Gezangen, of het vrolyk gezelschap der negen zanggodinnen

De klaagende Merkuur
Over de Dood van den volgeestigen Dichter
Jan van Gyzen.

Stem: Wat raad! wat raad! belaas wat raad!
Gecomponeerd door E: Waller.

Adagio lamentable.

Nu treurt myn ziel, door rouw bev - - - - aan.
't Is met Merkuur, 't Is met Merkuur, he - - - -laas, gedaan!
Nu Jan van Gyzen, Nu Jan van Gyzen,

[p. 127]

Is hee - - - - - - - - - n gaan ryzen;
Traan, oogen traan,
En werd fontein-en Van brandewynen.
Ween! ween en schrei met my Jeneverstookers,
Helaas! zyn dood
Valt u zo - - zwaar op 't her - - - - - - t alsloot,
Of stokvismookers.
Dien Le - tter - hel wiens schrand'- - ren geest
Een straa - t o - ra- - - - kel is geweest,

[p. 128]

Die Bombeen, om my te - - - - verkoopen,
De stad heeft op en nee - - - - r doen loopen,
Leid nu helaas! in 't graf en rot!
Hoe deftig klonkt zyn rommelpot,
Wanneer hy, met zyn boerse tong.
Myn deu - - - - - - - - - - - - - - - nen zong:
Of dat hy van der helden lof,

[p. 129]

Of Brui - - - - - - lofts stof,
En van den lof Der vrouwen schreef;
Of dat hy als een wor-telteef,
Of boo - - - - - - - - - - - - - - - ze Griet,
Zich hoo-ren liet.
Hoe dikmaals heeft hy my doen snappen
Als povrité, of Las' rusklappen;
Dien Hopman Ulrig, die op 't Y,
Meê in de vloot was,
Doch gants buiten nood was,
Die zat als een schaap in een boere py.

[p. 130]

Wreede dood, Ach hoe groot Is die slag!
En't geklag Van dee - - s droeven dag!
Ai my. Kom schrei, Sta by, Nu wy,
Wel vry Gaan ui - - - - - - - - - - - - - - - jens schillen.
Wie zal 't misbaar
Va - - n d'Amstellaar,
En van de Sjapverkoopers stillen?
Gedaan zal't weezen
Merkuur te lee - - - - - - - - - - - - - - - zen.

[p. 131]

Ik snik, En nik, En hik,
En voel al myn leden trillen.
He - - - - laas! Weg is dien baas,
Ween, Egmonts kraaijers, ween!
Dien hel - - - - - - - - d
In 't vel - - - - - - - d
Is hee - - - - - - - - - - n,
En heeft zyn stryd gestreên.