Neem nog even plaats.
(Judith gaat zitten; Hermine is zeer geërgerd).
(tot Edsard).
Moet jij niet....?
Wel, ik dacht.... dat.... dat je haast hadt.... uit moest.... naar de Club.
Mama, zodra de oorlog voorbij is, gaat Judith....
(zuurzoet)
Noemen de dames elkaar al bij de voornamen?
Waar simpatie groeit, mevrouw, sterven de vormen gauw af.
O.... is dat.... dat de zaak.
Judith gaat naar Rome voor 'en heel interessante bijeenkomst en ik ga met haar mee.
(zuurzoet)
Jij gaat? We zullen daar, hoop ik, nog eens nader over spreken. Niet waar?
Ik dacht, dat u zelfstandigheid zo mooi vond. Judith en ik zijn zowat even oud. En maak u niet bezorgd over het geld.
Een aangenaam onderkomen in Rome kan ik uw dochter verschaffen.
(ietwat verlegen)
Dat is zeker.... heel vriendelik; maar.... 't Is niet, dat ik Clara geen reisje zou gunnen; maar zo ver.... ze is nog nooit.... en dat plan is zo plotseling opgekomen...
Clara zal u daar wel alles van vertellen; maar ze zei, dat u 't wenselik voor haar acht een levensdoel te vinden.
Zeker; dat is zo. Maar ik dacht daarbij meer.... ik bedoelde altans niet....
Een doel, waarvoor ze op reis behoeft te gaan.
Gelukkig, mevrouw, is er tegenwoordig voor de vrouwen heel wat meer te doen dan enkel goede huisvrouw en moeder te zijn.
Ik stel 't integendeel heel hoog.
Edsard.... wat 'en indiskrete vraag!
Die meneer Edsard me wel mag stellen, mevrouw; maar