Jan onder de deecken
(2005)–Laurens van Elstland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 60]
| |
Afbeelding 7. De eerste pagina van de Klugt van Jan onder de deecken
| |
[pagina 61]
| |
Ga naar margenoot+Klugt
| |
[pagina 62]
| |
15[regelnummer]
Hoe ick het maack 't is noyt geen deeg:Ga naar voetnoot15
maar, dat ick eens die gasten kreegGa naar voetnoot16
daar gij u mede gaat vermaken,
ick meen, dat ick er souw doen schaken.Ga naar voetnoot18
Trijn
Dat is voor mijn een groot verdriet:
20[regelnummer]
mijn seggen en gelooft hij niet,
of ick al waar zeg, 'k moet het liegen:Ga naar voetnoot21
daarom sal ick hem bet bedriegenGa naar voetnoot22
terwijl 't niet anders wesen kan.
Maar laat ick oock eens spreecken. Jan,
25[regelnummer]
gelooft gij 'tseggen van de lieden?
Ga naar margenoot+Gij moet die agterklappers vlieden.Ga naar voetnoot26
Sulck volck is dadelijck gereet
te klappen wat het hoort of weet.Ga naar voetnoot28
Zij konnen 't altijt beter maken
30[regelnummer]
en self vergeten zij haar zaken,
maar rock'nen dicmaal twis en haatGa naar voetnoot31
dat haar in 't minst niet aan en gaat.Ga naar voetnoot32
En daardoor komt het te geschieden
dat man en wijf malcander vlieden.Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Daar door geraackt men in den haat
van alle menschen: dit's een quaat
dat welgestelde huysgesinnenGa naar voetnoot37
verloren raken, als de zinnenGa naar voetnoot38Ga naar voetnoot38-39
aan 't hollen zijn, wanneer men nietGa naar voetnoot39
40[regelnummer]
en hoort als twist en huysverdriet.Ga naar voetnoot40
| |
[pagina 63]
| |
Dan heeft dat volck haar wit geschoten,Ga naar voetnoot41
dan schudden ze haar blaas met koten.aant.Ga naar voetnoot42
Zoo gaat het hier oock: dag aan dag
moet ick oock hooren u beklag
45[regelnummer]
dat ick met andre ga boelerenGa naar voetnoot45
en laat u 't leege nest: 'k wil sweren
dat gij dat in de kroegen hoort
als gij in brandewijn versmoort.Ga naar voetnoot48
Daar komen u de spotters quellen
50[regelnummer]
als of ze u wat nieuws vertellen.
Dat wort dan bij u flux gelooft.Ga naar voetnoot51
Daarme dan, met dat heete hooftGa naar voetnoot52
na 't wijf toe, en aan 't redimenten.Ga naar voetnoot53
Jan
Gij zoeckt me wat in 't hooft te prenten,Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
die praatjes heb ick lang gehoort.
Trijn
Ick bid je, zegt het niemant voort.
Gij sult door sulck een seggen maken
dat gij in ongemack soud raken,Ga naar voetnoot58
want gij ontdeckt u eygen schandGa naar voetnoot59
60[regelnummer]
en loopt dan voor een geck door 't landGa naar voetnoot60-61
noch niemand wil bij u verkeren:
wilt gij dan met u schande leeren?aant.Ga naar voetnoot62
Gij segt dat ick bij andre ga,Ga naar voetnoot63
dat is u seggen voor en na:Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
maar die u dit in t hooft soo steecken,
| |
[pagina 64]
| |
zien die wel selver haar gebreecken?Ga naar voetnoot66
Want als ze na de kroeg toe gaanGa naar voetnoot67
dan blijft het huys ter plaatze staan.Ga naar voetnoot68
Wat weten sij dan hoe 't haar wijven
70[regelnummer]
al maken, als ze laat uytblijven?Ga naar voetnoot70
Jan
Wat andre doen dat raackt me niet.
Ick zie op 't geen dat mijn geschiet:Ga naar voetnoot72
en hoor, dat gij u kunt verschonenGa naar voetnoot73
en heel onnozel weet te tonen.Ga naar voetnoot74
75[regelnummer]
Maar die zoo heylig gaan in schijn
doorgaans de snootste hoeren sijn.Ga naar voetnoot76
Dat volckje weten haar te houwenGa naar voetnoot77-78
omtrent de eerelijcke vrouwen
of Sinte Pieter was haar broeraant.Ga naar voetnoot79
80[regelnummer]
en als 't al omkomt, is haar moerGa naar voetnoot80-81
een coppelaarster of besteetster,aant.Ga naar voetnoot81
een lommertloopster, beddereetsterGa naar voetnoot82
of briefbestelster, die om loonGa naar voetnoot83
de baan klaar maackt, en hout ze schoon.Ga naar voetnoot84
85[regelnummer]
Daar eerelijcke luy haar kindren,Ga naar voetnoot85
haar goet en welvaart door vermindren
en zulck een volck daar loop je bij.Ga naar voetnoot87
Ga naar margenoot+Zijt gij dan van haar nucken vrij?Ga naar voetnoot88
| |
[pagina 65]
| |
Of meen je, dat ick niet kan mercken
90[regelnummer]
die handelingen en die wercken
die sij toelaten in haar huys?
En gij, quansuys, gij zijt soo kuys,Ga naar voetnoot92
gij koomt er slegts maar eens besoecken.Ga naar voetnoot93
Maar als gij u weer durft verkloeckenGa naar voetnoot94
95[regelnummer]
haar hier te brengen, denckt voorwaar,Ga naar voetnoot95
ben ick dan t' huys, 'k sal u en haar
zoo deftig met een brandhout groeten:Ga naar voetnoot97
daar sal ick dan mijn lust aan boeten.Ga naar voetnoot98
En sal u leren, wat dat Jan,
100[regelnummer]
al is hij oud, uytvoeren kan.
Ick sal dan wijsen, hoe de pollenGa naar voetnoot101
met andre mans haar wijven sollen.
Ick heb u nu genoeg gezeyt
en weet nu hoe het bij mij leyt.
105[regelnummer]
Voort, geef me kleren, ick moet uytgaan.
Wilt gij terwijlen op de luyt slaan,Ga naar voetnoot106
maackt dat ick het noch hoor noch zie.
Krijg ick u eens onder de knie,Ga naar voetnoot108
denckt dat het dan u beurt sal vallen,Ga naar voetnoot109
110[regelnummer]
ick sal er zeker niet mee mallen.Ga naar voetnoot110
Beklaag dan niet u leet met smert
daar gij u selven in verwert.Ga naar voetnoot112
Wat leeft een oud man in beswarenGa naar voetnoot113
die een jong wijf heeft te bewaren.Ga naar voetnoot114
Jan, binne
| |
[pagina 66]
| |
Trijn
115[regelnummer]
Deur gaat dien ouden knorrepot.Ga naar voetnoot115
Dieuwer, uyt
Maar Trijn, ick hoor mijn zelven zot,Ga naar voetnoot116
Ga naar margenoot+wat reden hebt gij hem gegeven
tot sulck een ongerustig leven?
Trijn
Wat zouw het sijn? t Is jalouzy
120[regelnummer]
en dicmaals dronckemansgetij,Ga naar voetnoot120
doch echter moet ick voor hem schromen.Ga naar voetnoot121
Het schijnt, dat hij wat heeft vernomen
van Ligthart, daarom aldermeest:Ga naar voetnoot123
het is mijn vrijer eerst geweest.Ga naar voetnoot124
125[regelnummer]
En om de waarheyt te verklaren
(aan uw derv ick 't wel openbaren),
ick sie hem liever als me man.
Wat heb ick doch aan droncke Jan,
een ouwen rochelaar? een wrijter?aant.Ga naar voetnoot129
130[regelnummer]
een leepoog? druypneus? wijvesmijter?aant.Ga naar voetnoot130
Want om een jonge vrouw te voenGa naar voetnoot131
daar kan hij niet met al toe doen.Ga naar voetnoot132
Wat dunck je buurvrouw? Ondertusschen
tragt ick mijn honger oock te blussen.
Dieuwer
135[regelnummer]
Maar wist gij niet dat hij soo oud
| |
[pagina 67]
| |
was, eer dat gij hem hebt getrouwt?
Trijn
Ja, 'k heb dat wel voorheen geweten:
maar gierigheyt had mij bezeten.Ga naar voetnoot138
'k Was alle dagen op de vloerGa naar voetnoot139
140[regelnummer]
en was sijn naister, en me moer,
die overley met listigheden
hoe sij mij mogt aan hem besteden.Ga naar voetnoot142
Hij was een rijcke weeuwenaar,
wij waaren daaglijcks bij malcaar
145[regelnummer]
en boeten onse lust met vreugden.Ga naar voetnoot145
Het scheen oock dat hij heel verjeugden,Ga naar voetnoot146
Ga naar margenoot+hij liet sijn dronckedrincken na,
ick wier een heele juffrouw, ja,
al wat ick dee, 't was al volkomenGa naar voetnoot149
150[regelnummer]
en kogt, al wat ick maar kon dromen.Ga naar voetnoot150
Maar als hij mercktte en vernam
dat Ligthart zomtijts bij me quam
en onse oude liefd ontfoncte
en dat ick mij alzoo opproncte,Ga naar voetnoot154
155[regelnummer]
zoo wende hij sijn gunst van mij.
In plaats van liefste, was het prij,aant.Ga naar voetnoot156
caronje, vercken, ritze teeve.Ga naar voetnoot157
'k Dorst Ligthart niet een opsicht geve,Ga naar voetnoot158
of hij bemerckte dat terstont.
160[regelnummer]
Op 't lest versierde ick een vondGa naar voetnoot160
waarmee ick hem zouw konnen paien
en zoo een rat voor d' oogen draien:
dat dunckt me heeft hij oock gemerckt,
| |
[pagina 68]
| |
twelck hem zijn oude mening sterckt.
165[regelnummer]
Nu weet ick niet, hoe ick 't sal maken
om uyt die quelling te geraken:
wilt mij hier in een weynig raan?Ga naar voetnoot167
Dieuwer
Bemind u man, laat Ligthart gaan:
geen eerelijcke vrouw sal willen
170[regelnummer]
haar goede naam zoo ligt verspillen.
Maar soo ick wel u doen bemerck:
gij maackt van uwen man geen werck.
Dat zal men veeltijts zien geschieden,
wanneer dat jonge oude liedenGa naar voetnoot174-75
175[regelnummer]
om goet het huwelijck aangaan,
want dat en kan niet lang bestaan.Ga naar voetnoot176
Ga naar margenoot+En als een weeuwnaar huys moet houwen
met drempelmeyden, of jonckvrouwen,Ga naar voetnoot178
of naisters, strax bedenckt dat goetGa naar voetnoot179
180[regelnummer]
waar 't heerschap liefst me is gevoet:Ga naar voetnoot180
wat dranck, of spijse hem best smaken
om dieper in sijn gunst te raken.
Den man denckt, dat's een brave meyt,
zij zorgt voor mijn uyt trouwigheyt,Ga naar voetnoot184
185[regelnummer]
dat dee mijn wijf niet in haar leven.
En onderwijl, die ritze tevenGa naar voetnoot186
die hebben heel wat anders voor
en volgen soo den haas op 't spoor
en weten haar verborge netten
190[regelnummer]
zoo listig na de kunst te zetten,aant.Ga naar voetnoot190
dat selfs den meester niet en zietGa naar voetnoot191-92
of 't is uyt pure trouw geschiet.
Dat ziet men best aan de moffinnenGa naar voetnoot193
| |
[pagina 69]
| |
die door hun ogendienst de zinnenGa naar voetnoot194
195[regelnummer]
dus weten te betoverenGa naar voetnoot195
en eyndlijck te veroveren.Ga naar voetnoot196
En luckt dat niet, en datter zoonenGa naar voetnoot197-98
noch t' huys en bij de vader wonen:
daar dan een aanslag op gemaackt,
200[regelnummer]
hoe dat m' er bij te koy geraacktGa naar voetnoot200
en helpen 't jeugdig bloet aan 't zieden.
Wat ziet men dan daar na geschieden?
De meyt die krijgt een dicke pens
en zoo verkrijgt ze wel haar wens.Ga naar voetnoot204
205[regelnummer]
Maar zoo de zoonen sijn verzondenGa naar voetnoot205
en dat ze niet en heeft gevonden
waarna ze eerst zoo vlijtig zogt,Ga naar voetnoot207
Ga naar margenoot+dan weer een andre vond bedogt.Ga naar voetnoot208
De beurs moet open, daar moet gelt zijn,
210[regelnummer]
't kint moet gevoet, en wel bestelt zijn.Ga naar voetnoot210
Nu, bestevaar of bestemoer,Ga naar voetnoot211
die brengen 't kint op van een hoer.
Trijn
Mij dunckt, gij praat seer onverstandig.
U zinnen schijnen wel uyt-landig.Ga naar voetnoot214
215[regelnummer]
Men weet wel hoe het vrouvolck is:
wanneer ze krijgen grote pis,Ga naar voetnoot216
zoo soecken ze altijt een hoeckje.Ga naar voetnoot217
| |
[pagina 70]
| |
Dieuwer
Hoe, roept de meyt dan, piep ick zoeck je?Ga naar voetnoot218
Ick zeg alsnoch dat zoo de mansGa naar voetnoot219
220[regelnummer]
seer ligt geraken aan den dans.Ga naar voetnoot220
Wanneer het ey nu uytgeleyt isGa naar voetnoot221
en dat ze van die last bevrijt is,
dan gaat ze weer voor zuyvre maagt
als Jannitje, die t kroontje draagt.aant.
225[regelnummer]
Dan gaat ze op haar selven wonen
om dan de vrijers uyt te tronen.Ga naar voetnoot226
Want moer, die heeft dan gelt bij kas,aant.Ga naar voetnoot227
sij is niet die zij voormaals was.
Pas op dan schoester of een snijerGa naar voetnoot229
230[regelnummer]
of smitsgezel, die maackt de vrijer.aant.Ga naar voetnoot230
Aldus zoo krijgt ze vrij wat keurs,Ga naar voetnoot231
en d' andre vlammen op de beurs.Ga naar voetnoot232
Ten lesten blijft er een aan hangen.
't Gelt zoo gewonnen, gaat sijn gangen:
235[regelnummer]
de kas raackt leeg, en moer met kint,Ga naar voetnoot235
en Lubbert moet dan aan de wint.aant.Ga naar voetnoot236
Maar heeft hij dan door lange wennisGa naar voetnoot237
aan 't een of 't ander heerschop kennis,Ga naar voetnoot238
240[regelnummer]
daar hij mee na Oostinje vaart,
en zoo sij dan oock mee mach varen,
dan zal de lugt te beter klaren.
| |
[pagina 71]
| |
Trijn
Dat ymant tragt na beter stantGa naar voetnoot243
en daarom laat sijn vaderlant,Ga naar voetnoot244
245[regelnummer]
is dat een zaack om mee te spotten?
Dieuwer
Maar als 't voornemen niet wil vlotten,Ga naar voetnoot246
hoe dan toe? Komt me daar te land,Ga naar voetnoot247
het tapje dat staat voor de hand.Ga naar voetnoot248
Kan Lubbert dan gelijck een blinde
250[regelnummer]
zomtijts sijn eygen huys niet vinde,
zoo gaat het werck te gladder voort.Ga naar voetnoot251
Als maar de vrouw doet zoo 't behoort,
zoo mag de man gerust gaan wandlen.Ga naar voetnoot253
En of ze haar somtijts laat handlen,aant.Ga naar voetnoot254
255[regelnummer]
men moet veel doen om aan de kost
te wesen: hij van 't werck verlost,Ga naar voetnoot256
kan wel een beetje bril toekijken,Ga naar voetnoot257
als het na eerlijck kan gelijcken.Ga naar voetnoot258
Juffrouw gaat zedig na de kerckaant.
260[regelnummer]
en doet aldaar een heylig werck.Ga naar voetnoot260
Zij voert een boeck met grote blaren,
maar 't mocht haar al te veel beswaren,Ga naar voetnoot262
een slaafje draagt dat voor haar heen.
Dan komt mejuffrouw aangetreen
265[regelnummer]
ter kerckdeur in, seer fijn geslepen,Ga naar voetnoot265
want sij verstaat haar op de knepen,Ga naar voetnoot266
| |
[pagina 72]
| |
Afbeelding 8. Opgedofte kerkgangers bij de Kruyskerck in Batavia
| |
[pagina 73]
| |
maar 't boeck (sij heeft noyt les geleert),Ga naar voetnoot267
dat legt ze op haar schoot verkeert.Ga naar voetnoot268
Ga naar margenoot+En krijt al mee gelijck de andre,
270[regelnummer]
want Huyg en Haag verstaan malkandre.aant.Ga naar voetnoot270
Terwijlen dat ze nu daar zit
en zoo het schijnt seer vierig bid,
zoo kijckt ze na de moyste rocken,
de raarste stelzels, krullen, locken.Ga naar voetnoot274
275[regelnummer]
Dat, denckt ze, staat me seer wel aan.
Waarom niet? 't Komt doch uyt de kraan.aant.Ga naar voetnoot276
Trijn
Nochtans, soo hoor ick menigmalen
van eerelijcke luy verhalen,
dat daar wel goede vrouwen zijn.
Dieuwer
280[regelnummer]
Dat hoor je mij niet zeggen, Trijn:Ga naar voetnoot280
voorzeker zijn daar oock wel vrouwenGa naar voetnoot281
daar wel een man op mach vertrouwen.
Komt daar een jonge dochter aan,
die sal een eerlijck man opslaan.Ga naar voetnoot284
285[regelnummer]
Maar 't beurt wel dat hij door sijn oogen
of door haar treecken wort bedrogen.Ga naar voetnoot286
Ick heb er een alzoo gekent,
die anders niet en was gewent
dan alle daag haar op te proncken
290[regelnummer]
en alle vrijers toe te loncken,
maar evenwel het hulp haar niet.Ga naar voetnoot291
| |
[pagina 74]
| |
Afbeelding 9. Het lege land halverwege de reis naar Indië. Kaart van de Kaapkolonie uit Valentijns Oud en Nieuw Oost-Indien (1726).
| |
[pagina 75]
| |
Nu hoort wat datter is geschiet.
Een zeecker man van haar gebuurenGa naar voetnoot293
die in sijn staat niet konde duuren,Ga naar voetnoot294
295[regelnummer]
dees kreeg door eene bloetverwant
oock kennis aan een predicant.aant.
Den arbeyt viel de man wat lastig,
de klopscheen of de naald wat quastig.Ga naar voetnoot298
Zijn oogmerck was dan, na dat lant
300[regelnummer]
Ga naar margenoot+daar 't altijt zomer is. Dees quantGa naar voetnoot300
geraackte oock tot sijn vermetenGa naar voetnoot301
en liet het dese vrijster weten.
Die dogt, ick krijg doch hier geen man,
't is al van 't beste raack ick an.Ga naar voetnoot304
305[regelnummer]
Zij kreeg door enig tusschenspreeckenGa naar voetnoot305
dat sij met hem is heengeweecken.
Zoo dra sij voet zette aan de Caap,Ga naar voetnoot307
soo kreeg se kennis aan de paapaant.Ga naar voetnoot308
en door de paap weer aan het heerschop,aant.Ga naar voetnoot309
310[regelnummer]
dies klom ze een welgemaackte leer op.Ga naar voetnoot310
Doe die haar moe was, gaf hij haar
een wambusklopper. Moer was swaarGa naar voetnoot312
en sugte met een buyck vol beenen.Ga naar voetnoot313
Die zulleman trock met haar heenenGa naar voetnoot314
315[regelnummer]
't lant dieper voor Sint Felten in.aant.Ga naar voetnoot315
't Was wel een weynig na haar sin,Ga naar voetnoot316
| |
[pagina 76]
| |
maar echter 't packje moest gelost sijn.Ga naar voetnoot317
Daar was niet veel, daar moest de kost sijn.Ga naar voetnoot318
Sergiants plaats had niet veel om 't lijf,
320[regelnummer]
daar bij een jong beswangert wijf.
Een vroemoer die de deugt wouw lijcken,Ga naar voetnoot321
die dee een omgang bij de rijckenGa naar voetnoot322
en zij vertelde daar de nootGa naar voetnoot323
van dese vrouwe, naackt en bloot:Ga naar voetnoot324
325[regelnummer]
en quam somwijl bij sulcke luyden
die al zulck quaat ten besten duyden.Ga naar voetnoot326
Ja juffrouw, wie weet nu en danaant.Ga naar voetnoot327
wat ons noch overkomen kan.
't Is maar een onvoorzichtig mallen,Ga naar voetnoot329
330[regelnummer]
Ga naar margenoot+die sta, zie toe, dat hij niet valle.aant.
Dit wijf bragt door haar gauw verstantGa naar voetnoot331
al wat er schorte bij de hand.Ga naar voetnoot332
De man kreeg kennis bij sergianten,Ga naar voetnoot333
soldaten en alsulcke quanten
335[regelnummer]
en setten 't daadlijck op den tap,Ga naar voetnoot335
een regte aanleyding voor Jan Rap.Ga naar voetnoot336
Mejuffer wist na 's lants manierenaant.
haar op te toien en te cieren.
De nering groeide hier door aan:
340[regelnummer]
en daar toe veegde sij de baanGa naar voetnoot340
door soo een slag van vrouwperzonen,Ga naar voetnoot341
die bij haar quamen inte woonen.
| |
[pagina 77]
| |
Alleens gelijck een vinckenet,Ga naar voetnoot343
waar in men eerst een roervinck zetGa naar voetnoot344
345[regelnummer]
om daar de andre mee te fockenGa naar voetnoot345
en in 't bedrieglijck net te locken.
Zoo quam er oock van alle kant
een volckje, dat van hitte brandGa naar voetnoot348
om daar hun geltje te verteren.
350[regelnummer]
Maar 't raackten eyndlijck aan 't verkeren,Ga naar voetnoot350
want sij, om 't vuyl en snoot genot,Ga naar voetnoot351
hielt op het laast een hoerekot.
Trijn
Gij weet het zeecker wel te seggen
en op sijn juyst te overleggen,Ga naar voetnoot354
355[regelnummer]
gelijck als of gij 't had gesien.
Maar kan dat hier oock niet geschien,aant.
dat luyden van gering vermogenGa naar voetnoot357-58
of soo, gelijck sij was, bedrogen,
Ga naar margenoot+vervallen tot alzoo een staatGa naar voetnoot359
360[regelnummer]
dat bij de luyden wort gehaat.Ga naar voetnoot360
Wie kan het elck van passe maken?Ga naar voetnoot361
Dat dese prijst, sal gene laacken.Ga naar voetnoot362
Hebt gij altijt zoo vast gestaan?Ga naar voetnoot363
Hebt gij u leven lang gedaan
365[regelnummer]
dat niet van andre is weersproken?Ga naar voetnoot365
Kunt gij het zoo van passe koken?Ga naar voetnoot366
| |
[pagina 78]
| |
Ick weet niet waar u zuyverheytGa naar voetnoot367-68
zoo lang verborgen heeft geleyt,
maar eer gij troude, lang voor desen,
370[regelnummer]
plag gij zoo heylig niet te wezen.
Gedenckt gij wel, hoe dat gij anGa naar voetnoot371-72
de kennis quaamt van uwen man?
Was 't niet in't hoerhuys bij de snollen?
En gij: waart gij niet met de pollenGa naar voetnoot374
375[regelnummer]
geheele nachten op den tril?Ga naar voetnoot375
Dat gij nu niet meer kunt: de wilGa naar voetnoot376Ga naar voetnoot376-77
die hebt gij door de moet verloren.
Waarom hebt gij u man verkoren?
't Was om dat hij uyt Inje quam,aant.
380[regelnummer]
sijn gelt ontfangen t' Amsterdam?
Gij wist dat hij, door lang uytblijven,Ga naar voetnoot381
vergadert had een beurs vol schijven.Ga naar voetnoot382
Was 't niet, doe gij voor hoere zataant.Ga naar voetnoot383
en decte doe u kale gat,Ga naar voetnoot384
385[regelnummer]
en streeck en warmde hem sijn leden,Ga naar voetnoot385
daar mee was Gozen wel te vreden!
Aldus verkreegt ge door de trouwGa naar voetnoot387
de eernaam van die man sijn vrouw.Ga naar voetnoot388
Maar nu gij oud zijt en versleten,
390[regelnummer]
Ga naar margenoot+is dat al lang bij u vergeten,Ga naar voetnoot390
maar weet een yder sijn gebreckGa naar voetnoot391-92
te zeggen met u babbelbeck.
| |
[pagina 79]
| |
Dieuwer
Dat ick mijn toornigheyt kon wreecken,Ga naar voetnoot393
'k souw u de kop aan stuckken breecken,
395[regelnummer]
gij eerloos varcken als gij zijt.
Houw daar neem dat voor een ontbijt,Ga naar voetnoot396
'k sal u sulck seggen wel verleren,Ga naar voetnoot397
dat gij mijn man zoo sult onteeren.Ga naar voetnoot398
Trijn
Caronje, durft gij mij noch slaanGa naar voetnoot399
400[regelnummer]
dat heb je niet voor niet gedaan.Ga naar voetnoot400
Ick sal je leren beter fluyten.Ga naar voetnoot401
Sta vast, ick vatie bey u tuytenGa naar voetnoot402
en houd die muylpeer in u beck:Ga naar voetnoot403
wat dunck je Dieuwer van die treck?Ga naar voetnoot404
405[regelnummer]
Wat meen je, dat ick mij laat foppen?Ga naar voetnoot405
Bruy toe maar, k zel je weerom kloppen.Ga naar voetnoot406
Voor jouw en ben ick noch niet bang,
al duurden het noch eens zoo lang.
Hoe vaar je? Heb je 't nu gewonnen?Ga naar voetnoot409
410[regelnummer]
Nu haspelt, dat je hebt gesponnen.Ga naar voetnoot410
Gaat na je man, en klaag hem dat.
Daar heb je noch een voet in 't gat,Ga naar voetnoot412
loop al je best nu voor Sint Felten.aant.Ga naar voetnoot413
Goosen, uyt
| |
[pagina 80]
| |
Hier dunckt me rijt de droes op stelten.aant.Ga naar voetnoot414
415[regelnummer]
Waaragtig, d'eene lijckt me wijf!Ga naar voetnoot415
Hoe? Vegt je hier om tijtverdrijf?Ga naar voetnoot416
Dieuwer
Och Gozen, kun je dat verdragen?
Ziet eens hoe dat ick ben geslagen:
kijck, al mijn kleeren sijn gescheurt!
Goosen
420[regelnummer]
Dat loof ick is wel meer gebeurt.Ga naar voetnoot420
Schaam je u niet op straat te vegten,
kun je dat anders niet beslegten?
Dieuwer
'k Heb haar wel deeglijck onderregt.Ga naar voetnoot423
Goosen
Waar uyt ontstaat dan u gevegt?
Dieuwer
425[regelnummer]
Omdat ick haar ten beste rade.
Goosen
'k Geloof, gij hebt haar gaan versmadenGa naar voetnoot426
om dat ze met haar eygen man
niet wel tevreden wesen kan.
Is dat niet zoo? Heb ick gelogen?
430[regelnummer]
Dat weet ick, of ick 't met mijn oogen
self had gesien en aangehoort.
Trijn
Koom jij maar weer omtrent mijn poort,Ga naar voetnoot432
| |
[pagina 81]
| |
ick sel je noch wel beter klouwen.Ga naar voetnoot433
Goosen
Zoo gij dat doet, het sel je rouwen.
435[regelnummer]
'k Waarschouw je, dat je haar voortaan
zult onverhindert laten gaan.Ga naar voetnoot436
Nu is t te vegten en te kijven
en kunt doch van malkaar niet blijven.Ga naar voetnoot438
Ick ken toch u manieren wel:
440[regelnummer]
't gelijckt veel beter kinderspel.Ga naar voetnoot440
Of als de jongens, die om kotenaant.Ga naar voetnoot441
malkander bijten, slaan en stoten,
en pas een uur of twee daar naarGa naar voetnoot443
zoo spelen ze weer met malcaar,
445[regelnummer]
de vrede is terstont gesloten.
't Is best, daar is geen bloet vergoten.
Zoo is het oock met dese twee:
vandaag is 't oorloog, morgen vree.Ga naar voetnoot448
Want als er maar een komt gelopenGa naar voetnoot449
450[regelnummer]
om 't een of t ander te verkopen,
strax is het: buurvrouw, ben je in?Ga naar voetnoot451
Wat dunck je, is dat na je zin?
d' oorlappen kan men t'samen lassen.Ga naar voetnoot454
455[regelnummer]
Wat is t: poin de Venetiaaant.Ga naar voetnoot455-56
of is het poin Italia?
Neen, neen, 't is cant van Jan Verfalje,aant.Ga naar voetnoot457
| |
[pagina 82]
| |
Afbeelding 10. Een met kant afgezette kornetmuts. Detail uit het schilderij De koppelaarster (1656) van Johannes Vermeer
| |
[pagina 83]
| |
Neen, segt ze weer, 't is poin Canailje.aant.Ga naar voetnoot458
Alwaar die dicke draden sijn,
460[regelnummer]
is maar spinaal, versta je, Trijn?aant.Ga naar voetnoot460
Dat wort in Braband soo geweven,aant.
t is kunst waar van die luyden leven.
Die kanten die soo sijn doorgaat,aant.Ga naar voetnoot463
is linnen, dat je 't wel verstaat,
465[regelnummer]
dat moet met beytels zoo doorgaat sijnGa naar voetnoot465
en 't zoompje moet op eenen draat sijn.aant.Ga naar voetnoot466
't Staat treflijck voor een militair:Ga naar voetnoot467
die volgt de mode op een hair.Ga naar voetnoot468
Hier door kan hij tot staat geraken,Ga naar voetnoot469
470[regelnummer]
al is t een schijter in sijn saken.Ga naar voetnoot470
Als hij gaat proncken over straat,
een grote das, een fier gelaat,Ga naar voetnoot472
dat maackt de juffers agterdogtigGa naar voetnoot473
en raken zoo van mal tot togtig.Ga naar voetnoot474
475[regelnummer]
Neen, segt de andre juffrouw, hoort:
de platte kanten regte voortaant.Ga naar voetnoot476
sijn beter veel in deugd en sterckte
dan dese ijle ongewerckte.Ga naar voetnoot478
Dat is zoo veel: kom morgen weer,Ga naar voetnoot479-80
480[regelnummer]
is t wat goe koop, 't is maar: haal meer.
Want regte welgewerckte kanten,Ga naar voetnoot481
| |
[pagina 84]
| |
Afbeelding 11. Exercerende soldaten voor het Gouverneurshuis binnen het Kasteel te Batavia
| |
[pagina 85]
| |
daar aan en snuyven geen sergianten.Ga naar voetnoot482
Ga naar margenoot+Die konnen 't wel met minder of:aant.
een grove kant bij grove stof.Ga naar voetnoot484
485[regelnummer]
Dat past gelijck een aap een rockje,Ga naar voetnoot485Ga naar voetnoot485-86
't steeckt af, als hels vuer op een stockje.aant.Ga naar voetnoot486
Maar noch heb ick al meer gesienGa naar voetnoot487
de zotheyt van verscheyde lien,
die om wat penningen te garen
490[regelnummer]
daaromme na Oost Inje varen,
en hebben haar vooreerst verlooft,Ga naar voetnoot491
daarme schijnt al dat vuer verdooft.Ga naar voetnoot492
Hij swerft, maar d'arme Grietje JoostenGa naar voetnoot493
kan haar aleenig niet vertroosten.
495[regelnummer]
Terwijl den andren mat en moeGa naar voetnoot495
zijn zugten sent ten hemel toe.Ga naar voetnoot496
Wat raat, hij gaat hem wel bedencken:Ga naar voetnoot497
wil d'armen graag drie maanden schenken.Ga naar voetnoot498
Goddoome, ja, ick ben zoo vals,Ga naar voetnoot499
500[regelnummer]
de duyvel breeck me voort den hals.Ga naar voetnoot500
Zoo ick kan door mijn vrienden maken,
dat ick hier kan vandaan geraken.Ga naar voetnoot502
Ick sal wel maken, dat ick niet
weer moet vertrecken van mijn Griet,Ga naar voetnoot504
505[regelnummer]
mijn hart dat is er aangebonden.Ga naar voetnoot505
| |
[pagina 86]
| |
Daar op wert hem een brief gesonden.
Die opent hij, en siet benoutGa naar voetnoot507
dat Grietje Joosten is getrout.
Daar ligt de moet geheel verloren:Ga naar voetnoot509
510[regelnummer]
dan bij de duyvelen gesworen,Ga naar voetnoot510
en roept ze met een groot getal.
Zoo hij maar t' huys komt, dat hij t zalGa naar voetnoot512Ga naar voetnoot512-13
Ga naar margenoot+wel beter maken. Ondertussen
zoo loopt hij swarte hoeren kussen,Ga naar voetnoot514
515[regelnummer]
tot dat hij 't door sijn praten maackt
dat hij vast aan de teeve raackt.
Of anders, zoo dat niet wil weese
en dat de moed heel is geresen,Ga naar voetnoot518
zoo volgt er dicmaal slimmer op:Ga naar voetnoot519
520[regelnummer]
't zij dan den dronck, of 't zij den top,aant.Ga naar voetnoot520
maar dat kan zonder gelt niet lucken.
Nu t costgelt dan gedeelt aan stukken:Ga naar voetnoot522
die soo veel, en die soo veel schult,
de kock, die hebbe wat gedult:
525[regelnummer]
of soo hij niet meer wil verstrekken,Ga naar voetnoot525
zoo loopt hij de coolwagen trecken:aant.Ga naar voetnoot526
en wentelt het nu hier, dan daar,aant.Ga naar voetnoot527
en hoopt vast schulden op malkaar.Ga naar voetnoot528
Want schoenen, kouzen, hoet, ten lestenGa naar voetnoot529-30
530[regelnummer]
de broeck en 't hemt, 't is al ten besten,
| |
[pagina 87]
| |
tot dat men langer niet meer kan,Ga naar voetnoot531-32
dan spreeckt men sijnen meester an.
Want hij en kan sijn schaamt niet deckkenGa naar voetnoot533
en bid dan om wat sold te trecken,aant.Ga naar voetnoot534
535[regelnummer]
en bid zoo om sijn eygen schaGa naar voetnoot535
tzij op gena of ongena.
Daar is bij hem geen meer vermogenGa naar voetnoot537
als noch een ding. Wat is dat? Loogen,Ga naar voetnoot538
die heeft hij op de stont gereet,Ga naar voetnoot539
540[regelnummer]
Ga naar margenoot+en liegt, dat hij van liegen sweet:
hoe hij is eerlijck opgetogenGa naar voetnoot541
van ouders van een groot vermogen,Ga naar voetnoot542
en dat hij hier te land niet kanGa naar voetnoot543
hem voegen als een ander man.Ga naar voetnoot544
545[regelnummer]
En duysent sulcke dingen beuren.Ga naar voetnoot545
Wat moey ick mij oock met die leuren,Ga naar voetnoot546
't is best dat ick vertreck, 't wort laat,
als dat ick dus mijn tijt verpraat.
Goosen en Dieuwer binnen
Lichthart uyt
Ick leef nu tusschen hoop en vreze.
550[regelnummer]
'k Zouw bij mijn Trijn wel willen wezen,
maar hoe geraack ick bij haar in?
Dat Jan niet merckt onse oude min,
| |
[pagina 88]
| |
de wantrouw heeft sijn hart bezeten.
't Heeft haar zoo wel als mij gespeten
555[regelnummer]
dat zij getrouwt is met die vent,
want onze liefde heeft geen ent.
Hier woont ze, 'k moet eens zoetjes kloppen,
hoort sij't, zij sal me niet lang foppen,
maar komen selver voor den dag.
Trijn
560[regelnummer]
Wie of daar voor staan kloppen mag?
Wel Ligthart? Durft ge sonder schromen
hier's avonts dus alleenig komen?
Weet gij wel wat ge derfd bestaan?Ga naar voetnoot563
Of ymand u hier quam verraan,Ga naar voetnoot564
565[regelnummer]
zoud gij u zorgeloze zakenGa naar voetnoot565
wel weder weten goet te maken?
Lichthart
Maar Trijntje hoe? Wat praat is dat?
Trijn
Jan heeft op u een haat gevat.
De buuren konnen niet verdragen
570[regelnummer]
dat gij bij mij komt alle dagen.
Hier naast aan woont een oude hoer,
die komt hier daaglijx op de vloer
en gluert en kijckt door alle gaten,
wat ick al doe, met wie ick prate.Ga naar voetnoot574
575[regelnummer]
Zoo heeft ze mijn gelegentheytGa naar voetnoot575
gepeylt en heeft et Jan geseyt.
Dies heeft hij op ons quaat vermoede.Ga naar voetnoot577
Zijt gij dan beter op uw hoede,
want die een haze volgt op t spoor,aant.
580[regelnummer]
die moet niet maken dat hij doorGa naar voetnoot580-81
het dom toelopen van de honden
| |
[pagina 89]
| |
gelijck het wiltbraat wort verslonden.
Lichthart
Og Trijn, gij weet hoe lange tijtGa naar voetnoot583-84
ick u gelieft heb en gevrijt.
585[regelnummer]
En als ick dagt, het soude lucken,
zoo brack mijn hoop geheel aan stuckken.
Doch egter hebt ge mij belooft,
dat ick noyt zoude zijn berooft
van uwe gunst en lonckende oogen.
590[regelnummer]
Die hebben zoo een groot vermogen
dat ick noch weer noch wint ontzie,
dat ick voor niemant niet en vlie,
noch voor geen listen, stricken, lagenGa naar voetnoot593
mij sal ontzetten of vertzagen.Ga naar voetnoot594
Trijn
595[regelnummer]
Maar sulcke domme stoutigheytGa naar voetnoot595
wort veeltijts al te laat beschreyt.Ga naar voetnoot596
Ga naar margenoot+De list is stercker dan de kragten:Ga naar voetnoot597
geen Zamzon kon hem daar voor wagten.aant.Ga naar voetnoot598
En zoo gij quaamt in ongeluck,
600[regelnummer]
ick raackte door u ligt in druck.Ga naar voetnoot600
't Is beter dat men 't dan belegge,Ga naar voetnoot601
dat niemant daar op heeft te zegge.Ga naar voetnoot602
Al heeft Jan schoon het lijf getrouwt,Ga naar voetnoot603
't is Ligthart daar 't de ziel mee houd.
605[regelnummer]
Dies houd ick voor u niet verborge,Ga naar voetnoot605
maar draag voor u behouding zorge.Ga naar voetnoot606
| |
[pagina 90]
| |
Neemt hier nu wisse proeve van,Ga naar voetnoot607
dat ick u liever heb als Jan.
Die is meest alle avonds droncken,
610[regelnummer]
dan legt hij in het bed te roncken.
En als hij opstaat, hoor ick nietGa naar voetnoot611-12
als knorren tot mijn groot verdriet.
Dat moet ick alle dagen hooren
en onderwijl, ick loop verloren
615[regelnummer]
noch heb vermaack of houwlijcks vreugt.
Zoo moet ick onderwijl mijn jeugt,
verschoven en onnut, verslensenGa naar voetnoot617
gelijck een uytschot vande menschen.Ga naar voetnoot618
Daarom heb ick een vond bedagt:Ga naar voetnoot619
620[regelnummer]
als gij hier komt, komt niet bij nagt,
namiddags tusschen drien en vieren,
dan is hij in de kroeg te biere
en komt voor negen uuren weer.Ga naar voetnoot623
Bij nagt te komen, krenckt mijn eer.
625[regelnummer]
Ziet hier sijn drie gekleurde houten.Ga naar voetnoot625
Ga naar margenoot+Gij moogt vrijmoedig u verstoutenGa naar voetnoot626
als gij het rode alleen siet staan,
om onbeschroomt in huys te gaan.
Maar siet gij 't roode en het groene:
630[regelnummer]
dat is gesegt, kom wilt me zoene.Ga naar voetnoot630
Maar soo gij t swarte stockje siet:
dat is geseyt, daar schuylt nu niet,Ga naar voetnoot632
gaat dan maar voort de straat ten ende,
of wilt u elders hene wende.
| |
[pagina 91]
| |
Lichthart
635[regelnummer]
Die raat is van u wel bedagt.Ga naar voetnoot635
Trijn
Ziet dat ge u voor Jan wel wagt,
voorzeker heeft hij lont geroken.
'k Heb t hem wel uyt het hooft gestoken,Ga naar voetnoot638
maar hij gelooft mijn zeggen niet.
Lichthart
640[regelnummer]
Kent hij me wel als hij me ziet?
Trijn
Neen hij, maar weet van Gozen seggenGa naar voetnoot641
de zaack zoo openbaar te leggenGa naar voetnoot642
door vaste reden, die hij geeftGa naar voetnoot643
dat hij het al uyt andre heeft.Ga naar voetnoot644
645[regelnummer]
Om hem dan vast in slaap te wiegen
kunt gij hem alderbest bedriegen,
wanneer hij 's morgens vroeg op staat
en na De Bonte Molen gaat,Ga naar voetnoot648
dat hij alleen heeft uytverkoren.Ga naar voetnoot649
650[regelnummer]
Daar gaat hij om wat nieuws te hooren,
daar komt oock allerley gespuys,
het is een regt oud mannenhuys
om in de brandewijn te smoren.Ga naar voetnoot653
Voeg u oock bij die ouwe dooren:Ga naar voetnoot654
655[regelnummer]
Dan zullen ze gelijckerhandGa naar voetnoot656
| |
[pagina 92]
| |
Afbeelding 12. Geschilderd portret van Willem III als koning van Engeland
| |
[pagina 93]
| |
toeluysteren, om wel te degen
te overwicken en te wegen:
hoe sterck de France sijn in 't velt,aant.
660[regelnummer]
hoe 't met de Keyser is gestelt,aant.
waar hij sijn leger heeft geslagen,Ga naar voetnoot661
wat wilt Oranje soeckt te jagen.aant.Ga naar voetnoot662
Wel, zegt Jan Fack, ick heb verstaanaant.
dat hij na Engeland wil gaan
665[regelnummer]
om pater Peeter neer te vellenaant.
en dan sijn vaar te regt te stellen.aant.Ga naar voetnoot666
Maar Hanske Stoffels segt, ba ja,
hij sal dat doen op verre na.Ga naar voetnoot668
Terwijl ze dit aldus vertellen,
670[regelnummer]
zoo lozzen ze haar roggebellenGa naar voetnoot670
zoo groot als oesters, groen en geel.
Dus raackt ge in sijn vriendschap heel
en kunt voort kennis met hem maken
en tot een vryer aankoomst raken.Ga naar voetnoot674
675[regelnummer]
Of brengen hem wat nieuws aan boort
van 't gene, dat hij gaarne hoort.
Want niewe tijding hoort hij garen,
dus kan ick oock mijn eer bewaren.Ga naar voetnoot678
Lichthart
Ick sal mij voegen na u raat
680[regelnummer]
en doen, gelijck gij t best verstaat
om alle opspraack te vermeyen
en ons voor schande te bevrijen.
Die stocken, dats een rare vond.Ga naar voetnoot683
Trijn
Indien gij selfs maar swijgen kond,Ga naar voetnoot684
| |
[pagina 94]
| |
685[regelnummer]
zoo sal er niet een haan na kraien:
ick weet wel raat om hem te paien.
Maar 't wort al tijt dat gij weer gaat,
hij sal haast komen, 't wort al laat,
eer dat hij ons hier koom verrassen.
690[regelnummer]
Gij kunt dan op de teeckens passen
en doen, soo als ick heb geseyt.
Gij weet nu mijn genegentheyt.Ga naar voetnoot692
Lichthart
Ick sal, 'k beloov u, daar voor zorgen.
Trijn
Wel goeden nagt, en komt gij morgen,
695[regelnummer]
zoo let wel op 't geseyde merck.Ga naar voetnoot695
Trijn en Ligthart binnen
Jan uyt Wat is de werlt een wonderwerck,
daar heb ick in De Bonte Molen
aan Japickje mijn geest bevolen.aant.Ga naar voetnoot698
En heb daar uyt de krant gehoort,aant.
700[regelnummer]
hoe dat den Keyser regtevoortaant.Ga naar voetnoot700
den Turck in route heeft geslagen,aant.Ga naar voetnoot701
en wijders, hoe hij alle dagenGa naar voetnoot702
treckt na Constantinopelen,Ga naar voetnoot703
hoe moet sijn gat nu popelen?Ga naar voetnoot704
705[regelnummer]
En dat den prins in Engelant
het parlament stelt na sijn hant.
Hoe dat de Papen moeten wijckenGa naar voetnoot707
tot hertzeer van de Catolycken.
| |
[pagina 95]
| |
Dat pater Peter zit gevaan,aant.
710[regelnummer]
hoe qualijck dat sijn zaken staan,
en is het waar, is hij gevangen,
zoo sal hij zeecker moeten hangen,
en krijgens er La Chaze bij,aant.Ga naar voetnoot713
hij raackt oock van de galg niet vrij.
715[regelnummer]
Wat doen die schelmen meer als groten
te doön of uyt haar goet te stoten?
Ga naar margenoot+Hoe dat men binnen 's Gravenhaag
vergadering houd alle daag
om best de Francen t hooft te bieden,aant.Ga naar voetnoot719
720[regelnummer]
want hij maackt veel bedurve lieden.aant.Ga naar voetnoot720
Dit jaagt het gelt weer in de beurs
van veel beroide distlateursaant.
om weder brandewijn te branden,
want anders is er niet voorhanden,
725[regelnummer]
en daar geen brandewijn en is,
daar krijgt men ligt de kouwe pis.aant.Ga naar voetnoot726
De brandewijn doet wonderwercken,
de brandewijn kan 't hart verstercken,
de loffelijcke brandewijn
730[regelnummer]
is oude, en jonge, medecijn.Ga naar voetnoot730
Zij houd de doden uyt verrotting,Ga naar voetnoot731
zij maackt een oud' man tot bespotting
en weckt de doffe geesten op
en treckt ze opwaart, in de kop.
735[regelnummer]
Sij helpt het jeugdig bloed aan 't ziedenGa naar voetnoot735
en maackt van rijcke, arme lieden.
De wijven neemt ze haar vrije keurGa naar voetnoot737
en maackt haar tot een open deur,
de droeve helpt ze in verblijding,
740[regelnummer]
de rijckdom is se een benijding,aant.Ga naar voetnoot740
| |
[pagina 96]
| |
Afbeeldingh 13. Karikatuur van Pater Edward Petre S.J. met spottend onderschrift dat zinspeelt op diens mislukte pogingen om Engeland en Schotland weer tot de roomse godsdienst te brengen
Afbeelding 14. Portretgravure en mezzotint door Cornelis Dusart van François d'Air S.J., alias ‘le père La Chaise’. Het spottende onderschrift alludeert op de carrière die hij maakte als biechtvader van Lodewijk XIV.
| |
[pagina 97]
| |
de arme helpt ze voor kleen gelt
dat haar geen druck of armoe quelt.
Zij kan den gierigaart sijn kluytenGa naar voetnoot743
en toegeslote kas ontsluyten,
745[regelnummer]
de blode maackt ze onvertzaagt,Ga naar voetnoot745
en die met luysen sijn geplaagt,
die kan ze het gevoel verdoven.
Ga naar margenoot+De vrijers doet ze veel belovenGa naar voetnoot748
en komt het juyst niet overeen,Ga naar voetnoot749-50
750[regelnummer]
sij heelt seer ligt een blauwe scheen.
Zij maackt van vette magre vellen,Ga naar voetnoot751
van kuysche wijven morszebellen.Ga naar voetnoot752
Door haar geraacktmen bij de meytGa naar voetnoot753-54
in d' alderzoetste vrijigheyt,
755[regelnummer]
sij is de geest van alle drancken.Ga naar voetnoot755
Goosen uyt
Daarom behoort men ze te dancken.
Maar wie komt ginder soo alleen?
't Lijckt buurman Goosen weltevreen.Ga naar voetnoot758
Het schijnt oock dat hij mij wil spreeken,
760[regelnummer]
daar komt hij na mij toegestreecken.Ga naar voetnoot760
Ick wensch mijn buurman goeden dag,
'k verblij me, dat ick u noch mag
in goede welstant met mijn oogen
aanschouwen, dit heeft mij bewogen
765[regelnummer]
te vragen, hoe 't met u al gaat.
| |
[pagina 98]
| |
Goosen
Dat blijft noch in den ouden staat.Ga naar voetnoot766
Hoe is 't met u? En met u vrouwtje?
Treckt die noch altemet aan 't touwtje?aant.Ga naar voetnoot768
Jan
Dat weet je wel, is lang gedaan.Ga naar voetnoot769
Goosen
770[regelnummer]
Uw dochter, sal er die haast aan?Ga naar voetnoot770
Jan
Die sal nu met de eerste schepenGa naar voetnoot771
vertrecken, vat je nu de knepen?Ga naar voetnoot772
Goosen
Maar hoe? Vertrecken? Na wat lant?Ga naar voetnoot773
Jan
Na Inje, daar de zonne brand.
Goosen
775[regelnummer]
Daar sal ze wisse winst belopen,Ga naar voetnoot775
zij hoeft daar noyt geen turf te kopen.aant.Ga naar voetnoot776
'k Versta dan, hier is niemant nietGa naar voetnoot777
Ga naar margenoot+die haar besoeckt of na haar ziet.
Dierhalven sal ze haar verkloeckenGa naar voetnoot779
| |
[pagina 99]
| |
780[regelnummer]
om daar haar welstant te gaan soecken.Ga naar voetnoot780
Jan
Ick weet niet wat ze heeft in 't zin:
'k heb t haar ontraden, niettemin
sij heeft er niet na willen hooren,
al wat ick zeg, sij stopt haar ooren
Goosen
785[regelnummer]
Met wat geselschap treckt ze heen?aant.
Jan
Een snijer, of een breeckebeenaant.Ga naar voetnoot786
die zoo wat in een boeck kan leezen,Ga naar voetnoot786-87
het sal een dranckbesoecker wesen.aant.Ga naar voetnoot788
En moet men met den vijand slaan,Ga naar voetnoot789
790[regelnummer]
dan sal hij bij de kruytkist staan.aant.Ga naar voetnoot790
Maar eer men eet, sal hij eerst biddenGa naar voetnoot791
en sitten aan den back in 't midden,aant.Ga naar voetnoot792
opdat hij wel te degen zie
dat alle ding geschickt geschie,Ga naar voetnoot794
795[regelnummer]
wat dunckje van sulck een offitie?Ga naar voetnoot795
Het is een man van goe conditie:
hij heeft een welgestelde maag,
hij drinckt vrij sterck en eet seer graag.Ga naar voetnoot798
Daarbij twee witte sagte handen,
800[regelnummer]
twee rijen geele botertanden,aant.Ga naar voetnoot800
een buyck als een gespannen trom.
Sijn neus, die hangt een weynig krom,
regt na de ouwerwetse geusen,aant.Ga naar voetnoot803
| |
[pagina 100]
| |
rondom bezet met jonge neuzen.Ga naar voetnoot804
805[regelnummer]
Zijn praat is altijt van de kerck,
maar nimmermeer spreeckt hij van werck,
daarom hout hij een goe concientie.Ga naar voetnoot807
Raackt hij den spijker op sijn kop,
810[regelnummer]
hij past er een schriftuurplaats op.Ga naar voetnoot810
Wat dunck je? Moet dat niet een quant sijn?Ga naar voetnoot811
Goosen
Wel, wel, dan sal ze in die stant sijnGa naar voetnoot812
als nigje van den domineaant.
en raackt soo macklijck over zee.
815[regelnummer]
Kan zij haar wat manierlijck houwen,Ga naar voetnoot815
daar sal wel ymant haast mee trouwen.
Maar dat ze niet te rijp en is,Ga naar voetnoot817
men loopt seer ligt sijn welvaart mis.Ga naar voetnoot818
Want als ze daar komt aan te landen,
820[regelnummer]
zij moet er niet te ligt verpandenGa naar voetnoot820Ga naar voetnoot820-21
met d' een of d' andre ligte quant,Ga naar voetnoot821
wat vaart er anders na dat land
als ligte vincken, ouders plagers,Ga naar voetnoot823
deurbrengers, vuyle hoerejagers?Ga naar voetnoot824
825[regelnummer]
Dies segt haar dat ze wel toesietGa naar voetnoot825
en stracks niet gaapt, al wat m' er biet.Ga naar voetnoot826
| |
[pagina 101]
| |
Zij mijde de inborelingen,
die konnen niet als pagger springen.aant.Ga naar voetnoot828
Dat is een volck die nagt en dag
830[regelnummer]
de duyven volgen op het slag.Ga naar voetnoot830
Het eerste dat haar sal ontmoeten,Ga naar voetnoot831
dat sal besoecken zijn of groeten,Ga naar voetnoot832
maar al van volckje uyt een veem,aant.Ga naar voetnoot833
en preecken al uyt eenen teem,Ga naar voetnoot834
835[regelnummer]
en tragten 't ancker of hun dreggeGa naar voetnoot835
voor eenen tijt maar neer te leggen.Ga naar voetnoot836
En als ze sijn die haven moe,
zij seylen na een andre toe.
Ga naar margenoot+Zij moet betragten een te trouwen,Ga naar voetnoot839
840[regelnummer]
die haar in eer en staat kan houwen.Ga naar voetnoot840
Jan
Maar als het na u zin souw gaan,
aan wat voor slag zoud gij haar raan?Ga naar voetnoot842
Goosen
Barbiers, die winnen gelt met hopen.aant.Ga naar voetnoot843
Krijgt se die beet, ze laat niet lopen,Ga naar voetnoot844
845[regelnummer]
sij geven voor hun zalf niet uyt.Ga naar voetnoot845
Heeft ymant van een vuyle bruytGa naar voetnoot846
gekregen een verpeutert zwansje,Ga naar voetnoot847
| |
[pagina 102]
| |
dat is voor haar een buytekansje.Ga naar voetnoot848
De adsisstenten sijn te kaal,aant.Ga naar voetnoot849
850[regelnummer]
een ambagtsman is veel te schraal,Ga naar voetnoot850
een rijcken vrijman is wat beters,aant.Ga naar voetnoot851
maar dat sijn sulcke taie veters,Ga naar voetnoot852
den hont die zit er op den tas.Ga naar voetnoot853
Een onderkoopman houd geen pas,aant.Ga naar voetnoot854
855[regelnummer]
hij moet door zoo veel piecken dansen,aant.Ga naar voetnoot855
eer dat hij met sijn buytekanzenGa naar voetnoot856
kan komen, daar hij 't gaarne had,Ga naar voetnoot857
en krijgt seer ligt een voet in 't gat.Ga naar voetnoot858
Zoo hij door dese of gene schennisGa naar voetnoot859
860[regelnummer]
raackt met den fiscus in de kennis.aant.Ga naar voetnoot860
En 't beurt wel dat die dan verkooptGa naar voetnoot861-62
dat hij gewenst had en gehoopt.
Hij moet hem na sijn schipper voegenaant.Ga naar voetnoot863
en komen in de grootste kroegen,Ga naar voetnoot864
865[regelnummer]
maar dat kan op de winst niet staan.Ga naar voetnoot865
Daarbij dan moy gekleet te gaan,
en 't wijf heeft t' huys oock haar kornuyten,Ga naar voetnoot867
neen, buurman, neen, dat souw niet sluyten.Ga naar voetnoot868
| |
[pagina 103]
| |
De staat, die moet gehouwen sijnGa naar voetnoot869
870[regelnummer]
of daar sal quaat vertrouwen sijn.Ga naar voetnoot870
die lopen overal rinckinckenGa naar voetnoot872
en hebben tot haar tijtverdrijffGa naar voetnoot873
zoo menig land, zoo menig wijf.Ga naar voetnoot874
875[regelnummer]
De militaire sijn meest moffen,aant.Ga naar voetnoot875
die altijt op haar adel stoffen.Ga naar voetnoot876
Jan
Wat dunck je van een luytenant?aant.
Goosen
Dats volck van allerley verstant.Ga naar voetnoot878
't Best dat ze kunnen is bedillenGa naar voetnoot879
880[regelnummer]
Al wat zij wil, sal hij niet willen.Ga naar voetnoot880
Soldij en kostgelt moet het doen,Ga naar voetnoot881
maand in maand uyt, na 't out fatzoen.Ga naar voetnoot882
Een vendrig, met sijn zeve zaken,aant.Ga naar voetnoot883
kan 't bey niet wel van passe maken.Ga naar voetnoot884
Jan
885[regelnummer]
Wat seg je van een procureur?Ga naar voetnoot885
| |
[pagina 104]
| |
Goosen
Een groote scheet, je hooft daar veur.Ga naar voetnoot886
Al wat die doet, bestaat met liegen,Ga naar voetnoot887
d'onnosle luyden te bedriegen,Ga naar voetnoot888
en voert de pleytzack in de hand,Ga naar voetnoot889
890[regelnummer]
die sluyt en opent hem 't verstant.Ga naar voetnoot890
Daar moet hij dit gaan consulteren,Ga naar voetnoot891
dat moet hij collationeren,Ga naar voetnoot892
die vergt hij assistatien,Ga naar voetnoot893
citatien, sommatien.Ga naar voetnoot894
895[regelnummer]
Zie hier, die moet ter rol gestelt sijn,aant.Ga naar voetnoot895
daar moet ten eersten zoo veel gelt sijn,Ga naar voetnoot896
daarin heeft hij getriomfeertGa naar voetnoot897
en die heeft hij den bal gekeert,Ga naar voetnoot898
nu exhibeert hij 't stuck hinc inde,Ga naar voetnoot899
900[regelnummer]
maar die sal hij de broeck opbinde.Ga naar voetnoot900
Cort om, al wat hij doet en laat,
steeckt vol bedrog en logenpraat,
want hoe de luyden meer krackelen,
hoe beter hij sijn rol kan spelen.
905[regelnummer]
Ga naar margenoot+Maar zoo 't een onderkoopman is
die opzigt heeft op vlees of visaant.Ga naar voetnoot906
of pick of teer dat goet kan kleven,Ga naar voetnoot907
de roest van 't ijser kan veel geven,Ga naar voetnoot908
het coper bet, de wijnen meer,Ga naar voetnoot909
| |
[pagina 105]
| |
910[regelnummer]
het dorre branthout heeft oock smeer,Ga naar voetnoot910
de smeerpuds doet de kadjang vetten,aant.Ga naar voetnoot911
de oly stremt tot brazaletten,Ga naar voetnoot912
het padystroo in goude kant,Ga naar voetnoot913
de zuyckerdrop in diamant,Ga naar voetnoot914
915[regelnummer]
de granen, wie kan dat bevroeien,Ga naar voetnoot915
die kunnen in het packhuys groeien,
het alderminst op 't hondert drie:Ga naar voetnoot917
nu zegt, wat dunckje dan van die?Ga naar voetnoot918
Jan
Maar is daar anders niet te winnenGa naar voetnoot919
920[regelnummer]
of moet men dat alzoo beginnen?Ga naar voetnoot920
Is daar geen werckvolck inde stat?
Goosen
Die maken gaarn haar kelen nat.
Een timmerman is maar een vijster,Ga naar voetnoot923
een metzelaar een vuyle pleyster,Ga naar voetnoot924
925[regelnummer]
een smit een vuyl baart, half gebraan,
een koperslager doof van slaan,
de pruyckemakers apeknegten,Ga naar voetnoot927
zwaartvegers willen altijt vegten,Ga naar voetnoot928
de backers moffen al te hoop,aant.
930[regelnummer]
een snijer zet zich self te koop,aant.Ga naar voetnoot930
| |
[pagina 106]
| |
een schoester kauwt staag leere lappen.Ga naar voetnoot931
Geen beter ambagt als het tappen,aant.Ga naar voetnoot932
die hem daar mee behelpen kanGa naar voetnoot933
wort haast een rijck en deftig man.Ga naar voetnoot934
Jan
935[regelnummer]
Maar hier vergeetje andre quanten,Ga naar voetnoot935
we dencken hier om geen sergianten.Ga naar voetnoot936
Goosen
Dat is maar volckje van deux aas,aant.Ga naar voetnoot937
een lege beurs met groot geraas.
't Zijn wambuskloppers, grote prachers,Ga naar voetnoot939
940[regelnummer]
arack en bier verkopers, schachers.Ga naar voetnoot940
Wanneer bij haar een arm zoldaatGa naar voetnoot941
zijn dranck niet haalt of halen laat,
zoo mach hij op de rotting passen.Ga naar voetnoot943
Uw dochter is niet opgewassenGa naar voetnoot944
945[regelnummer]
voor sulck geschoor. Een swarten aapGa naar voetnoot945
is spuls genoeg voor soo een knaap.Ga naar voetnoot946
Veel beter sijn de werrickbazen,aant.Ga naar voetnoot947
die spelen altijt met troef azenGa naar voetnoot948
of zeylen altijt voorde wint
950[regelnummer]
en zijn van yder een bemint.
Al wie haar komt op straat ontmoeten,
die salze met beleeftheyt groeten.Ga naar voetnoot952
| |
[pagina 107]
| |
Komt hij met ymant in gespreck,
strax praat de juffer van gebrek:Ga naar voetnoot954
955[regelnummer]
och baas, ons prauwtje dat wil zincken,Ga naar voetnoot955
ick bid je, wilt er eens om dincken.
En 't ziet er oock zoo lelick uyt,
gelijck een afgeleyde schuyt,Ga naar voetnoot958
ay, laat het dog een kleurtje geven
960[regelnummer]
en wat harpuysen daar beneven.aant.Ga naar voetnoot960
Ziet hoe dit huysraat is vergaan,
die ketel moet een lap op staan,Ga naar voetnoot962
laat oock dat keuckengoet vertinnen,Ga naar voetnoot963
al wat ick strijck, ick brand me linnen.
965[regelnummer]
Terwijl mejuffer kermt en klaptGa naar voetnoot965
zoo wort er een glas wijn getapt,
want zoo een werck moet eerst begoten.
U dochter, die is oock gesproten
Ga naar margenoot+uyt zulck geselschap, zoo sij kanaant.
970[regelnummer]
geraken aan alzulck een man,
zoo isze dan genoeg behouwen,Ga naar voetnoot971
die mag ze sonder schromen trouwen.
Jan
Dat kan ick vatten en verstaan,
maar wilje mee na mijnen't gaan?
975[regelnummer]
Wenscht haar geluck en maakt een praatje.
Ze salje wel van t beste vaatje
eens tappen op behouwe reys.Ga naar voetnoot977
Goosen
Dat moest oock sijn, dat was den eysch.Ga naar voetnoot978
| |
[pagina 108]
| |
Jan en Goosen binne
Ligthart Trijn
Lichthart
Hoe moet den mensch in zorge leeven
980[regelnummer]
die door sijn lusten wort gedreven.
Den tijt bij ons bestemt, alreeGa naar voetnoot981
verlopen is van lieverlee.Ga naar voetnoot982
Ick heb nu nergens voor te schromen
als ick de teeckens heb vernomen.Ga naar voetnoot984
985[regelnummer]
'k Hebt al gesien, de baan is klaar.
Trijn
Kom binnen Ligthart, benje daar,
zijt onbeschroomt, het is er helder.Ga naar voetnoot987
binnen
Goozen uyt
Goosen
Dat bier quam uyt een koele kelder
en 't hadde noch de ouwe smaack.Ga naar voetnoot989
990[regelnummer]
Ick speelde oock ter degen raack,Ga naar voetnoot990
en waarom niet? Hoe? Ick besogt erGa naar voetnoot991-92
op 't weg gaan, maar mijn buurmans dogteraant.
zoo veer te trecken, van de hand,Ga naar voetnoot993
zoo wijt een afgelegen land?
995[regelnummer]
Zij sou 't niet doen, dat sij mijn kint was,Ga naar voetnoot995
| |
[pagina 109]
| |
schoon dat z' er noch zoo toegezint was.Ga naar voetnoot996
Ick zouw 't haar met een entje hout
wijs maken, soo sij maar soo stoutGa naar voetnoot998
Ga naar margenoot+was, datze mij sulck af kwam vergen.Ga naar voetnoot999
1000[regelnummer]
Zij mach het zoecken te verbergen,Ga naar voetnoot1000-02
maar zoo ick wel bemerken kan,
de meyt is rijp, daar schort een man.Ga naar voetnoot1002
Ick hebbe in mijn jonge jaren
de wijde werelt omgevaren
1005[regelnummer]
en overal wel aangemerckt,
hoe dat men om de kost al werckt.Ga naar voetnoot1006
Eerst voer ick mee voor bootsmansjongen,Ga naar voetnoot1007
doe wij de Spaanse vloot besprongen.Ga naar voetnoot1008
Daar sag ick doe, hoe dat Jan Gataant.Ga naar voetnoot1009
1010[regelnummer]
zoo deerlijck raackten inde mat,Ga naar voetnoot1010
wij wierden haast van arme rijcke,Ga naar voetnoot1011
den Spanjaart moest het aan staan kijcke,
en wesen noch al weltevreen.Ga naar voetnoot1013
De buyt was groot en ongemeen.
1015[regelnummer]
Als ick nu weer was t huys gekomen,
heb ick na Inje dienst genomen.
'k Verhuurde me voor cock biget.Ga naar voetnoot1017
Doe zat ick met de neus in t vet,Ga naar voetnoot1018
de smeerpot was mij aanbevolen,Ga naar voetnoot1019
1020[regelnummer]
ik heerste over hout en kolen,
| |
[pagina 110]
| |
en kreeg van alleman bezoeck.
Die gaf me brandewijn, dees koeck,aant.
om dat ze mogten metme praten.Ga naar voetnoot1023
Maar meest de hongrige zoldaten,Ga naar voetnoot1024
1025[regelnummer]
die waren altijt bij de hant,
als ick het gort had aangebrantaant.Ga naar voetnoot1026
dan was 't aan 't grabbelen en grijpen.
Zij gaven me toeback en pijpen
en broecken, rocken, messen, enGa naar voetnoot1029
1030[regelnummer]
zoo veel dat ick't niet noemen ken,
Ga naar margenoot+al om den hollen buyck te vullen.Ga naar voetnoot1031
Ick konze soo ick wilde trullen,Ga naar voetnoot1032
maar 's avonts na besette wagt,aant.Ga naar voetnoot1033
dan kreeg den bottelier sijn vragt.aant.Ga naar voetnoot1034
1035[regelnummer]
Den domine, voor eerst met namen,Ga naar voetnoot1035
en boots en schieman quamen tzamen.Ga naar voetnoot1036
Konstapel en den timmerman,aant.Ga naar voetnoot1037
die quamen veeltijts agter an.Ga naar voetnoot1038
't Was bottelier, hoe staat het leven,
1040[regelnummer]
is hier niet wat om afte weven?Ga naar voetnoot1040
Aldus verkregen we de reys:Ga naar voetnoot1041
stal hij den dranck, ick 't speck en vleys,
maar daar is niet veel aan bedreven:Ga naar voetnoot1043
die 't outaar dient moet daar van leven.aant.Ga naar voetnoot1044
1045[regelnummer]
Ick heb mijn tijt en beurt gehad,
nu leg ick 't ancker bij de kat.aant.Ga naar voetnoot1046
| |
[pagina 111]
| |
Waar mag dit volck zoo driftig lopen,Ga naar voetnoot1047
of selmer een het vel af stropen?Ga naar voetnoot1048
Ick zal oock mee wat nader gaan,
1050[regelnummer]
mijn buurman sie ick daar al staan.
Stijn een quackzalfster
't Is noch gelijck het was voordesen:aant.
de werelt wil bedrogen wesen,
en die dat maar knaphandig kanGa naar voetnoot1053
die heeft er gunst en eere van.Ga naar voetnoot1054
1055[regelnummer]
Zij sijn dan hoog of laag van staten,Ga naar voetnoot1055
men dient ze alderbest met praten.Ga naar voetnoot1056
Panlickers hebben voor de wintGa naar voetnoot1057
en worden overal bemint.
Ga naar margenoot+Schoonpraters werden voortgetogen,Ga naar voetnoot1059
1060[regelnummer]
die kijcken toe met hondert oogen.Ga naar voetnoot1060
Een ambagtsman nu niet bedijt,Ga naar voetnoot1061
al werckt hij dat hij hem beschijt.Ga naar voetnoot1062
Als ick dat nu bezag en merckte,
hoe dat die wroete en die werckte,
1065[regelnummer]
alleen maar om de zobre kost
en raackte nimmermeer verlost,Ga naar voetnoot1066
soo dagt ick, liever wat versonnenGa naar voetnoot1067
en macklijcker de cost gewonnen.
Ick spande met een Vlaming aan.aant.Ga naar voetnoot1069
1070[regelnummer]
Die had den regten orvitaan,aant.Ga naar voetnoot1070
daar hij mee reysde in dorp en steden,
| |
[pagina 112]
| |
ick als sijn wijf, ick reysde mede.
Terwijl ick bij hem heb verkeert,
heb ick sijn kunst hem afgeleert.Ga naar voetnoot1074
1075[regelnummer]
Nu doe ick mijne winckel open
omdat ick soude wat verkopen,Ga naar voetnoot1076
waarom ick hier gekomen ben,Ga naar voetnoot1077
maar wijl mij niemant hier noch ken,Ga naar voetnoot1078
soo sal ick egter doen bewijsen,Ga naar voetnoot1079
1080[regelnummer]
hoe 't werck sijn meester hoort te prijsen,aant.
wanneerme mij maar stelt te werck.Ga naar voetnoot1081
Voor eerst genees ick scheurbuyck, sterk,aant.Ga naar voetnoot1082
dien zieckten wortel kan ick korten.Ga naar voetnoot1083
Wie dit kan drincken sonder storten,Ga naar voetnoot1084
1085[regelnummer]
is daadlijck van de koorts verlost,
daar mannen, proef, 't is geen qua kost.Ga naar voetnoot1086
Die steen verdrijft de dolle tantpijn,Ga naar voetnoot1087
die groene zalve die verbrant sijn,Ga naar voetnoot1088
dit watertje verdrijft graveel,Ga naar voetnoot1089
1090[regelnummer]
al pis je zant soo fijn als meel.Ga naar voetnoot1090
Ga naar margenoot+Het sal u helpen en ontlasten,
die plaaster, die verdrijft de quasten,Ga naar voetnoot1092
lijckdoren, exterogen hart.Ga naar voetnoot1093
Hoe t wesen mag, t sij wit of swart,
1095[regelnummer]
ick puf den ruwen Itaaljaanderaant.Ga naar voetnoot1095
of lieven oom, van Gent in Vlaander.aant.
| |
[pagina 113]
| |
Maar zagt, ick zeyl hier west en oost,Ga naar voetnoot1097
dat dranckje noem ick vrouwentroostGa naar voetnoot1098
omdat het mannen helpt te paarde,
1100[regelnummer]
ja oock wel dicmaal onder d' aarde.Ga naar voetnoot1100
En ziet, dit pulver is zeer goetGa naar voetnoot1101
voor ymand die gedurig bloed.
Ick derf mijn konste wel verhoge,Ga naar voetnoot1103
ver boven meester Joost de Coge.aant.
1105[regelnummer]
Piet Uyen agt ick niet een scheet,aant.Ga naar voetnoot1105
behalven dese kunsten. 'k Weet
meer andre dingen, hoe de vrouwen
in 't swanger gaan haar moeten houwen,Ga naar voetnoot1108
omdat ick in die wetenschap
1110[regelnummer]
geraackt ben op den hoogsten trap,
ick weet, hoe datze moeten wesen.Ga naar voetnoot1111
Ick heb Paree heel uyt gelese:aant.
zij moet niet groot van handen sijn,aant.Ga naar voetnoot1113
doof mag geen quaat, zij voelt geen pijnaant.Ga naar voetnoot1114
1115[regelnummer]
en heeftze maar veel mans bekeecken,
te beter weetze van de streecken,Ga naar voetnoot1116
veel praten van de kinderteelt,Ga naar voetnoot1117
dats kout die 'tvrouwvolck noyt verveelt.Ga naar voetnoot1118
Te beter wintvang heeft het schuytje,Ga naar voetnoot1119
1120[regelnummer]
te beter werckt het klene guytje.Ga naar voetnoot1120
't Is even zoo, al maar in schijn,Ga naar voetnoot1121
de werelt wil bedrogen sijn.
| |
[pagina 114]
| |
Afbeelding 15. Detail uit het schilderij De kwakzalver (1652) van Gerard Dou. Let op de attributen als zegels en brieven, waarmee de kwakzalver zijn geloofwaardigheid en gezag meent te ondersteunen.
| |
[pagina 115]
| |
Ga naar margenoot+Maar souw ick dat niet wel verzinne?Ga naar voetnoot1123
'k Was vroemoer van de Keyserinne,aant.Ga naar voetnoot1124
1125[regelnummer]
daarvoor quam ick in 't doctors gilt,aant.Ga naar voetnoot1125
en 't Keysers wapen tot een schilt,aant.Ga naar voetnoot1126
heeft mij de keyser self geschoncken
om overal daar mee te proncken.
Zoo gij op dit papier kunt sien,
1130[regelnummer]
geen heeren mogen 't mij verbien.aant.Ga naar voetnoot1130
Om hier in yder te gerievenGa naar voetnoot1131
vertoon ick zegelen en brieven,Ga naar voetnoot1132
wie dan wat koopt, die weet gewis,
dat hier te land geen beter is.
Jan
1135[regelnummer]
Daar moest eerst gelt sijn om te kopen.Ga naar voetnoot1135
Stijn
Om gelt hoeft gij niet veer te lopen,
uw huys is daar van wel voorzien,
dat ick maar mogt een sekre stienaant.Ga naar voetnoot1138
opgraven, 'kzouw daar schijven vinden.Ga naar voetnoot1139
Jan
1140[regelnummer]
Zoud gij u durven onderwindenGa naar voetnoot1140
een schat te vinden, die ick weetGa naar voetnoot1141
dat ergens bij of in 't secreetGa naar voetnoot1142
begraven legt, gelijck ze seggen,Ga naar voetnoot1143
dat het daar moet begraven leggen.
| |
[pagina 116]
| |
Stijn
1145[regelnummer]
Tot zulcke dingen weet ick raat.Ga naar voetnoot1145
Dits kunst, die niemant ligt verstaat,Ga naar voetnoot1146
maar als ick seg waar 'tlegt begrave
en gij het weet, wat sal mijn gaveGa naar voetnoot1148
voor mijne moeyte wesen dan?
1150[regelnummer]
Zoud gij doen als een eerlijck man?
Jan
Ick sal u sonder tegenstreven
de regte helft gewillig gevenGa naar voetnoot1152
zoo 't uyt valt als gij hebt geseyt,
dat daar een schat begraven leyt.
Stijn
1155[regelnummer]
Dats zeker, daar is niet te schromen,Ga naar voetnoot1155
ick sal het op de vloer doen komen,Ga naar voetnoot1156
maar hoe ick dat aanleggen sal,
dat seg ick niet voor niet met al,Ga naar voetnoot1158
die kunst, die houde ick op gesloten.Ga naar voetnoot1159
1160[regelnummer]
Nu kunt ge haast u schat vergrotenGa naar voetnoot1160
als gij doet, dat ick u gebie.
Goosen
'k Geloov het niet voordat ick t zie,
ze soeckt ons alle bey te trullenGa naar voetnoot1163
en paait ons met een hoope prullen.Ga naar voetnoot1164
Jan
1165[regelnummer]
't Besoecken kan voor niet geschien.Ga naar voetnoot1165
| |
[pagina 117]
| |
Stijn
Geloov me woort, gij sult het sien,
ick soecke niemant te bedriegen.Ga naar voetnoot1167
Waarom zouw ick voor niet staan liegen?Ga naar voetnoot1168
Jan
Maar wat souw ick dan moeten doen?
Stijn
1170[regelnummer]
Treck vanje voet je slincke schoenGa naar voetnoot1170
en geef ze mij eens in mijn handen.
Hier zie ick in de misverstanden
die tusschen u sijn en u vrouw:
ze lieft een ander meer als jouw.
1175[regelnummer]
Is dat niet waar of is 't gelogen?
Noch zie ick hier met bey mijn oogen,
dat gij veel liever in de kroeg
als bij u wijf zijt.
Jan
't Is genoeg,
ick twijffel aan u kunst niet langer.
1180[regelnummer]
Wat lants vrouw benje?
Stijn
Van Stavangeraant.
Goosen
O, een Noorin, des duyvels maats!aant.Ga naar voetnoot1181
Stijn
Ja, dat is mijn geboorte plaats.
Nu segt dan sonder lang te teemen,Ga naar voetnoot1183
indien ick 't bij de hant sal nemen,Ga naar voetnoot1184
1185[regelnummer]
zoo maack ick mij daar toe bereyt.
'kZal doen, al wat ick heb gezeyt,
| |
[pagina 118]
| |
zoo benje immers niet bedrogen,Ga naar voetnoot1188
ick weet, dat ick mijn kunst wel kan.Ga naar voetnoot1189
1190[regelnummer]
Als ick in huys ben, moet ick danaant.Ga naar voetnoot1190
u en u vrouw haar beste kleeren
doorkijken, want ick moet ze keerenGa naar voetnoot1192
en zoecken daar mijn lessen uyt.
Dan zal ick zingen overluytGa naar voetnoot1194
1195[regelnummer]
mijn verzen vol van toverijen.
Zit gij maar stil, laat mij betijen,Ga naar voetnoot1196
en om te minder schrick of vreez
u aan te jagen, wijl ick lees,
zal ick u heymelijck versteeckenGa naar voetnoot1199
1200[regelnummer]
en digt toedecken met een deecken.
Daar kunt gij wel toeluysteren al
het geen ick zeg en zingen sal,
zijt gij nu met mijn kunst te vreden,
zoo sal ick voort mijn tijt besteden
1205[regelnummer]
om u te helpen aan dat gelt
dat over lang daar is gesteltGa naar voetnoot1206
en noch in potten en in zackenGa naar voetnoot1207
door 't schimlen vast is aangebacken.Ga naar voetnoot1208
Jan
Ja, koomt, hoe eer hoe liever, koomt,
1210[regelnummer]
'k ben voor den duyvel niet beschroomt!Ga naar voetnoot1210
Stijn
Waar woon je? Waar sal ick je vinde?
| |
[pagina 119]
| |
Jan
'k Woon aldernaast de schele blinde,aant.
bij 't tugthuys, daarmen zarcken tapt,aant.Ga naar voetnoot1213
dat dit niet door je gat en snapt.Ga naar voetnoot1214
Stijn
1215[regelnummer]
Daar sal ick me wel wat voor wagten,Ga naar voetnoot1215-16
opdat je van mij hoort geen klagten,
maar maackt dan selver t' huys te sijn.Ga naar voetnoot1217
Jan
Dat sal ick doen. Hoe hietje? Stijn?
Stijn
Ja, Stijn, van Stavanger geboren.
Stijn binnen
Jan
1220[regelnummer]
'tIs goet, me wens is niet verloren,Ga naar voetnoot1220
ick salje wagten, 't gaatje wel.Ga naar voetnoot1221
Goosen
Ze praat van duyvel en van hel
en wilje noch dat wijf geloven?
Jan
Maar buurman, ick weet daarenbovenGa naar voetnoot1224
1225[regelnummer]
dat daar gelt van mijn bestevaaraant.Ga naar voetnoot1225
begraven legt, dats wis en waar.
Wanneer Duc Dalf het land verheerdeaant.Ga naar voetnoot1227
| |
[pagina 120]
| |
Afbeelding 16. Negentiende-eeuws aquarel van het Haarlemse tuchthuis aan de Tuchthuisstraat, waar Jan vlakbij woonde
| |
[pagina 121]
| |
en als een boos tiran regeerde
en Haarlem ingenomen was,aant.
1230[regelnummer]
begroef mijn bestevaar, soo ras
hij onraat hoorde, 't gelt in d' aarde.
Want hij was zuynig, en hij spaarde.
En trock doe met mijn bestemoerGa naar voetnoot1233
de stat uyt, als een armen boer,
1235[regelnummer]
en liet die schat de aard bevolen,Ga naar voetnoot1235
Na veel omzuckkelen en dolen,Ga naar voetnoot1236
zoo quam in een vrijer land,Ga naar voetnoot1237
't was Emden, sonder gelt of pant,aant.
om eerlijck dan de kost te vinde.
1240[regelnummer]
Sijn ambagt, dat was boecke binden,
daar raackte hij wel haast mee klaar.Ga naar voetnoot1241
Mijn bestemoer kreeg daar mijn vaar.Ga naar voetnoot1242
Maar na 't verloop van vijf ses jaren
begon de lugt wat op te klaren,
1245[regelnummer]
de Spanjaart die verliet de stat.aant.Ga naar voetnoot1245
Doe dagt hij weder om sijn schat,
en vant het noch zoo hij 't gestelt had,Ga naar voetnoot1247
maar liet niet blijcken, dat hij gelt had.
Zijn huys, dat stont noch over ent,aant.
1250[regelnummer]
maar half verbrand en seer geschend.
Hij teeg terstont aan 't califatenGa naar voetnoot1251
en stopte de gebrocke gaten.
En om dat met een goet fatzoen,Ga naar voetnoot1253
dat niemant mercken zouw, te doen,Ga naar voetnoot1254
1255[regelnummer]
zoo opende hij een van die holen,Ga naar voetnoot1255
maar liet de rest de aard bevolen,
op dat het niemant en vernam,Ga naar voetnoot1257
| |
[pagina 122]
| |
Ga naar margenoot+hoe hij soo haast aan gelt weer quam.Ga naar voetnoot1258
Hier haalde hij stuyvers uyt en duytenaant.Ga naar voetnoot1259
1260[regelnummer]
daar konde ze hem niet veel aan snuyten:Ga naar voetnoot1260
want had hij Spaans gelt voort gebrogt,aant.
zoo kreeg het volck ligt agterdogt.
Hij wouw t zijn wijf niet openbaren,
waar sijn verborge schatten waren.
1265[regelnummer]
Maar na verloop van twintig jaaraant.
zoo openbaarde hij 't mijn vaar:Ga naar voetnoot1266
zoon, sey hij, als ick koom te sterven,
verkoop dit huys niet, noch deez erve.
Ick heb hier gelt in d' aard geleyt,
1270[regelnummer]
maar waar, dat heeft hij niet geseyt,
geen mensche mogt daar agter komen,
noch niemant heeft het oyt vernomen.
Oock selfs heeft hij het niet gesien,Ga naar voetnoot1273
het gelt kan nergens heene vlien,
1275[regelnummer]
Dies moet het daar nootzaacklijck leggen,Ga naar voetnoot1275
hierom geloov ick meest haar seggen.Ga naar voetnoot1276
Goosen
Ick heb u reden aangehoortGa naar voetnoot1277
en wel verstaan van woort tot woort,Ga naar voetnoot1278
maar hoor, dit duncktme buyten reden,Ga naar voetnoot1279
1280[regelnummer]
dat hij daarna in tijt van vrede
dat gelt daar onder d' aarde liet,
waarom gebruyckte hij dat niet?
In die tijt was er gelt te winnen,Ga naar voetnoot1283
die gelt had, kon wel wat beginnen.Ga naar voetnoot1284
| |
[pagina 123]
| |
1285[regelnummer]
Of sij u toont een schoon gelaat,aant.Ga naar voetnoot1285
ick houde het maar voor logenpraat.
Vaar wel, mijn tijt die is verlopen.
Goosen binne
Jan
Voor eerst wil ick een paart gaan kopen
en leven rijcklijck als een heer,
1290[regelnummer]
daarbij een speeljagt op het meiraant.Ga naar voetnoot1290
om zomtijts uyt vermaack te zeylen.
Hoe zal ick met die schijven keylen,Ga naar voetnoot1292
Ga naar margenoot+die door dien ouden gierigaart
soo lang begraven sijn in d' aart.
1295[regelnummer]
Wat of de luy wel sullen praten
als zij mij sullen langs de straten
bij al de groten van de stat
zien wandelen, zoo fier en prat?Ga naar voetnoot1298
Daar heb ick wat in 't zin gekregen,
1300[regelnummer]
daar is een hofstee, wel gelegen,Ga naar voetnoot1300
die heb ick nu te koop gesien.
Daar wil ick oock een bot na bien,Ga naar voetnoot1302
want ick en wil het niet verspillen
en lappent zorgloos door de billen,Ga naar voetnoot1304
1305[regelnummer]
neen, beter vaste gront gekogt
als 't gelt met spelen doorgebrogt.Ga naar voetnoot1306
Me wijf haalt alle jaren kindren,Ga naar voetnoot1307
't is beter winnen als vermindren.Ga naar voetnoot1308
En of ze praten hier en daar,
1310[regelnummer]
u wijf die is van Ligthart swaar,Ga naar voetnoot1310
als ick maar rijck ben, ick vertrouwe,
| |
[pagina 124]
| |
ze sullen dan den beck wel houwe.
Ick ben verzekert van nu aan,Ga naar voetnoot1313
mijn wercken is al af gedaan.Ga naar voetnoot1314
1315[regelnummer]
Maar waar of die Noorin mag blijven?Ga naar voetnoot1315
'k Geloof, dat sij met andre wijven
Stijn uyt
haar tijt onnuttelijck verklapt.Ga naar voetnoot1317
Stijn
Dits 't tugthuys, daarmen zarcken tapt.aant.Ga naar voetnoot1318
Nu moest ick om het huys te vinde
1320[regelnummer]
uyt kijken na de scheele blinde.Ga naar voetnoot1320
Staat daar de man niet? Ja, hij is t,
dat heb ick noch al wel gegist.
Ick zal hem goeden avond biedenGa naar voetnoot1323
gelijck de eerelijcke lieden:Ga naar voetnoot1324
1325[regelnummer]
geluck in t' huys, en goeden dag.
Jan
Nu zie ick, dat ick seggen mag,
dat gij u woort houd als een vrouwe,
waarop men zeecker mag vertrouwe.Ga naar voetnoot1328
Stijn
Ick doe gelijck ick heb geseyt
1330[regelnummer]
en hebme oock daar toe bereyt,
nadien ick 't hebbe aangenomen.Ga naar voetnoot1331
En oock, omdat je niet soud schromenGa naar voetnoot1332
dat ick met vals bedrog omging.
Hier in is gants geen twijffeling:
| |
[pagina 125]
| |
1335[regelnummer]
dat doeckje sal zich zelfs ontwinden.Ga naar voetnoot1335
Wij sullen hier het gelt haast vinden,Ga naar voetnoot1336
maar hier is noch een swarigheyt:
u vrouw, die dient dit oock geseyt.
Sij mogt wie weet wat voor gedagten
1340[regelnummer]
gekrijgen, en de konst kleen agten,Ga naar voetnoot1340
dan was het spel geheel verbrot,Ga naar voetnoot1341
want eendragt maackt dit werck een slotGa naar voetnoot1342-43
dat niemant op of toe kan sluyten.
Die 't niet aangaat die ga na buyten.
1345[regelnummer]
Is hier oock ymant meer als gij?
Jan
Neen, niemant als de meyt.
(Stijn)
Dat sij
vertrecke, ergens bij de buuren
of daar gij haar kunt henen stuuren.
Geeft haar haar vrijheyt dese nagt,Ga naar voetnoot1349
1350[regelnummer]
ick wil bij niemant sijn verdagt.Ga naar voetnoot1350
Wat segt u vrouw van dese dingen?
Jan
Zij moet wel na mijn pijpen zingen,aant.Ga naar voetnoot1352
maar als ze praten hoort van gelt,Ga naar voetnoot1353
dan is se altijt wel gestelt.Ga naar voetnoot1354
1355[regelnummer]
Gij hoeft voor haar niet bang te wesen:
ick op een paart, sij in een cheeze.aant.Ga naar voetnoot1356
Wat dunckje, sal dat niet wel gaan?Ga naar voetnoot1357
| |
[pagina 126]
| |
Stijn
Ick moet haar echter spreecken aan
en haar bescheydelijck af vragenGa naar voetnoot1359
1360[regelnummer]
of deze dingen haar behagen.
Is sij in huys en bij de hand?
Jan
Ja, tree maar binnen bij haar, want
dit werck, dat diende wat te spoeden.Ga naar voetnoot1363
Stijn
Ick hebbe altijt quaat vermoeden.Ga naar voetnoot1364
1365[regelnummer]
d' Ervarentheyt, die leert het mijn,
dat wijven seer klapagtig sijn.Ga naar voetnoot1366
Ga naar margenoot+Best swijgense, dat ze niet weten.Ga naar voetnoot1367
Ick kan 't wel bij mijn selfs afmeten.Ga naar voetnoot1368
Nu roeptze, dat ick haar oock hoor.Ga naar voetnoot1369
Jan
1370[regelnummer]
Trijn benje agter? Kom eens voor!
Trijn uyt
Hier is een vrouw, die moet je spreecken.
Wij hebben hier een werck besteecken,Ga naar voetnoot1372
dat al ons leven heugen sal.
'k Was op de marckt en bij gevalGa naar voetnoot1374
1375[regelnummer]
soo bleef ick bij haar kraam staan kijken.
Na woort en weerwoort lietze blijcken,
datze geen roock of wint verkogt.
Ick sonder eenige agterdogtGa naar voetnoot1378
| |
[pagina 127]
| |
wouw weg gaan, maar sij hielt het tegen
1380[regelnummer]
en sprack, zijt gij om gelt verlegen?
Dat is onnodig, want in d' aardGa naar voetnoot1381
tot uwent legt een schat bewaart.
Indienje mij wel wilt betalen,
ick weet het daar wel uyttehalen.
1385[regelnummer]
En om een proef daar van te doen,Ga naar voetnoot1385
zoo eyst ze mij mijn slincke schoen,Ga naar voetnoot1386
daar keeckze in, en soo voordagtig,Ga naar voetnoot1387Ga naar voetnoot1387-88
al wat ze vraagde was waaragtig.
Ick ben met haar dan aangegaan,Ga naar voetnoot1389
1390[regelnummer]
zij kanme nu van 't werck ontslaan.Ga naar voetnoot1390
Zij heeft het dan dus aangenomen
het gelt hier boven te doen komen
dat in dit huys begraven leyt.
Nu is er gants geen swarigheyt,
1395[regelnummer]
zoo gij maar doet dat sij sal seggenGa naar voetnoot1395
en datze u sal te vooren leggen.Ga naar voetnoot1396
Geeft haar bescheyt op t geenze vraagt.Ga naar voetnoot1397
Stijn
Indien u dese kunst behaagt,
daar ick u man tot waarheyts teyckenGa naar voetnoot1399-1400
1400[regelnummer]
opregte proef van heb doen blijcken,
Ga naar margenoot+zoo ga ick oock terstont te werck.
Ick heb geen ander oogemerck
als om een stuyvertje te winnen,
en als ick weet dat uwe zinnen
1405[regelnummer]
met uwen man sijn eensgezint,
| |
[pagina 128]
| |
is 't nodig, dat men voort begint.Ga naar voetnoot1406
Mits dat men mij voor eene gaveGa naar voetnoot1407
van alles, dat hier legt begrave,
het rechte derde deel verstreckt.Ga naar voetnoot1409
1410[regelnummer]
En dat het oock niet uyt en leckt,
noch voort gesegt werde aan u vrienden.
En dat ick, als ick u hier dienden,Ga naar voetnoot1412-14
niet wierd met schande agterhaaltGa naar voetnoot1413
en mijne dienst met schand betaalt.
Trijn
1415[regelnummer]
Al wat mijn man wil doen of laten
of prijst of laackt sal ick niet haten.Ga naar voetnoot1416
Is hij tevreen, ick ben tevreen:
het hooft is stuurman vande leen.aant.Ga naar voetnoot1418
Daarom, wil hij het avonturen,Ga naar voetnoot1419
1420[regelnummer]
ick voege na sijn zotte kuuren.Ga naar voetnoot1420
Stijn
Welaan dan, 't is alreede tijt.
Nu gij daarin tevreden zijt,
zoo sal ick 't oock in 't werck gaan stellen.
Za, geeft nu op u beste vellenGa naar voetnoot1424
1425[regelnummer]
en daar gij allermeest van houd.Ga naar voetnoot1425
Nu gij mij hebt u goet betrouwt,Ga naar voetnoot1426
soo doet oock deur en vensters open,
en wat je siet, laat mij maar lopen.Ga naar voetnoot1428
| |
[pagina 129]
| |
Nu geev me eens een groot stuck krijt.
1430[regelnummer]
In 't korte sult gij sijn verblijt.Ga naar voetnoot1430
Stijn schrijft een cirkel
Trijn
Wat salze met die O beginnen,Ga naar voetnoot1431
een kruys, en daar een dootshooft binnen?
Drie koten met een menschen been,aant.Ga naar voetnoot1433
twee knickers en een gele peen.aant.Ga naar voetnoot1434
1435[regelnummer]
Ga naar margenoot+Wat sal dit wijf ons hier al brouwen?Ga naar voetnoot1435
Stijn
Gij moet u mont gesloten houwen
en swijgen stil en horen toe,
gij sult haast mercken wat ick doe.
Kom, geefme nu de beste kleren,
1440[regelnummer]
die moet ick 't buytenst binnen keren.
Ja, hier bespeur ick nu den buyt,
nu, neem daar eens drie stenen uyt,Ga naar voetnoot1442
hier is het dat den aap sal schuylen.Ga naar voetnoot1443
Trijn
Ick souw van boosheyt wel gaan huylen.
Stijn
1445[regelnummer]
Graaft daar een driekant gat in d' aard,Ga naar voetnoot1445
verschrick niet, 'tsijn u schatten waard,Ga naar voetnoot1446
en siet gij wat, soo sluyt u oogen:
de konst gaat boven u vermogen.Ga naar voetnoot1448
Kom, geef me nu een deecken, daar
| |
[pagina 130]
| |
Afbeelding 17. Apothekerspot met bevergeil in het Deutsches Apotheken Museum te Heidelberg
| |
[pagina 131]
| |
1450[regelnummer]
ick u sal ondersetten, maarGa naar voetnoot1450
voor al swijgt stil tot dat ick wederGa naar voetnoot1451
u koom ontdecken, nu sit neder.Ga naar voetnoot1452
Stijn dekt Jan en Trijn onder een deeken
En sit zoo lang, tot dat het gelt
op dese tafel legt getelt.Ga naar voetnoot1454
1455[regelnummer]
En luyster toe met bey u ooren,
gij sult wel haast wat wonders hooren.
Koom Pluto uyt u duyster hol,aant.Ga naar voetnoot1457
'k bezweer u bij die swarte kolGa naar voetnoot1458
die dese schatten in haar magt heeft
1460[regelnummer]
en dwingtze, datze 't door u kragt geeft.Ga naar voetnoot1460
Medea Circe Hecatee,aant.Ga naar voetnoot1461
o Proserpina, helpme meeaant.Ga naar voetnoot1462
met kragt van woorden, kruyden, steenen.
En als gij komt, soo brengt met eenen
1465[regelnummer]
het alderkragtigst toverkruyt
van mancop om den slaap te laden.Ga naar voetnoot1467
Oock bevergyl, een tack nagtschadeGa naar voetnoot1468
en Cerbrus speecsel, op een blatGa naar voetnoot1469
1470[regelnummer]
dit saam gestoten, maack het natGa naar voetnoot1470
Laat Radamantus hier van weten,aant.
| |
[pagina 132]
| |
Afbeelding 18. De melodie van Courante la Bare uit neef Jan van Elslands Gezangen
| |
[pagina 133]
| |
en maackt den helhont ketenvastaant.Ga naar voetnoot1473
gemuylbant, dat hij niet en bast.Ga naar voetnoot1474
1475[regelnummer]
Om, als ick vaardig ben te vliedenGa naar voetnoot1475
het mag in stilligheyt geschieden.Ga naar voetnoot1476
U spreeck ick nu ootmoedig aan,
o, zuyvre nagtgoddin Diaan,aant.
zijt mij behulpsaam in t vertrecken
1480[regelnummer]
en wilt mij met een wolck bedecken,
op dat mij Argus niet verklickt.aant.Ga naar voetnoot1481
Ze winckt, ze heeftme toegeknickt.Ga naar voetnoot1482
Dies sal ick nu haar lof en eereGa naar voetnoot1483
opzingen, wijl ick dese kleerenGa naar voetnoot1484
1485[regelnummer]
vast digt bijeen pack om te gaanGa naar voetnoot1485
met haar bescherming hiervandaan.
Zoo lang de werelt ommesweeftaant.
en Titan sal den top van berg en dakenaant.Ga naar voetnoot1488
met sijne glants goutverwig maken,
1490[regelnummer]
zult gij Diaan door al wat leven heeft
uyt grondelijcke herteminGa naar voetnoot1491
zijn aangebeen voor opperste goddin
en hoog geroemt. O, bron van heyl en zegen
die immermeer
1495[regelnummer]
gelijck een regen
vloeit op aarde neer.
| |
[pagina 134]
| |
2
Wanneer de bang en nare nagt
het aartrijck dreygt met duysterheyt te decken,
laat gij u godlijck aanschijn strecken
1500[regelnummer]
een heylzaam hulp voor 't wereltlijck geslagt.
Als hert of hind of haas in noot
ontschuldig worstelt met de wrede doot,Ga naar voetnoot1502
zend gij u hulp om 't heylig bloet te vrijen.aant.Ga naar voetnoot1503
O, godlijckheyt
1505[regelnummer]
vol medelijen
in u majesteyt.
Den scepter sweeft in leckernijGa naar voetnoot1507-08
door u gena en heeft den dis verkregenGa naar voetnoot1508-09
op 't starrendack, wier gulden zegenaant.Ga naar voetnoot1509
1510[regelnummer]
het priesterschap alleen vergadert zij,Ga naar voetnoot1510
en 't outaar roockt van stier of ramGa naar voetnoot1511
of hert of bock of eerloos zuygend lamGa naar voetnoot1512
wert gij geroemt van offervlam en tongenGa naar voetnoot1513-16
die uwen lof
1515[regelnummer]
noit moe en songen,
eewig vol van stof.
Ick heb mijn pligt nu vaargenomenGa naar voetnoot1517
en hoeve niemant meer te schromen.Ga naar voetnoot1518
't Is stil in 't midden vande nagt.
1520[regelnummer]
Ick laat haar zitten warm en zagt.Ga naar voetnoot1520
Nu heb ick anders niet te ramenGa naar voetnoot1521
| |
[pagina 135]
| |
dan met mijn spillen op te kramen.Ga naar voetnoot1522
Dit goetje pastme wonder wel:Ga naar voetnoot1523
drie goude ringen, met een belGa naar voetnoot1524
1525[regelnummer]
en silvre messen, lepels, knopen.
't Is alles wel, de deur staat open,
ick salze oock soo laten staan.
Mijn zaken, die sijn afgedaan.
Stijn binne
Lichthart uyt Ick moet in vrees en hoope swerven,
1530[regelnummer]
want die ick liefst heb, moet ick derven,Ga naar voetnoot1530
en of ick bij mijn kameraats
mijn geest en zinnen wat verplaats,Ga naar voetnoot1532
daar blijft een rusteloos verlangen
gestadig in de zinnen hangen.
1535[regelnummer]
Maar als ick bij mijn lieve Trijn,Ga naar voetnoot1535
al is t met vrees, vermengt mag sijn,Ga naar voetnoot1536
zoo ben ick als een ander mensche,
dan krijg ick, dat ick hoop en wensche.
Nu heb ick in een bruyloftsfeestaant.Ga naar voetnoot1539
1540[regelnummer]
maar slegts in schijn verheugt geweest.
Want, schoon mij Bachus wat ontlasteGa naar voetnoot1541
en d' aanspraak vande andre gasten,
Ga naar margenoot+het quam uyt een bekrompen hart,Ga naar voetnoot1543
't verlangen hield me heel benart.
1545[regelnummer]
Ick tragte daar vandaan te raken,
en om mijn onschult goet te maken,Ga naar voetnoot1546
zoo klaagde ick van grote pijn
| |
[pagina 136]
| |
en dat ick wenste t' huys te sijn,
'k heb dan in t eynd verlof gekregen.Ga naar voetnoot1549
1550[regelnummer]
Nu sta ick wederom verlegen.Ga naar voetnoot1550
't Is laat en over middernagt.
Sij heeftme ligt met smart gewagt,Ga naar voetnoot1552
indien ze noch niet is gaan slapen,
soo sal ick haar noch wel betrapen.Ga naar voetnoot1554
1555[regelnummer]
Haar man, die suypt hem mat en moe
en slaapt met bey sijn ogen toe.
Laat sien, dit henen most ick lopen.
Hoe? Hier staan deur en vensters open!Ga naar voetnoot1558
't Moet wesen dat de vuyle bruytGa naar voetnoot1559
1560[regelnummer]
wort weggedragen na de schuyt?Ga naar voetnoot1560
'k Verneem nochtans geen stillevagersaant.Ga naar voetnoot1561
of strontverklickers of de dragers.Ga naar voetnoot1562
Dit, dunckme, is een vreemt bestaanGa naar voetnoot1563
met open deuren slapen gaan?
1565[regelnummer]
Oock zie ick niet 't gesette teecken.aant.Ga naar voetnoot1565
Trijn
Waaragtig, 'k hoor daar ymant spreken.
Jan van onder de deeke
Och wijf, swijg stil, maack geen geschals,
of 't kost ons allebey den hals,
we worden haast van arme rijcke.Ga naar voetnoot1569
Lichthart
1570[regelnummer]
Ick moet dit werck wat nader kijcke.Ga naar voetnoot1570
| |
[pagina 137]
| |
Trijn
Daar spreeckt hij weer, het is een man!
Jan
Och swijg, wat ickje bidden kan,
de duyvel, die begint te spoken.
Lichthart
Is niemant agter inde koocken?Ga naar voetnoot1574
1575[regelnummer]
Wat of dit voor een handel is?Ga naar voetnoot1575
Ick weet niet wat ick langer gis,Ga naar voetnoot1576
de vloer die legt hier op gegraven,Ga naar voetnoot1577
ick zie nochtans geen dragers draven.
En oock, ten ruyckt hier niet na stront.
1580[regelnummer]
Ick zie noch mensch noch kat noch hont.
Ga naar margenoot+Hier staat een ronde O geschreven,
twe knickers leggen daar beneven.
Wat sijn dit koten, stoof en schijt?aant.Ga naar voetnoot1583
Of hier de droes op stelten rijt?Ga naar voetnoot1584
1585[regelnummer]
Een dootshooft met een menschenschinkel,Ga naar voetnoot1585
de duyvel maakt hier wis sijn winckel.Ga naar voetnoot1586
Hoe? Wonen hier oock tovenaars?
Wat legt hier noch? Een tovervaars!Ga naar voetnoot1588
'k Loof, dat de duyvel met sijn nickkersGa naar voetnoot1589
1590[regelnummer]
hier komen spelen met de knickkers.
Moeit Trijn haar oock met duyvels spel?Ga naar voetnoot1591
Vervloeckte hoer, loop na de hel,
waaragtig: dat sijn slimme streecken.Ga naar voetnoot1593
Wat is hier onder dese deecken,
| |
[pagina 138]
| |
1595[regelnummer]
gelijck met voordagt toegedeckt?Ga naar voetnoot1595
Jan
Nu word ick uyt mijn slaap geweckt,Ga naar voetnoot1596
de duyvel heeft verkeert genomen:Ga naar voetnoot1597
in plaatze dat hier gelt souw komen,
brengt hij hier pollen voor den dag.Ga naar voetnoot1599
Trijn
1600[regelnummer]
Och swijgt, wat ickje bidden mag,
terwijl dat gij dus raast en revelt,Ga naar voetnoot1601
raackt u 'tverstant noch meer benevelt.
Gij ziet hetgeen gij niet en ziet.
Jan
Wat duyvel, is dat Ligthart niet?
Lichthart
1605[regelnummer]
'tIs best, dat ick me gat ga schuuren,Ga naar voetnoot1605
eer hij om hulp roept bij de buuren.
Ligthart binne
Jan
Ontken je 't noch, besiet het vrij!
Trijn
Wie is hier meer als ick en gij?
Foei, schaamje dus bij nagt te rasen:
1610[regelnummer]
gij helpt de buuren aan t verbasen.Ga naar voetnoot1610
't Is beter datje stille swijgt,
eer datje 't volck aan d' ooren krijgt.Ga naar voetnoot1612
Jan
Of gijme wat soeckt toe te praten,
| |
[pagina 139]
| |
ick sal't daar egter niet bij laten.
1615[regelnummer]
Durft hij soo stout na binnen treenGa naar voetnoot1615
en ick sal 't zien en sijn te vreen?
Daar souw er meer als een mee spelen,aant.Ga naar voetnoot1617
ick sal dat sien en sal 't noch heelen?Ga naar voetnoot1618
Ga naar margenoot+Neen hoer, het sal alzoo niet gaan,
1620[regelnummer]
gij sult me hier terstont vandaan,
ick wil geen huys meer metje houwen.
Trijn
Zoo jij me slaat, het selje rouwen.
Wat bruyme dese ouwe geck,Ga naar voetnoot1623
dat ick soo daad'lijck niet vertreck?Ga naar voetnoot1624
1625[regelnummer]
Gij sult vertrecken, ick sal blijven.
Goosen Diewer uyt
Goosen
Wat schortje noch dus laat te kijven,Ga naar voetnoot1626
gij houd de buuren uyt de rust.
Trijn
O buurman, kijck eens, soo t u lust,
wat dese geck heeft gaan beginne.
1630[regelnummer]
Ick bidje, buurvrou, koom wat binne,
't is zeker wel bekijkens waard.
Jan
Ja, nu is Trijn weer op haar paart.Ga naar voetnoot1632
Dat moetje nu ter deeg verhalen!Ga naar voetnoot1633
Ick sweer, ick selje wel betalen.Ga naar voetnoot1634
| |
[pagina 140]
| |
Dieuwer
1635[regelnummer]
Wat is hier dese nagt gedaan,
dat deur en vensters open staan?
Hebt gij het huysje laten ruymenGa naar voetnoot1637Ga naar voetnoot1637-38
van overlang gegete kruymen?Ga naar voetnoot1638
Hier legt een dootshooft, wat is dat?
1640[regelnummer]
Waarom is inde vloer dat gat
gegraven, wat is dat te seggen?
Wat doen die prullen hier te leggen?
Ick weet niet wat ick dencken sel.
Trijn
Wel luyster, dat ick 't u vertel.
1645[regelnummer]
Hier is een wijf in huys gekomen,
die seyde, dat ze had vernomen,
dat hier een schat begraven lag.
Die souse brengen aan den dag,
dit heeftze Jan in thooft gestoken
1650[regelnummer]
en had voor haar een deel besproken.Ga naar voetnoot1650
Toen eyst ze al ons beste goet,Ga naar voetnoot1651
datze ontvout en open doet,
en mompelde veel vreemde woorden,
die ick niet wel verstont noch hoorden.
1655[regelnummer]
Ga naar margenoot+Hierop soo seyde se terstont,
graaft hier een driekant gat, niet ront,
want uyt die drie verscheyde hoecken
daar moet ick, zeyse, 't gelt uyt zoecken.
En, zeyse, eer ick heb gedaan,Ga naar voetnoot1659
1660[regelnummer]
laat deur en vensters open staan.
Oock om u niet te doen verschricken
van ogenblick tot ogenblickken,Ga naar voetnoot1662
zult gij wel hooren, maar niet sien.
En hoort gij watter sal geschien,
| |
[pagina 141]
| |
1665[regelnummer]
zoo wagt je wel van weer te spreecken,Ga naar voetnoot1665
de droes souw u de lenden breecken,Ga naar voetnoot1666
zoo hij u hier in huys bevond.Ga naar voetnoot1667
Daarom, swijg stil en houwje mond,
het sal u tot groot voordeel strecken.
1670[regelnummer]
Kom, seyse, sit, ick salje decken
met eene deecken over t hooft,
dan benje van het sien berooft.
Na veel gepraat van vreemde dingen
begonze overluyt te zingen.Ga naar voetnoot1674
1675[regelnummer]
Ick kon 't wel hooren en verstaan:
'twas van de nagtgoddin Diaan.
Als 't lietje uyt was, en haar praten,
zoo most ze gaan door seeven stratenGa naar voetnoot1678
en eer ick weerkom, seyse mijn,
1680[regelnummer]
verzekert sal het gelt daar sijn.Ga naar voetnoot1680
Wij saten stil met groot verlangen
en hoopten haast den aap te vangenGa naar voetnoot1682
en luysterden wel neerstig toe.Ga naar voetnoot1683
Niet lang daarna, ick weet niet hoe,
1685[regelnummer]
daar komt, 't geleeck een mensch, intredenGa naar voetnoot1685
gelijckwe hoorden aan sijn reden.Ga naar voetnoot1686
Ick hadme schier van angst bepist,
maar Jan liep uyt eer ick het wist,Ga naar voetnoot1688
en d' andre teeg sijn best aan 't lopen,Ga naar voetnoot1689
1690[regelnummer]
want deur en vensters stonden open.
Ga naar margenoot+Hij dan, van na telopen moe,Ga naar voetnoot1691
soo komt hij vliegend na mijn toe,
en segt: hier hoer, dit sijn u pollen!
| |
[pagina 142]
| |
Afbeelding 19. ‘Kotende’ jongens, gravure van Jan Luyken uit Des menschen begin, midden en einde (1712)
| |
[pagina 143]
| |
Meenje mijn noch de kap te vollenGa naar voetnoot1694
1695[regelnummer]
met logens en bedriegerij?
Komt Ligthart hier niet vranck en vrij
gelijck ge siet na binnen treden?
Ick, vol verbaastheyt van die reden,
verstont ick niet het regt bescheyt.Ga naar voetnoot1699
1700[regelnummer]
Hij wederom in toornigheyt
dreygt mij met slagen en met stoten.
Dieuwer
Zoo Jan noch jong was, mogt hij koten,aant.Ga naar voetnoot1702
maar nu hij out is en versogt,Ga naar voetnoot1703
heeft hij noch niet meer agterdogt?Ga naar voetnoot1704
1705[regelnummer]
Maar is dat wijf niet weergekomen?
Trijn
'k Heb haar tot nogtoe niet vernomen.
Dieuwer
En t goet, dat gij haar hebt vertrouwt?Ga naar voetnoot1707
Trijn
Dat heeftze mee, 'k loof datze 't hout
en sal 't weer brengen ligt vergeten.Ga naar voetnoot1709
Dieuwer
1710[regelnummer]
Wanneer het volck dit komt te weten,
wat sal er een gelag omgaan!
Wie heeft sijn leven oyt een haanGa naar voetnoot1712-13
dat op een preeckstoel horen preeken?
Goe morgen Jan onder de deecken,
1715[regelnummer]
gij hebt u dapper uytgeslooft
nu gij een wijf zoo ligt gelooft,Ga naar voetnoot1716
| |
[pagina 144]
| |
laat gij u noch zoo ligt bedotten?
'tIs waardig, dat me met u spotte.Ga naar voetnoot1718
Jan
Ick bidje segt het niemant voort.
Dieuwer
1720[regelnummer]
Ick sweeg dat niet, al waar 't een moort.Ga naar voetnoot1720
Indien ick sweeg, 'k souw barsten moeten.
tZal menig mensch sijn pijn verzoeten:
dat moet vooral sijn voortvertelt,
hoe Jan de vloer opdelft om gelt
1725[regelnummer]
en hoe sijn huys bij nagt staat open
en dat de pollen komen lopen
en kijcken watter is te doenGa naar voetnoot1727
en hoe hij dan gaat zitten broenGa naar voetnoot1728
Ga naar margenoot+en laat hem met een deecken decken
1730[regelnummer]
en geeft sijn goet weg als de gecken.
En ziet Jan dat hij is getrult,Ga naar voetnoot1731
dan heeft het wijf alweer de schult,
die heeft de lever dan gegeten.Ga naar voetnoot1733
Dits regt een werck voor de poeeten:Ga naar voetnoot1734
1735[regelnummer]
die hebben hier gesneden broot,Ga naar voetnoot1735
want alles leyt er naackt en bloot,
ze hoeven 't hooft nu niet te breecken.
Goe morgen Jan onder de deecken!
Jan
Wat dunckje van dat luysig vel?Ga naar voetnoot1739
1740[regelnummer]
De slimste duyvel inde helGa naar voetnoot1740
en is soo boos niet als dat wijf is,Ga naar voetnoot1741
| |
[pagina 145]
| |
'k loof dat de bozen in haar lijf is.Ga naar voetnoot1742
Wat sal ick nu voor best bestaan?Ga naar voetnoot1743
Want dit zal door de stat heen gaan:Ga naar voetnoot1744
1745[regelnummer]
dat Jan, genaamt onder de deecken,Ga naar voetnoot1745
hem laat verleyen en bepreeckenGa naar voetnoot1746
van een landloopster, wel bekent.Ga naar voetnoot1747
't Is best dat ickme elders wendGa naar voetnoot1748
en aldie clappernij ontloope.Ga naar voetnoot1749
1750[regelnummer]
Lichthart, die mag mijn Trijn bedrope.Ga naar voetnoot1750
Wanneer ick weg ben, mogen zij
het samen koken, vranck en vrijGa naar voetnoot1752
en leven zoo, gelijckze willen.
Ick sal haar dan niet meer bedillen,
1755[regelnummer]
dat gaat terstont ter poorten uytGa naar voetnoot1755-56
vertrecken, met de eerste schuyt.Ga naar voetnoot1756
Spectatum risum teneatusaant.Ga naar voetnoot1757-58
amici ---
Elstland
|
|