Gezangen, of het vrolyk gezelschap der negen zanggodinnen(1738)–Jan van Elsland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 233] [p. 233] Ter Bruilofte van A: Fontein en J: Gudde. Stem: Poliphemus aan de stranden. Veel geluk vereenigd Paartje. Binnen 't jaartje Moet de Bruidegom Fontein, Door zyn Bruidje,lief papaatje, Bruid mamaatje Van een klein Fonteintje zyn. 2. Een Fonteintje met een ader Als zyn Vader, Dat, op 't huwlyks ledekant, Liefdens gloed, door 't minzaam joelen, Kan verkoelen, En de waereld houd in stand. 3. Gudde zy Fontein een Tuintje In het duintje, Of een lusthof op zyn Blyk: [pagina 234] [p. 234] Vruchtbaar, door het zonneschyntje, En 't Fonteintje Altyd even waterryk. 4. Hoe wil 's Bruîgoms lever schudden Als zyn Gudde Mond en lipjes vrolyk rept; En, nooit zat, het nat voor pater En voor mater Met verliefde teugjes lept. 5. Ga, vereenden, boet uw lusjes Onder kusjes, Volgt het voorbeeld na van ons; Laat vrouw Venus minnewimpels, Zonder rimpels, Waijen boven 't zwaanendons. 6. Laat het Bruidtje met verlangen 't Water vangen Dat haar zuiver vuurtje blust: En de Bruîgom zich vermaaken In het smaaken Van gewenschte vreugd en lust. 7. Daar op laat ons met malkander, De een als de ander, Op de Bruidegom en Bruid Haar lang vruchtbaar leven drinken, 't Glaasje klinken: Ziet het myne is helder uit. Vorige Volgende