehoord. Het is eerst wel een groot gemis; maar het zal wel
gewennen. Waartoe wordt men anders oud, dan om verdriet te leeren verbijten? Met
de beste wenschen voor uw geluk
G. LomanGa naar eind172