Toneel 3.
Hermine, Edsard, Henri (lorgnet dragend).
(van rechts opkomend).
Dag moedertje.... dag oom.
(zeer verwonderd)
Henri! }
(tegelijk).
Wat is dat? }
(tegelijk).
En officieus altijd. Niet waar? Sherry?
(hij wil Henri inschenken).
Neen, oom, dank u zeer. Ik drink enkel nog kwast.
En toch student? Je moeder mocht wel zeggen: wat een tijd en wat een geslacht!
(hij staat op om heen te gaan).
Jij houdt niet van geldzaken; ik niet van familiekwesties.
(links af).